Paragraaf 6 Verbonden partijen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Wat is het doel van deze paragraaf?

Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. Kernvragen blijven steeds of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden.

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan rechtspersonen waarmee de gemeente een band heeft. Deze paragraaf geeft dan ook per verbonden partij informatie over die partij en over de doelstelling van het gemeentebestuur die via de verbonden partij wordt gerealiseerd.

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als definitie van een verbonden partij: “Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”.

Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij op basis van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Er is sprake van een verbonden partij als een wethouder, raadslid of ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht – wanneer de gemeente een bestuurder of commissaris in de organisatie mag benoemen of voordragen – is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er goede bestuurders in het bestuur van de partij terechtkomen. Ook een stichting waarin bijvoorbeeld de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt – is volgens deze definitie geen verbonden partij.

Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, of een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dat wanneer een verbonden partij failliet gaat, de deelnemers in deze verbonden partij, dus ook de gemeente Woerden, voor extra kosten komen te staan. Uit bovenstaande blijkt dus ook dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

Met deze paragraaf voldoen wij aan onze wettelijke plicht (BBV) om per verbonden partij inzicht te geven in de volgende onderwerpen:

  • de beleidsvoornemens van de verbonden partij
  • de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten
  • onze visie op de verbonden partij in relatie tot de realisatie van de doelstellingen in onze programmabegroting
  • naam en vestigingsplaats, het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd, veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar, het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan begin en einde van het begrotingsjaar, het financiële resultaat van de verbonden partij

Aanvullend hierop, op grond van de Financiële verordening Woerden, staat in deze paragraaf informatie over beëindigde, nieuwe, en gewijzigde bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij verbonden partijen.
De kaders voor de verbonden partijen zijn vastgesteld in de nota Verbonden partijen.

De verbonden partijen waarin de gemeente Woerden bestuurlijke en financiële belangen heeft, worden hierna een voor een volgens hetzelfde stramien toegelicht.

Gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Vestigingplaats Utrecht
Doel Doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van de beheersing van rampen en crises in de Utrechtse gemeenten, waaronder het (verplicht) organiseren van brandweerzorg op regionaal niveau. De gemeentelijke organisaties zijn verantwoordelijk voor een aantal crisisbeheersingsprocessen zoals: crisiscommunicatie, publieke zorg en nazorg. Geen enkele gemeentelijke organisatie is in staat om deze taken geheel op eigen kracht te vervullen. Regionale samenwerking en bundeling van ambtelijke capaciteit is absoluut noodzakelijk.
Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm: GR 

Type regeling: collegeregeling 

Vooral gericht op: bestuurskracht (beleidsrijke regeling) 

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : burgemeester V.J.H. Molkenboer
Plv. lid : wethouder A. Noorthoek
Bestuurlijk belang Veiligheid houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Bestuurlijke afspraken over prioriteiten en inzet worden op regionaal niveau gemaakt via de Veiligheidsregio Utrecht of het Regionaal Veiligheidscollege.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Eenduidige en efficiënte inrichting van de brandweer
Eenduidige aanpak van rampen en crises
Eenduidige aanpak brandweerzorg
Financiële bijdrage

Begroting 2023 : € 3.358.000
Begroting 2024 : € 3.495.000

De bijdrage aan de VRU staat voor 90% geraamd bij taakveld 1.1 crisisbeheersing en voor 10% bij taakveld 8.3 wonen en bouwen.

Belang van Woerden

De Veiligheidsregio Utrecht houdt zich met o.a. de volgende werkzaamheden bezig:

  • De VRU heeft de risico’s in de regio in beeld en vastgelegd in het risicoprofiel. De informatie wordt met in- en externe partners gedeeld via:
    - regionaal risicoprofiel;
    - provinciale risicokaart;
    - brandrisicoprofiel;
    - (Gemeentelijke) Integrale Veiligheidsplannen.
  • De VRU adviseert het bevoegd gezag om onveilige situaties te voorkomen en/of te beperken, met betrekking tot:
    - ruimtelijke ordening & externe veiligheid (incl. overstromingsrisico’s);
    - bouwen;
    - brandveilig gebruik van gebouwen en bouwwerken;
    - milieu;
    - evenementen.
  • De VRU houdt risicogericht toezicht op (brand)veiligheid in bestaande bouw en bij evenementen en adviseren het bevoegd gezag over te nemen maatregelen.
  • De VRU wil met stimulerende preventie de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten.
  • De VRU zorgt voor goed voorbereide en opgeleide brandweermensen die de beschikking hebben over voldoende materieel en materiaal voor de uitvoering van hun taak.
  • De VRU onderhoudt een aantal specialismen waaronder waterongevallen, rietkapbrandbestrijding, natuurbrandbestrijding en technische hulpverlening.
  • Op het gebied van Bevolkingszorg beheert de VRU de regionale piketten.
  • De VRU zorgt er voor dat piketfunctionarissen uitgebreid opgeleid, geoefend en getraind worden . Hoe dit uitgevoerd wordt, is vastgelegd in het Beleidsplan Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO).
  • De VRU adviseert de gemeenten over de optimale inrichting van hun crisisorganisatie. Voor de lokale functionarissen verzorgt de VRU ook het totale opleiding, training en oefentraject.
  • De VRU volgt met het veiligheidsinformatiecentrum (VIC) de ontwikkelingen van risico’s in onze regio, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een ramp of crisis.
  • De VRU coördineert en organiseert geneeskundige hulp aan slachtoffers bij een ramp of crisis. In de voorbereidende fase valt hieronder ook het op geneeskundig vlak adviseren bij evenementen.
  • De VRU adviseert het openbaar bestuur en organisaties die een rol hebben in geneeskundige hulpverlening over te nemen maatregelen.
  • De VRU organiseert crisisoefeningen met zorgverleners, brandweer, gemeenten en politie zodat de hulpverlening goed op elkaar aansluit.
  • De VRU stelt de wettelijke verplichte incidentbestrijdingsplannen op of actualiseert deze.
  • De VRU evalueert GRIP-incidenten conform het evaluatiebeleid van de VRU.
  • De VRU beschikt over actuele aanvals- en/of bereikbaarheidskaarten voor risicovolle en kwetsbare objecten.
  • De VRU draagt zorg voor de continuïteit van de meldkamerfunctie in aanloop naar de samenvoeging, onder meer door harmonisatie van de meldkamerprocessen.
  • De VRU gaat verder met het verder terugdringen van de nodeloze meldingen via de brandmeldinstallatie. De VRU zet in op een combinatie van voorlichting, toezicht & handhaving en verificatie van de melding.
  • Op het gebied van organisatieontwikkeling zal de VRU zich onder andere bezig houden met het ontwikkelen van accountmanagement, harmonisatie rechtspositie en loketgericht werken

De VRU voert een aantal taken op het gebied van onderhoud en exploitatie van de brandweerkazernes uit. De pakketten operationeel onderhoud, schoonmaak en ARBO & veiligheid neemt de gemeente af bij de VRU.

Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2024 2024 is het eerste jaar van de nieuwe beleidsperiode van de VRU. De VRU focust zich de komende jaren o.a. op de toekomstbestendigheid van de brandweerzorg, de veiligheid van de leefomgeving en het versterken van crisisbeheersing. De eerste begroting binnen de nieuwe beleidsperiode is beleidsarm. 
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022 Begin boekjaar: € 23.237.000
Einde boekjaar: € 23.252.000
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022 Begin boekjaar: € 62.708.000
Einde boekjaar: € 62.605.000
Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten: € 742.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 742.000
Risico's Het grootste risico betreft het zich voordoen van grote rampen en calamiteiten in een regiogemeente, waardoor er een financieel risico ontstaat voor het bekostigen van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling VRU.

