Paragraaf 4 Financiering

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

In 2001 is de wet Financiering decentrale overheden (wet Fido) in werking getreden.  Decentrale overheden zijn verplicht een treasurystatuut op te stellen. De meest recente versie van ons treasurystatuut is vastgesteld op 16 december 2014. Eind 2022 is een start gemaakt om dit statuut te vernieuwen, we streven naar een nieuw statuut begin 2024. Treasury wordt gedefinieerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurystatuut heeft als doel om sturing te geven aan de treasuryfunctie en om binnen de wettelijke kaders de financiële risico’s te beperken.

In de Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën) is opgenomen dat het Rijk en de medeoverheden een gelijkwaardige inspanningsplicht hebben om de begrotingseisen te respecteren. De gelijkwaardige inspanning wordt uitgedrukt in een macronorm voor het EMU-saldo van de medeoverheden gezamenlijk.

Gemeenten, provincies, waterschappen en openbare lichamen ingesteld op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn verplicht tot deelname aan schatkistbankieren, wat inhoudt dat zij hun liquide middelen moeten aanhouden bij de schatkist van het Rijk. Verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden is ingesteld om de overheidsschuld terug te dringen. Het rekening-courantsaldo bij de Bank Nederlandse Gemeenten wordt afgeroomd ten gunste van de rekening-courant van het Rijk.

Het beleid is erop gericht de rentelasten zo veel als mogelijk te beperken door op het juiste moment te consolideren op basis van de treasuryprognose en de actuele renteontwikkeling.

3. Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 3. Ontwikkelingen

Financieringspositie
Het geïnvesteerd vermogen, dat zijn de boekwaarden van alle geactiveerde investeringen (inclusief voorraden), bedraagt per 1 januari 2024 € 312 miljoen. Het schuldrestant van de aangetrokken langlopende geldleningen bedraagt per 1 januari 2024 € 194 miljoen en de stand van de eigen reserves en voorzieningen € 83,3 miljoen, exclusief verliesvoorziening.

Risicobeheer
Onder risico’s wordt begrepen: rente-, krediet-, liquiditeits- en valutarisico’s. Deze spelen in Woerden als volgt een rol:

  • De te beheersen renterisico’s op grond van de Wet Fido uiten zich concreet in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide instrumenten beogen de renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan de korte en lange schuld. Deze worden in de volgende paragrafen nader toegelicht.
  • Valutarisico’s spelen geen rol. Transacties in vreemde valuta doen zich niet voor en de gemeente neemt alleen deel in het aandelenvermogen van twee (semi-)overheidsgerichte instellingen, namelijk Bank Nederlandse Gemeenten en Vitens. Dit aandelenbezit is echter niet gebaseerd op winstoogmerk c.q. speculatieve doeleinden. Het risico van deze aandelen vinden wij verwaarloosbaar. De aandelen worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs.
  • De kredietrisico’s zijn zeer gering. De risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het (niet) tijdig kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij (kredietrisico) worden in het Treasurystatuut geregeld conform de eisen die de Wet Fido stelt.

4. Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - 4. Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is het maximumbedrag waarvoor kortlopende middelen mogen worden aangetrokken op de geldmarkt. Dit maximum bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal (lasten) met een minimum van € 300.000. De kasgeldlimiet wordt voor 2024 geraamd op € 15,4 miljoen.
In onderstaande tabel is informatie opgenomen over de verwachte kasgeldlimiet. Bij het structureel overschrijden van de kasgeldlimiet dienen maatregelen genomen te worden zoals het aantrekken van langlopende geldleningen en/of het beperken van het aangaan van de korte schuld.

Grondslag Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
Begrotingsomvang (excl. mutaties reserves) 180.965 178.774 174.097 172.231
Toegestane kasgeldlimiet
- in procenten 8,5 8,5 8,5 8,5
- in bedrag 15.382 15.196 14.798 14.640
(bedragen x € 1.000)

5. Renterisiconorm

Terug naar navigatie - 5. Renterisiconorm

Het renterisico op de vaste schuld is de mate waarin het saldo van de rentelasten verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer. Om dit risico te beperken, schrijft de wet voor dat herfinanciering jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal mag bedragen. Het doel van deze norm is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één jaar te voorkomen. Indien wordt afgeweken van de renterisiconorm kan ontheffing worden verleend. Als bij afwijkingen de toezichthouder wordt geïnformeerd en ontheffing wordt verkregen, handelt de gemeente rechtmatig. Afwijking van de renterisiconorm is niet aan de orde voor de gemeente Woerden.

Grondslag Begroting Begroting Begroting Begroting
2024 2025 2026 2027
Begrotingsomvang (excl. mutaties 180.965 178.774 174.097 172.231
reserves)
Toegestane renterisiconorm
- In procenten 20% 20% 20% 20%
- In bedrag, maximum 36.193 35.755 34.819 34.446
- In bedrag, minimum (wettelijk bepaald) 2.500 2.500 2.500 2.500
Renterisico
- Renteherziening 0 0 0 0
- Aflossing 13.279 11.228 10.780 9.600
Renterisiconorm
Toets renterisiconorm
- Toegestane renterisiconorm 36.193 35.755 34.819 34.446
- Begroot renterisico 13.279 11.228 10.780 9.600
Onderschrijding renterisiconorm € 22.914 € 24.527 € 24.039 € 