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
Vestigingsplaats Woerden
Doel

Uitvoering Archiefwetgeving en het beheer van historische archieven en collecties en beschikbaarstelling ervan aan burgers en organisatie.
Op grond van de Archiefwet-1995 moeten besturen van overheden ervoor zorgdragen dat hun archieven in goede en geordende en toegankelijke staat verkeren. Verder is het RHC belast met het wettelijk toezicht op het gemeentelijk beheer van nog niet overgebrachte archieven.

Programma 4. Cultuur, Economie, Recreatie & toerisme, Energietransitie 
Deelnemende partijen Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein, en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling

Type regeling: Collegeregeling

Vooral gericht op: Uitvoering  (beleidsarme regeling)

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : burgemeester V.J.H. Molkenboer
Plv. lid : wethouder M. Pennarts-Pouw
Bestuurlijk belang De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de overgebrachte archieven ligt sinds 2006 bij het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling RHC .
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Bovengenoemde taken (zie achter Doel) vloeien voort uit de Archiefwet. Deze wet verplicht overheidsinstellingen om de archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Daarnaast verplicht de Archiefwet overheidsinstellingen om archieven die ouder zijn dan 20 jaar en voor blijvende bewaring in aanmerking komen, toegankelijk te maken voor het publiek. Hierbij verandert de status van deze archieven in principe naar openbaar en zijn ze voor iedereen kosteloos te raadplegen.
Financiële bijdrage

Begroting 2023 : € 278.472 

Begroting 2024 : € 309.956

De kosten salarissen en kantoorbenodigdheden 2024:  53.200 (inwoners) x 4,741 (bijdrage per inwoner) = € 252.223.

De kosten voor het archiefdepot 2024:   1.637 meter x 34,53 (meterprijs) + compensatieprijs eigen archiefruimte andere deelnemers 1.207  = € 57.733.                                                                                                                                                                          

Door het RHC wordt btw in rekening gebracht. Deze kan via het BTW compensatiefonds worden terruggevorderd. Voor Woerden gaat het hier om een bedrag van € 21.607.

Belang van Woerden Doel van het RHC is in het samenwerkingsgebied:
uitvoering geven aan de Archiefwet en het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2024

Vanuit de Archiefwet richt het RHC zich op het beheer van het statisch archief en de uitvoering van de inspectietaak. Het fungeert voor de gemeente als historisch informatiecentrum. De niet-wettelijke taken van het RHC werden afgebouwd.

Het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties is een belangrijk speerpunt voor de komende jaren. Het RHC zal ook de vorming van een regionaal E-depot de komende tijd oppakken.

Via de RHC-website is het mogelijk om sommige archiefbescheiden digitaal te raadplegen. Voor Woerden gaat het om het oud-rechterlijke archief (ook van Harmelen, Kamerik en Zegveld), en het notarieel archief van voor 1811. Deze archieven behoren tot de meest opgevraagde bronnen. Archieven en bronnen die zijn ontsloten worden zo veel mogelijk op de website voor publiek beschikbaar gesteld. Natuurlijk blijft het mogelijk de studiezaal te bezoeken om onderzoek te doen of (bouw)dossiers in te zien.

De overbrengingstermijn voor archiefbescheiden naar het RHC staat momenteel volgens de Archiefwet op 20 jaar. Er is een traject gestart om deze termijn terug te brengen naar 10 jaar. Verkorting van de overbrengingstermijn van 20 jaar naar 10 jaar zal een behoorlijke invloed op de werkzaamheden bij het RHC. Deze verkorting van de overbrengingstermijn zal waarschijnlijk in 2024 worden geëffectueerd.

De meerjarenbegroting 2024 valt wat hoger uit. Dit komt voornamelijk door de stijging van de salarissen conform de nieuwe CAO (2,5%) en toepassing 5% prijsindexatie op de contracten.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022

Nihil

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022

N.v.t.

Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten) Het batig saldo over 2022 van € 8.444  wordt op de eerste termijnbetaling in mindering gebracht.
Risico's

De taken worden uitgevoerd op basis van een sobere dienstverlening: alleen de wettelijke taken.

 

Afvalverwerking Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Afvalverwerking Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Utrecht
Doel

De AVU is een gemeenschappelijke regeling ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel een efficiënte en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen (geen bedrijfsafval) voor de deelnemende gemeenten te organiseren.

Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.

Programma 2. Fysiek beheer openbare ruimte en mobiliteit
Deelnemende partijen

Alle gemeenten binnen de provincie Utrecht met uitzondering van de gemeente Vijfheerenlanden (in 2021 uitgetreden uit de gemeenschappelijke regeling):
de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.

Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling

Type regeling: Collegeregeling

Vooral gericht op: Uitvoering  (beleidsarme regeling)

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder J. Vierstra
Plv. lid : wethouder A. de Regt
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.
Financiële bijdrage

Begroting 2023: €1.474.982 
Begroting 2024: €1.643.951 

(zie grootboeknummers 6730.0012/6730.0013/6730.0014)

Belang van Woerden De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Door inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gezamenlijk aan te besteden, worden dankzij grote hoeveelheden in de regel gunstige tarieven verkregen.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2024

De ontwerpbegroting 2024 van de AVU bedraagt voor Woerden € 1.643.951. Dit is een stijging ten opzichte van de AVU-begroting van 2023, deze bedraagt € 1.474.982.

De stijging is voornamelijk het gevolg van de lager geraamde opbrengst voor oud papier. Daarnaast geldt dat de kosten voor de verwijdering en de verwerking van afval als gevolg van de economische omstandigheden flink zijn gestegen. Deze kostenstijging vertaalt zich via indexaties door naar de begroting van 2024. 

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar: € 820.092
Einde boekjaar: € 266.831

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022 Begin boekjaar: € 21.640.292
Einde boekjaar: € 27.573.052
Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten voor belasting en onttrekking: € 77.366 
Gerealiseerd resultaat: € 62.927
Risico's In principe kent de AVU geen risico’s. Alleen wanneer een grote contractpartner haar verplichtingen niet kan nakomen zou een nieuwe overeenkomst meerkosten met zich mee kunnen brengen. Deze meerkosten worden dan wel weer doorberekend aan de deelnemende gemeenten.

Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSG)

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSG)
Vestigingsplaats Utrecht
Doel

Recreatieschap Stichtse Groenlanden is een van twee schappen in de provincie Utrecht. Via het Recreatieschap is de gemeente Woerden ook (financieel) verbonden met Routebureau Utrecht.

De regeling is getroffen ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de gemeente op het terrein van recreatie, natuur en landschap. Hieronder wordt begrepen de instandhouding en verbetering van voorzieningen en voor het hele grondgebied van de deelnemende gemeente een samenhangend beleid op het gebied van de openluchtrecreatie alsmede de natuur- en landschapsbescherming te ontwikkelen.

Programma Programma 4 Cultuur, Economie, Recreatie & Toerisme, Energietransitie
Deelnemende partijen De gemeenten: Woerden, Utrecht, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Houten, IJsselstein, Lopik, De Bilt, De Ronde Venen en de provincie Utrecht.
Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling

Type regeling: Gemengde regeling 

Combinatie van bestuurskracht (beleidsrijke regeling) en uitvoering (beleidsarme regeling)

Bestuurders vanuit onze gemeente

Leden: wethouder M. Pennarts-Pouw (DB en AB)  
Plv. lid: burgemeester V. Molkenboer (AB)

De gemeente Woerden neemt deel in DB en AB.

Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Het belang is voor alle gemeenten en provincie gelijk, namelijk goede recreatievoorzieningen voor de inwoners binnen handbereik. Gebruik van recreatievoorzieningen door inwoners zijn regelmatig niet gebonden aan de gemeente waar je woont. De ene gemeente heeft door de ligging (bijvoorbeeld langs de rivier Lek) en/of het grotere, groene buitengebied meer ruimte voor opvang van recreanten dan een meer stedelijke gemeente. Daarnaast zijn routestructuren bij uitstek gemeentegrens overschrijdend.
Financiële bijdrage

De bijdragen van de Gemeente Utrecht en de Provincie Utrecht (gezamenlijk 65,1%) worden berekend over de totale deelnemersbijdrage. De overige deelnemers betalen naar rato van het aantal inwoners gezamenlijk de andere 34,9%) . De deelnemersbijdragen worden geïndexeerd  conform de uitgangspunten voor de begroting 2024.

Begroting 2023 € 225.373
Begroting 2024 €  232.991

Belang van Woerden Voor onze inwoners is het van belang dat er voldoende recreatiemogelijkheden in Woerden en de regio zijn. Het ontwikkelen en beheren van recreatievoorzieningen draagt bij aan de leefbaarheid van de gemeente Woerden en de regio.
Financiële ontwikkelingen 2024

Voor 2024 is een beleidsarme begroting  vastgesteld voor het Recreatieschap Stichtse Groenlanden. De begroting 2024 is het tweede jaar dat Staatsbosbeheer de uitvoeringsorganisatie van het recreatieschap is, na liquidatie van Recreatie Midden Nederland (RMN). 

De afspraak met Staatsbosbeheer is dat de uitvoering van de taken in de eerste twee jaar van de samenwerking zal plaatsvinden binnen het daarvoor beschikbare taakstellende budget. Daarnaast is in 2022 budget beschikbaar gesteld voor de transitie van RMN naar Staatsbosbeheer, dat in (2023 en) 2024 wordt ingezet voor de invlechting van de taken van RMN in de Staatsbosbeheer-organisatie .

Aandachtspunt voor programma B (Vinkeveense plassen), waar Woerden geen deel van uitmaakt,  is het financieel opvangen van het wegvallen van de bijdrage van de gemeente Amsterdam voor dit programma.  

Inhoudelijke ontwikkelingen 2024

In 2019 is het Ontwikkelplan met bijbehorende investeringsprogramma (programma A) opgesteld binnen de kaders van de kadernota 2019-2022. Dit ontwikkelplan is ook voor de jaren 2023 en 2024 het kader waarbinnen gehandeld wordt. In 2023 en 2024 wordt gewerkt aan een nieuw uitvoeringsplan voor de komende jaren. 

Ontwikkelingen gemeente Woerden:
De realisatie van het Oortjespad Plusplan heeft 'on hold' gestaan in verband met de effecten van de coronacrisis. In 2023 is het Blotevoetenpad aangelegd. In 2024 worden nieuwe afspraken gemaakt tussen het recreatieschap en Kamerijck over een publieke bijdrage voor beheer van de kinderboerderij, plas De Eend en het kinderbadje. 

De bijdragen aan het Routebureau Utrecht, de beheerder van onze routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen, lopen voor de schapdeelnemers via het recreatieschap. Het Routebureau Utrecht is door de liquidatie van Recreatie Midden Nederland per 1 januari 2023 ondergebracht bij de provincie Utrecht. Voor 2024 staat de uitrol van het vernieuwde fietsknooppuntennetwerk gepland en het regulier onderhoud van het wandelnetwerk.  

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar: € 4.104.622 

Einde boekjaar: € 3.544.856

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar: € 8.103.495

Einde boekjaar: € 7.658.985

Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten: € 559.766
Gerealiseerd resultaat (na mutaties reserves): € 662.712             

Risico's 2024 is het tweede jaar van de nieuwe samenwerking met Staatsbosbeheer en de vereenvoudigde organisatiestructuur van het recreatieschap. Tussen het recreatieschap en Staatsbosbeheer zijn bij de start afspraken gemaakt over o.a. de financiën, taakuitvoering en ontwikkelingen bij het recreatieschap.  In het eerste jaar (2023) is gebleken dat deze samenwerking vanuit beide kanten nog niet optimaal verloopt, ondanks de inzet hierop.    

 

Ferm Werk

Terug naar navigatie - Ferm Werk
Vestigingsplaats Woerden
Doel

Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie van vier gemeenten op het terrein van Participatie, Werk & Inkomen. De vier deelnemende gemeenten hebben alle taken van hun sociale diensten, inclusief het daarmee verbonden operationele beleid, ondergebracht bij Ferm Werk.

De dienstverlening die Ferm Werk verzorgt, betreft het uitvoeren van taken in het kader van de Participatiewet, waarin de volgende voormalige wetten zijn opgenomen: Wet Werk en Bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Daarnaast geeft Ferm Werk uitvoering aan de Wet Sociale Werkvoorziening, het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen en de nieuwe Wet inburgering.

Tot de taken van Ferm Werk behoort het op basis van genoemde regelgeving verstrekken van uitkeringen en overige inkomensondersteuning en het uitvoeren van in de regelgeving aangegeven activiteiten ter bevordering van participatie en re-integratie in het arbeidsproces.

Programma 3. Sociaal domein
Deelnemende partijen  De gemeentebesturen van Woerden, Montfoort, Oudewater en Bodegraven-Reeuwijk. De deelnemende gemeenten hebben in het bestuur stemrecht naar rato van het aantal inwoners. Dit komt erop neer dat de gemeente Woerden 60% van de stemmen in het Algemeen Bestuur heeft. Besluiten worden genomen met 2/3 meerderheid van stemmen. Zowel in het regionaal ambtelijk overleg als in het bestuur van Ferm Werk vindt afstemming tussen de vier deelnemende gemeenten plaats. 
 Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: Gemeenschappelijke Regeling.

Type regeling: gemengde regeling.   

Vooral gericht op: zowel bestuurskracht (beleidsrijke regeling) als uitvoering  (beleidsarme regeling).

Bestuurders vanuit onze gemeente Leden: wethouder J. Rozendaal (DB) en raadslid W. den Boer (AB)
Plv. leden: wethouder M. Pennarts-Pouw (DB) en raadslid L. Noorthoek (AB)
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage

Ontwerpbegroting 2023: Reguliere dienstverlening € 20.161.000
Ontwerpbegroting 2023: Aanvullende dienstverlening € 748.000

Ontwerpbegroting 2024: Reguliere dienstverlening € 24.382.000
Ontwerpbegroting 2024: Aanvullende dienstverlening € 710.000

Belang van Woerden We streven ernaar dat zo veel mogelijk inwoners mee kunnen doen in de Woerdense samenleving. We streven naar een integrale werkwijze waarbij inwoners zo goed mogelijk worden ondersteund zonder last te hebben van verschillen tussen wettelijke regimes.
Financiële ontwikkelingen 2024

De ontwerpbegroting 2024-2027 is het vervolg op de Kaderbrief 2024 en bevat diverse wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023-2026. Ferm Werk gaat zich in 2024 richten op vijf beleidsthema's:
1.    Ondersteuning doelgroep C en D (samenwerking met sociaal teams)
2.    Samenwerking met werkgevers en arbeidsmarktregio's
3.    Statushouders en de Wet inburgering
4.    Armoede (bestaanszekerheid)
5.    Jongeren

Daarnaast is de ontwerpbegroting geactualiseerd naar aanleiding van de resultaten uit de jaarrekening en andere trendmatige ontwikkelingen. In hoofdlijnen heeft de ontwerpbegroting dezelfde inhoud en indeling als voorgaande begrotingen, aangevuld met de beleidsaanpassingen vanuit de Kaderbrief 2024 (€ 246.000). 

De ontwerpbegroting laat, o.a. door de hoge inflatie, een flinke kostenstijging zien. Met name de uitkeringslasten en de loonkosten van gesubsidieerde arbeid stijgen sterk door de verhoging van het wettelijke minimumloon (10,15% + 2% indexering voor 2024). Voor de bijzondere bijstand en de declaratieregeling is de indexering gebaseerd op de consumentenprijsindex van het CBS (9,7% + 2% indexering voor 2024). Per saldo betekent dit een toename van € 2,8 mln.

De ontwikkeling van het cliëntenbestand bepaalt een belangrijk deel van de uitgaven. Voor de prognose van het bijstandsvolume baseert Ferm Werk zich op de CBP-ramingen. De verwachtte resultaten van de nieuwe beleidsrichtingen zoals benoemd in de kaderbrief 2024, zijn in de prognose van het bijstandsvolume meegenomen. Voor de inkomensregelingen, bijzondere bijstand en de declaratieregeling, zijn de uitgaven 2022 als uitganspunt genomen plus de verhoogde taakstelling voor de huisvesting van statushouders. Per saldo zorgt dit voor een toename van € 445.000.

De uitvoeringskosten (personeelskosten en materiele kosten) stijgen met € 977.000. In de berekening van de salariskosten is rekening gehouden met het principeakkoord (9% + 2,5% indexering voor 2024). De materiele budgetten (zoals huisvesting, ICT, schoonmaak, bedrijfswagens, etc.) zijn met 6,9% geïndexeerd (conform prijsontwikkeling bbp).

Voor de bekostiging van bijstandsuitkeringen ontvangen gemeenten jaarlijks een gebundelde uitkering (BUIG) van het Rijk. Daarnaast ontvangen gemeenten, via de algemene uitkering, in het gemeentefonds middelen voor de uitvoering van de Participatiewet.Onzeker is in welke mate het Rijk kostenstijgingen zal compenseren.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2024

Ferm Werk zet zich in voor maximalisatie van participatie van de inwoners van de deelnemende gemeenten. Voor het begrotingsjaar 2024 -2027 zijn gezamenlijke nieuwe kaders vastgesteld:

  1. In 2024 zal de lijn waarin met Ferm Werk de samenwerking wordt gezocht binnen het brede sociaal domein worden voortgezet. Naast de huidige dienstverlening (inwoners doorverwijzen naar de sociale teams) gaat Ferm Werk aan de slag met het project ‘Intensieve Begeleiding’. 35 cliënten uit categorie C worden intensief begeleid door een dedicated consulent die bewezen methoden zoals FIP (Frequent, Intensief en Persoonlijk) of IPS (Individuele Plaatsing en Steun) toepast. Door de intensieve begeleiding zal de mate van participatie voor deze cliënten toenemen. De verwachting is dat deze toename tussen de 25 en 35 procent sneller zal zijn dan bij cliënten die deze begeleiding niet ontvangen.
  2. Om ervoor te zorgen dat statushouders sneller kunnen participeren wordt een groep van 35 statushouders intensief begeleid. De verwachting is dat de toename van participatie van deze groep tussen de 25% en 35% sneller zal zijn dan bij cliënten die deze begeleiding niet krijgen. Daarnaast is de verwachting dat 35% van deze groep binnen een jaar na het behalen van het inburgeringsexamen (parttime) werk heeft.
  3. Ferm Werk wil meer kunnen profiteren van de arbeidsmarktregio’s en beter kunnen aansluiten op arbeidsmarktontwikkelingen. Hiervoor wordt extra capaciteit op ingezet. Als gevolg hiervan zullen meer cliënten de weg naar het lokale bedrijfsleven vinden. De verwachting is dat hiermee meer uitstroom kan worden gerealiseerd.
  4. Samen met de deelnemende gemeenten wordt ten aanzien van de visie op het armoedebeleid, een optimale inrichting en uitvoering van en regievoering over de gemeentelijke minimabeleidskaders onderzocht. 
  5. Voor alle jongeren die een beroep doen op de Participatiewet, zet Ferm Werk met zijn dedicated jongerenconsulenten in op de beste weg naar werk of vervolgonderwijs. In 2024 sluit ook Bodegraven-Reeuwijk zich structureel bij JiP aan en zet Ferm Werk deze lijn voor alle gemeenten in. Er wordt onder andere intensief samengewerkt met het sociaal team, Jeugdteam, het RMC en scholen.

Om goed uitvoering te kunnen geven aan de beleidsthema’s die in de ontwerpbegroting zijn opgenomen, is een kwalitatieve versterking en een effectievere en efficiëntere inrichting van de organisatie van Ferm Werk van groot belang. Ferm Werk werkt daarom vanaf 2023 aan de versterking en modernisering van de bedrijfsvoering. De impuls in de bedrijfsvoering moet leiden tot meer inzicht in efficiëntie en effectiviteit. Via de P&C-cyclus worden de deelnemende gemeenten meegenomen in dit inzicht. Zo wordt in de kwartaalrapportages specifiek aandacht besteed aan de elementen uit de kaderbrief met de focus op effectiviteit en efficiency.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar € 74.603

Einde boekjaar € 74.603

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar € 5.729.550

Einde boekjaar € 4.422.901

Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten)

€ 0

Risico's
  • Het op orde hebben van de bedrijfsvoering is voorwaarde voor het slagen van de uitvoering van de vijf beleidsthema's.
  • Extra inzet sociaal team bij het verwezenlijken van de integrale werkwijze ondersteuning doelgroep c/d.
  • Verhoging taakstelling statushouders, waarbij de (extra) inzet van ketenpartners onvermijdelijk is.
  • Krapte op de arbeidsmarkt kan ertoe leiden dat het moeilijk wordt om benodigde extra capaciteit in te huren.
  • De inkomensregelingen die Ferm Werk uitvoert zijn open-einderegelingen. De begroting gaat uit van verwachtingen over het aantal mensen dat bijstand of inkomensondersteuning aanvraagt, en van een bepaald aantal cliënten dat gebruik gaat maken van een garantiebaan of nieuw beschut werk. Ook ten aanzien van de hoogte van de BUIG-uitkering is een inschatting gemaakt. In werkelijkheid kan dit alles mee- of tegenvallen. Het risico daarvoor berust volledig bij de deelnemende gemeenten. 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

 

Vestigingsplaats Utrecht
Doel Het in stand houden van een dienst van gemeenten ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
Programma 3. Sociaal domein
Deelnemende partijen Alle 26 gemeenten van de provincie Utrecht houden de gemeenschappelijke regeling in stand.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid :  wethouder M. Pennarts-Pouw
Plv. lid : wethouder J. Rozendaal
Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm: GR 

Type regeling: collegeregeling 

Vooral gericht op: bestuurskracht (beleidsrijke regeling) 

Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De GGDrU levert een bijdrage aan het bevorderen van een gezonde bevolking door middel van onderzoek, advies en ondersteuning. Infectieziektenbestrijding is een belangrijk onderdeel van het werk; dat belang is door de corona-uitbraak nog duidelijker geworden.

De JGZ heeft een belangrijke signalerende functie als het gaat om de ontwikkeling van onze jeugd. Een andere belangrijke taak van de GGDrU is het verzamelen van epidemiologische gegevens waarmee de gemeenten hun beleid kunnen richten.

Financiële bijdrage

Begroting 2024: € 2.657.145 (2023: € 2.250.805)

De inwonerbijdrage voor de Algemene Publieke Gezondheidstaken bedraagt in 2024 per inwoner € 6,927  (2023: € 6,007)
De kindbijdrage voor de uitvoering van de JGZ bedraagt in 2024 per kind € 151,041 (2023: € 129,457)

Belang van Woerden Onderdeel uitmaken van de verbonden partij GGDrU levert Woerden voordelen op het gebied van (financiële) risicospreiding, bestuurlijke kracht en effectiviteit, kennis en expertise en efficiency dankzij samenwerking met andere gemeenten én GGDrU zelf.
Financiële ontwikkelingen 2024

Door diverse ontwikkelingen, landelijk en regionaal, zijn in de begroting structureel extra middelen opgenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Deze begroting ziet niet op nieuw beleid. Vanuit de verantwoordelijkheid voor de continuïteit en kwaliteit van de bestaande wettelijk verplichte inzet van GDDrU is het noodzakelijk extra middelen te begroten. Alleen zo blijft voldaan worden aan de wettelijke taken en verantwoordelijkheden waarvoor GGDrU en in het verlengde daarvan de gemeente aan de lat staan. Hiermee is dit geenszins een vooruitstrevende of ambitieuze begroting. Nog steeds is het een begroting die past bij een GGD die zich reeds in lengte van jaren heeft bekwaamd in een zo doelmatig mogelijk inzetten van middelen ten behoeve van de publieke gezondheid. In de begroting 2024 is financiële ruimte opgenomen om knelpunten rondom drie issues op te pakken:
1. Arbeidsvoorwaarden - GGDrU als werkgever met voldoende aantrekkingskracht
2. Informatievoorziening / informatietechnologie (IV/IT) - conform wettelijke eisen en ontwikkelingen 
3. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) - borging wettelijke taak signalering en screening

Inhoudelijke ontwikkelingen 2024 

Beweging naar gezondere mensen in een gezondere maatschappij

Echte gezondheidswinst is alleen te behalen wanneer partijen uit het sociaal domein, de fysieke omgeving en het (publieke) zorgdomein regionaal samenwerken. Door een brede gezamenlijke en structurele aanpak van preventie wordt een beweging in gang gezet die leidt tot gezondere mensen in een gezondere maatschappij. Daarmee draagt GGDrU met een collectieve aanpak bij aan individuele gezondheid. 

De inhoudelijke pijlers

De GGDrU focust vanuit regionale samenwerking op drie inhoudelijke pijlers: 

• Een gezonde en veilige leefomgeving
• Kansrijk opgroeien
• Langer gezond zelfstandig

Kansengelijkheid is een thema dat binnen al deze pijlers als leidend principe wordt gezien.  Daarnaast is het van belang om een veerkrachtige organisatie te zijn en te blijven om te kunnen anticiperen op de uitdagingen van nu en de toekomst, uitgaande van onze bestaande en wettelijke taken. Daarom is de Wendbare en vitale organisatie toegevoegd als vierde pijler. Per pijler is aangegeven 'wat willen we bereiken', 'wat doen we daarvoor' en 'wat gaat het kosten'.

Consultatiebureaus in de kernen

We zijn met de GGDrU in gesprek over de wens voor consultatiebureaus in de kernen Kamerik en Zegveld. Aandachtspunten daarbij zijn: 

• Efficiënt benutten van beschikbare capaciteit
• Extra capaciteit die nodig is om meerdere locaties open te houden
• Extra huur- en reiskosten

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar: € 4.112.693
Einde boekjaar: € 4.330.577

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar: € 49.257.955
Einde boekjaar: € 29.287.735

Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten: € 1.466.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 648.000

Risico's

Op de risicokaart is af te lezen dat er een aantal risico’s is met midden tot hoge kans en impact. Bij elk risico worden een of meerdere beheersmaatregelen getroffen. Hieronder zijn deze mogelijke risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen kort toegelicht:

A. Interne bedrijfsvoering:
-    Onvoldoende kennis van (Europees) aanbesteden. Er is daarom een inkoopadviseur aangetrokken.
-    Mogelijke problemen met de telefooncentrale. GGDrU haakt nu aan op een nieuwe aanbesteding via de VNG die gaat lopen in 2023.
-    Onvoldoende adequaat systeembeheer. Er wordt een visie ontwikkeld en een plan van aanpak uitgewerkt voor een toekomstbestendig ICT-landschap.
-    Niet voldoen aan wet- en regelgeving persoonsgegevens. Taakverdeling wordt geoptimaliseerd en diverse maatregelen worden genomen ter bescherming van persoonsgegevens. 
-    Fluctuatie van kind aantallen waardoor opbrengsten fluctueren. Deels op te vangen door natuurlijk verloop.
-    Fluctuatie in vraag vaccinaties waardoor opbrengsten fluctueren. Daarom wordt een flexibele schil van medewerkers aangehouden.
-    Wisselende instroom asielzoekers waardoor opbrengsten fluctueren. Dit risico wordt opgevangen door tijdelijke krachten.
-    Tekort aan gekwalificeerd (medisch) personeel. GGDrU zet zich in toenemende mate in om personeel aan te trekken en te behouden.
-    Niet voldoen aan fiscale regelgeving. GGDrU zet in op een zorgvuldig werkproces.
-    Aanbesteding DD-JGZ valt duurder uit dan verwacht. Een aanbestedingsprocedure voor een nieuw DD-JGZ wordt uitgevoerd.

B. Samenwerking in de GR:
-    Ombuigingen die niet conform plan worden uitgevoerd. Ombuigingen worden gemonitord.
-    Fluctuatie in afname maatwerk door gemeenten. Daarom wordt een flexibele schil van medewerkers aangehouden.

C. Externe ontwikkelingen
-    Ontbreken adequate maatregelen arbobeleid. GGDrU werkt aan een meerjarig plan van aanpak met als doel minder ziekteverzuim.
-    Capaciteitsproblemen om mogelijke crisis te bestrijden. GGDrU werkt aan een pandemische paraatheid.
-    Verbouwing Dreef 5. Er zijn geen indicaties dat de planning uitloopt of budget wordt overschreden.
-    Juridische claim leverancier GGiD door verschil van inzicht in product. Er wordt zorggedragen voor een zo sterk mogelijke juridische positie. 

Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit van de GGDrU-brede risico’s € 1.229.750. De beschikbare weerstandscapaciteit is € 2.848.598. Daarmee is de verhouding (beschikbaar/nodig) 2,316. Hiermee zijn de genoemde risico’s financieel ruim afdoende afgedekt.

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

 

Vestigingsplaats Provinciehuis Utrecht
Doel

De Omgevingsdienst Regio Utrecht ondersteunt en adviseert de gemeente Woerden bij het uitvoeren van milieutaken en het ontwikkelen van beleid voor milieu en duurzaamheid.
De ODRU levert een bijdrage aan het realiseren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en het versterken van de bestaande milieukwaliteit door inwoners, bedrijven en overheden te stimuleren tot milieuvriendelijk handelen en gedrag.

Voor de uitvoering van de milieutaken is de programmabegroting van de gemeente leidend. Binnen dit financiële kader wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma (UVP) opgesteld. Dit zijn de kaders waarbinnen de Omgevingsdienst haar taken uitvoert.

Programma 4. Cultuur, Economie, Recreatie & toerisme, Energietransitie
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: GR

Type regeling: collegeregeling

Vooral gericht op:   uitvoering  (beleidsarme regeling) 

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder A. de Regt
Plv. lid: wethouder J. Vierstra
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving (in het kader van milieu).
Financiële bijdrage

Conform de gemeenschappelijke regeling dragen de 15 deelnemende gemeenten gezamenlijk het risico voor de Omgevingsdienst.

Begroting 2023 € 1.347.382

Eerste bijgestelde begroting 2023 € 1.415.777 (besluit Algemeen Bestuur juli 2023)

Begroting 2024 € 1.511.500

Financiële ontwikkelingen 2024

De Omgevingswet treedt op 1 januari 2024 in werking. Deze Omgevingswet heeft een grote impact op de werkzaamheden van de ODRU. De ODRU heeft een inschatting gemaakt dat de komst van de Omgevingswet extra kosten met zich meebrengen. Deels betreft dit kosten voor nieuwe bodemtaken waar budget vanuit het Rijk tegenover staat. Er is nog geen landelijk besluit over de verdeling van dit budget. Deels betreft het anders werken. Onder de uitvoering van de Omgevingswet gaan we monitoren welke inspanning van de ODRU nodig is om de werkzaamheden uit te voeren en welke kosten dit met zich mee zal brengen. In de Voorjaarsrapportage 2022 is een meerjarig extra budget opgenomen voor de uitvoering van de Omgevingswet door de ODRU.  In totaal gaat het om een bedrag in 2023 van € 138.593 voor tijdelijke uren t.b.v. onvermijdelijke ontwikkelingen.  

In de Eerste bijgestelde begroting 2023 van de ODRU is een verhoging van € 5 op het uurtarief doorgevoerd. De hoge inflatie en andere kostenstijgingen maakten dit noodzakelijk. Vooralsnog heeft dit geen invloed op het uurtarief opgenomen in de begroting 2024 ODRU. 

Inhoudelijke ontwikkelingen 2024

Een belangrijke ontwikkeling in het samenspel tussen ODRU en gemeente is de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024.

In 2023 zijn de gesprekken over verdere samenwerking tussen de twee Omgevingsdiensten in de provincie Utrecht geïntensiveerd. De optie samengaan van de RUD en de ODRU wordt verder verkend.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022 Begin boekjaar: € 1.707.560
Einde boekjaar: € 1.151.762
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar: € 3.334.329
Einde boekjaar: € 4.314.284

Solvabiliteitsratio 21,07% (hoe hoger, hoe groter de weerbaarheid)

Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten € 691.871
Geraamd resultaat (na mutaties reserves) € 596.157

Risico's

Op een deel van het eigen vermogen van de ODRU rusten diverse bestemmingen zodat het weerstandsvermogen van de ODRU zich beperkt tot de algemene of egalisatiereserve.
In het Algemeen Bestuur van de ODRU van 19 december 2019 is besloten uit te gaan van waarderingscijfer C dat uitgaat van een voldoende weerstandsvermogen met een bandbreedte van 1,0 tot 1,4.

Eind 2022 was de ratio 0,80. Dit ligt buiten de afgesproken range van de ratio van 1,0 tot 1,4 en dat betekent dat de risico’s onvoldoende gedekt kunnen worden vanuit het weerstandsvermogen. In juli 2023 heeft het Algemeen Bestuur besloten tot een eenmalige bijdrage voor aanvulling van de Algemene Reserve opdat de ratio weer op het minimum van 1,0 komt. Voor gemeente Woerden is deze bijdrage € 29.900.

Als de Algemene Reserve boven deze bandbreedte uitkomt, wordt het meerdere teruggegeven aan de eigenaar-gemeenten. Het niveau van het benodigde weerstandsvermogen wordt ieder jaar vastgesteld in de notitie Weerstandsvermogen en Risicomanagement.

 

Vennootschappen en coöperaties

Coöperatie Parkeerservice U.A. Amersfoort

Terug naar navigatie - Coöperatie Parkeerservice U.A. Amersfoort
Vestigingsplaats Amersfoort
Doel

Woerden heeft in zijn binnenstad gereguleerd parkeren ingevoerd en exploiteert twee parkeergarages. Het uitvoeren van het parkeerbeleid en het beheren van de parkeergarages is ondergebracht bij de Coöperatie Parkeerservice (CPS). De coöperatie is een samenwerkingsverband van gemeenten die samenwerken in parkeren met als doel zo laag mogelijke uitvoeringskosten tegen een zo hoog mogelijke kwaliteit. Vestigingsplaats is Amersfoort.
CPS is in 2010 opgericht en is de rechtsopvolger van Parkeerservice Amersfoort (het verzelfstandige parkeerbedrijf van de gemeente Amersfoort).

Programma 2. Fysiek beheer openbare ruimte en Mobiliteit
Deelnemende partijen Huidige 13 leden: De gemeenten Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Barneveld, Bergen, Gouda, Hilversum, Hoogeveen, Lelystad, Nieuwegein, Nijkerk, Woerden, Zandvoort en Zeist.
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: Coöperatie

Type regeling: collegeregeling

Vooral gericht op: uitvoering  (beleidsarme regeling)

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder J. Vierstra
Plv. lid: n.n.b.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De gemeente is lid van de Coöperatie Parkeerservice U.A. Als lid van CPS is de gemeente als mede-eigenaar automatisch ook lid van de algemene ledenvergadering (ALV), het hoogste orgaan van de coöperatie. In deze vergadering worden besluiten genomen die invloed hebben op de koers, de bedrijfsvoering en het resultaat van CPS.

Als mede-eigenaar van de coöperatie dragen we hiervoor een medeverantwoordelijkheid. In de ALV hebben alle gemeentelijke leden een gelijke stem. De wethouder Verkeer vertegenwoordigt Woerden in de ALV.

Financiële bijdrage Begroting 2023 € 639.729 
Begroting 2024 € 696.291 
Belang van Woerden CPS is een niet-winstbeogende organisatie die tegen marktconforme prijzen voor haar leden kwalitatief hoogwaardige parkeerdiensten verricht. CPS werkt daarvoor in coöperatief verband samen met de aangesloten leden en biedt een kwalitatief hoogwaardig, technologisch vooruitstrevend en volledig integraal parkeerdienstenpakket aan tegen zo laag mogelijke kosten, met zo min mogelijk risico en met een sterke focus op zowel het maatschappelijke als financiële rendement voor haar leden.
Financiële ontwikkelingen 2024

In 2020 en 2021 ondervond de exploitatie van het product parkeren zware tegenslagen door de geldende Corona-maatregelen. In 2022 is dit hersteld naar het oude niveau, deze lijn zal zich in 2023 en 2024 doorzetten.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2024 De ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit en parkeren verkeren in een stroomversnelling. Belangrijk is om hier sterk op te sturen en de stem van Woerden goed te vertegenwoordigen tijdens de ALV.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022 Begin boekjaar: € 2.216 miljoen
Einde boekjaar: € 2.025 miljoen
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022 Begin boekjaar: € 3.637 miljoen
Einde boekjaar: € 5.505 miljoen
Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten) -/- € 191.000
Risico's Mogelijke aanpassingen vanuit de evaluatie van het parkeerbeleid hebben directe gevolgen voor de exploitatie. Ditzelfde geldt voor aanpassingen in de omvang van het gereguleerde gebied.

Bank Nederlandse Gemeenten

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten

 

Vestigingsplaats Den Haag
Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Daarnaast neemt zij deel aan projecten in de vorm van publiek-private samenwerking.
Doel BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie, mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 7. Algemene inkomsten
Deelnemende partijen De gemeente Woerden heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: naamloze structuurvennootschap

Vooral gericht op: uitvoering  

Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap.
De gemeente Woerden bezit 123.201 aandelen (= 0,225% van het totaal aantal aandelen). Jaarlijks ontvangt de gemeente dividend naar rato van het aantal aandelen.

Baten (dividenduitkering):

Begroting 2023 € 156.465 
Begroting 2024 € 270.000

Belang van Woerden Eventuele kortlopende en langlopende leningen aangaan en deposito’s uitzetten.
Daarnaast heeft de gemeente aandelen van de bank in haar bezit. Op deze aandelen wordt jaarlijks dividend ontvangen.
Financiële ontwikkelingen 2024  De positieve ontwikkeling van de leverage ratio is aanleiding voor de BNG bank om de pay-out ratio te verhogen van 37,5% naar 50%. Dit is in lijn met het staande beleid van BNG Bank.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2024 BNG Bank wil de positie van expert in financiering van publieke voorzieningen in de komende jaren verder versterken. De strategie is gericht op het inspelen op de (veranderende) behoeften van de klant door het volgen van het overheidsbeleid en het bieden van maatwerk-oplossingen voor de financiering van duurzame investeringen.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022 Begin boekjaar: €  5.062 miljoen
Einde boekjaar: €  4.615 miljoen
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022 Begin boekjaar: €  143.995 miljoen
Einde boekjaar: €  107.459 miljoen
Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten)

Nettowinst na belastingen van € 300 miljoen (2021: 236 miljoen)

Risico's

BNG Bank is een sterk gekapitaliseerde bank. De Common Equity Tier 1-ratio en Tier 1-ratio bedragen per einde 2022 35% respectievelijk 37%. Ratingbureaus Fitch, Moody’s en S&P waarderen BNG Bank opnieuw op het hoogste ratingniveau.

 

Vitens

Terug naar navigatie - Vitens

 

Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang

De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van (drink)water aan particulieren en bedrijven.

Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.
Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.

Doel Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 4. Cultuur, economie en milieu (nutsbedrijven 6.050.010)
Deelnemende partijen De gemeente Woerden is aandeelhouder en heeft daarmee stemrecht. De gemeente heeft 45.284 aandelen (0,9% van het totaal aantal aandelen) in haar bezit.
Betrokken zijn diverse gemeenten en provincies.
 Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: NV 

Type regeling: collegeregeling 

Vooral gericht op: uitvoering  (beleidsarme regeling) 

Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

Baten (dividenduitkering):
Begroting 2023 € 0 
Begroting 2024 € 0

Het dividend wordt gerelateerd aan het nettoresultaat. Het bedrag aan dividend dat wordt uitgekeerd bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het nettoresultaat. Relevant hierbij is de benodigde toevoeging aan de reserves om de continuïteit van de onderneming te waarborgen (t.b.v. investeringen in vaste activa of het versterken van de solvabiliteit.

Belang van Woerden

Een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van Woerden. Daarnaast het belang als aandeelhouder.

Vitens streeft naar zo laag mogelijke drinkwatertarieven, onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling wordt voldaan. Uitgangspunt hierbij is een bedrijfsresultaat (EBIT) dat jaarlijks wordt begroot op het niveau van het vastgestelde maximaal toegestane WACC-percentage (Weighted Average Cost of Capital) minus de bepaalde afslag, die varieert tussen de 0-0,5%.

Financiële ontwikkelingen 2024

De solvabiliteit is ultimo 2022 uitgekomen op 31,0% (2021: 30,2%) en dit kan betekenen dat Vitens weer dividend aan gemeenten zal uitkeren. Bij een solvabiliteit <30% wordt in beginsel geen dividend uitgekeerd. Op basis van het meerjarenplan 2023-2027 heeft Vitens haar verbruiks- en vastrechttarieven 2023 voor de consument verhoogd. Hierbij is uitgegaan van de maximale WACC van 2,95% voor 2023.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2024

Men heeft een steeds grotere uitdaging bij de leveringszekerheid van drinkwater op piekmomenten. Tijdens een hete zomer is het bijvoorbeeld lastig om altijd aan de vraag te voldoen. Daarom gaat men de komende jaren investeren in (nieuwe) productielocaties en de vervanging en aanleg van (nieuwe) leidingen,  extra reservoirs om de vraag op piekdagen in een gebied op te vangen en zetten zij ook in op het beperken van de drinkwatervraag door campagnes en advisering aan consumenten en zakelijke klanten.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022  

Begin boekjaar: € 600.300.000
Einde boekjaar: € 649.500.000 

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar: € 1.387.800.000
Einde boekjaar: € 1.446.600.000

Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten)

Bedrijfsresultaat (Ebit): € 33.900.000  (2021: € 44.600.000)

Risico's

Een uitdaging voor Vitens is de uitvoerbaarheid van hun investeringsprogramma. Onder meer conflicterende wetgeving en krapte in de aannemerij zorgen voor beperkingen. De regelgeving rondom stikstof zorgt niet langer voor obstakels zorgt omdat– vanwege het vitale belang – een uitzondering is gemaakt voor de drinkwaterinfrastructuur.

Stichtingen en verenigingen

Stichting Urgentieverlening West Utrecht

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West Utrecht

 

Vestigingsplaats Woerden
Doel Het verlenen van urgentieverklaringen voor een sociale huurwoning aan woningzoekenden uit de regio West Utrecht.
De verklaringen worden afgegeven door de stichting op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Woerden. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is geen eigen visie van de stichting voor de realisatie van de doelstellingen uit de programma's van de begroting. De stichting en de urgentiecommissie van de stichting voeren de huisvestingsverordening uit bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten.
Programma 6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Stichtse Vecht en Woerden.
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm:  stichting

Type regeling: collegeregeling

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder A. Noorthoek
Plv. lid: -
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage Begroting 2023: €  15.371
Begroting 2024: € 17.550 (indicatief, de begroting moet nog worden vastgesteld).
Belang van Woerden Het behandelen van urgentieaanvragen (met voorrang in aanmerking komen voor een schaarse sociale huurwoning) in subregionaal verband heeft als voordeel dat aanvragen objectiever worden beoordeeld omdat er meerdere beoordelaars zijn die de aanvragen gezamenlijk beoordelen. De beoordelaars hebben bovendien kennis en ervaring en kunnen aanvragen in heden en verleden met elkaar vergelijken (voorkomen van rechtsongelijkheid). Het zelf in stand houden van een organisatie voor het aanvragen, het administreren, het vormen van dossiers, het nemen van besluiten, het maken van beschikkingen, het voorbereiden van collegevoorstellen en het voeren van verweer in bezwaarprocedures voor urgenties, vergen kennis en is kostbaar maar ook kwetsbaar als dit proces door één persoon moet worden uitgevoerd. 
Financiële ontwikkelingen 2024 Waarschijnlijk (nog niet besloten) wordt de bijdrage voor de gemeente(n) lager in 2024 omdat volgens de eigen financiële regels van de stichting het eigen vermogen rond de € 15.000 moet liggen. Dat kan worden verlaagd door de bijdragen van de gemeenten aan de stichting te verlagen.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2024
Vanuit de betrokken gemeenten is er een urgentiecommissie die urgentieaanvragen behandelt. Het Vierde Huis (extern) bereidt de besluiten van de Stichting Urgentieverlening West Utrecht voor. Voor het maken van verweerschriften en extra medisch advies worden extra bedragen in rekening gebracht.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2022

Begin boekjaar: € 19.992
Einde boekjaar: € 29.751

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2022 n.v.t.
Financieel resultaat 2022 (saldo van baten en lasten) € 17.452
Risico
Bij een grote toename van urgentieaanvragen zal het budget niet kostendekkend zijn. Gezien de inrichting van het voortraject waarbij een intake plaatsvindt, is dit risico beperkt.

Overige verbonden partijen

U10

Terug naar navigatie - U10
Vestigingsplaats Utrecht
Doel Doel van de samenwerking is om te komen tot een regionale aanpak van de regionale uitdagingen op het gebied van woningbouw, mobiliteit, economie, energietransitie, groen en landschap en gezond leven, waarbij de lijn van het verdicht verstedelijken rondom knooppunten is vastgelegd in de Ruimtelijk Economische Koers die door de gemeenteraden van de U10 is vastgesteld. In de stedelijke regio rond Utrecht speelt zich het merendeel van het economisch, maatschappelijk en fysieke verkeer af. De samenwerking richt zich niet alleen op overheden, maar wil deze ook verbinden met het bedrijfsleven en kennisinstellingen (‘triple helix’). Hiermee wil de samenwerking bereiken dat de regio Utrecht in de toekomst een aantrekkelijke vestigingsplaats voor inwoners en bedrijven blijft en er gezond kan worden geleefd in een stedelijke regio.
Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein,  Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, Zeist, Montfoort, De Ronde Venen en Oudewater zijn lid van de U10. Het betreft een flexibele netwerksamenwerking waarbij de gemeenten niet allemaal even intensief deelnemen op alle thema’s.
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: netwerksamenwerking op grond van een bestuursconvenant

Type regeling: collegeregeling

Vooral gericht op: uitvoering  (beleidsarme regeling) 

Bestuurders vanuit onze gemeente

De U10 kent geen dagelijks of algemeen bestuur. Het betreft een ‘lichte’ samenwerking op basis van een bestuursconvenant. Leden van het college nemen op basis van hun portefeuille deel aan de regionale bestuurstafels.

Momenteel is de bestuurlijke deelname als volgt:

  • Wethouder Noorthoek: bestuurstafel 'Gezonde woon- en leefomgeving'
  • Wethouder De Regt: bestuurstafels ‘Groen en Landschap’ en  ‘Duurzame bereikbaarheid’
  • Wethouder Rozendaal: bestuurstafel ‘Economische positionering’
  • Wethouder Vierstra: voorzitter bestuurstafel 'Klimaatneutrale regio'; deelnemer voorzittersoverleg
  • Burgemeester Molkenboer: burgemeestersoverleg
  • Gemeentesecretaris Brander: netwerkdirectie
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De U10 is een netwerksamenwerking in ontwikkeling. Dit geldt zowel voor de manier van samenwerken (flexibel, doelverkennend, samen met andere partners) als voor de inhoud. In de bestuurstafels worden steeds nieuwe actuele thema’s geagendeerd. Iedere keer wordt daarin gekeken met wie het wordt opgepakt en op welke manier.

De U10 ontwikkelt zich naar een samenwerking die op basis van een breed gedragen perspectief en programma (Ruimtelijk Economisch Programma en Perspectief (REP)) gemeenschappelijk de verstedelijkingsvraagstukken van de regio Utrecht aanpakt. De strategie van de U10 is hierbij om van de regio Utrecht een ontmoetingsplaats te maken voor gezond leven in een stedelijke regio.

Financiële bijdrage

Begroting 2023: € 81.000
Begroting 2024: € 127.894

De financiële jaarlijkse bijdrage is een vaste deelnemersbijdrage per inwoner voor het samenwerkingsconvenant en een bedrag per inwoner voor het mobiliteitsconvenant. Dit wordt besteed aan een klein procesteam (6 fte) en een werkbudget voor bijeenkomsten, communicatie etc. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van een mixpercentage van 70% loonindex en 30% prijsindex. In 2024 is de indexatie 7,4%. De financiële bijdrage is structureel verhoogd met € 40.900 via de kadernota, waarin besloten is om de realisatie van het gezamenlijke perspectief (IRP - integraal ruimtelijk perspectief) vanuit Woerden te ondersteunen. 

Belang van Woerden

Woerden is onlosmakelijk onderdeel van de regio Utrecht, als het gaat om wonen, verplaatsen, werken en leven. Daarom is het in het belang van Woerden om in regionaal verband te werken aan een gezonde, slimme en groene regio. Dat gebeurt aan de volgende bestuurstafels in het bestuurlijk netwerk U10:

  • Gezonde woon- en leefomgeving
  • Economische positionering
  • Klimaatneutrale regio
  • Duurzame bereikbaarheid
  • Groen en Landschap

Daarnaast wordt samengewerkt in het opgaveteam Ruimtelijk-Economisch Perspectief en Programma (REP) en is de U10 betrokken bij het opstellen van de Regionale Energiestrategie U16 (RES).

Financiële ontwikkelingen 2024 Voor het boekjaar 2024 is de indexatie van 7,4% toegepast alsmede de kostentoename vanwege de participatie in het IRP.  Wanneer in het voorjaar van 2026 nieuwe raden en colleges verkozen zullen zijn, stelt dit hen in staat om zich in de loop van 2026 een beeld en oordeel te vormen van de relevantie van de realisatie van het integraal ruimtelijk perspectief. Tot ten minste die tijd zijn de kosten voor het Integraal Ruimtelijk Perspectief structureel onderdeel van de begroting van Woerden.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2024

De eerste drie fasen van het Integraal Ruimtelijk Perspectief zijn in de afgelopen collegeperiode met succes afgerond, conform de vastgestelde plannen van aanpak. De vierde fase behelst de programmering, financiering en realisatie en heeft een doorlooptijd tot aan 2040. 

Met het Integraal Ruimtelijk Perspectief 2040 weten we waar we gezamenlijk voor staan, wat we te bieden hebben en wat we willen bereiken. Dit vormt een solide basis voor onze gezamenlijke strategie. Het is primair aan ieder van de colleges om, al dan niet in allianties, te investeren in en werk te maken van de ruimtelijke ontwikkeling zoals deze in het gezamenlijk perspectief is geschetst. Aan de bestuurstafels doen we wat aanvullend nodig en behulpzaam is. Dit ondersteund door de zestien gemeentelijke ambtelijke organisaties en de gezamenlijke U10-organisatie. We richten ons hierbij op de volgende drie kernactiviteiten:

1. Stimuleren dat het door ons gewilde perspectief van 2040 in de jaren daarnaartoe stap voor stap werkelijkheid worden. Wij houden nauw in de gaten welke ontwikkelingen en kansen zich bij onze beoogde partners voordoen en doen vervolgens wat nodig is om deze kansen te verzilveren. Als voorbeeld: in 2022 identificeerden we verschillende kansen voor mogelijke hulp aan de realisatie van het IRP, zoals de versnellingsafspraken woningbouw , het BO MIRT van november 2022 en we onderzoeken de kansrijkheid van het aanvragen van een regiodeal (met als focus gezond en groen). Wij verwachten dat dergelijke kansen zich de komende jaren in meer of mindere mate zullen blijven voordoen. 
2. Uitwerken van het perspectief. In het IRP hebben we in de kern uitgesproken hoe we de regio in 2040 ruimtelijk voor ons zien. De volgende stap is dat we ons perspectief concretiseren. Dit zeker samen met onze partners: voor bijvoorbeeld het regionaal programmeren wonen en werken en de programmering van de vitale kernen hebben we de provincie hard nodig.
3. Actualiseren van het perspectief. Uitgangspunt is dat de zestien colleges hun ruimtelijke ontwikkeling verzorgen binnen de kaders van het perspectief. Er kúnnen redenen ontstaan voor een of meerdere colleges om hiervan af te wijken; dan gaan we hierover in gesprek met elkaar. Met als doel om gezamenlijk in beeld te hebben in hoeverre het gezamenlijk perspectief wordt gerealiseerd, ontwikkelen en beheren we een dashboard. Op basis van de voortgangsinformatie in dit dashboard krijgen de colleges van B&W elke twee jaar een voorstel voorgelegd over het al dan niet actualiseren van het gezamenlijk perspectief.

Risico’s De netwerksamenwerking drijft op de inzet van de deelnemers en de urgentie van de onderwerpen. Als deelnemers zich niet inzetten (bijvoorbeeld omdat ze het belang er niet van inzien) is het rendement nihil.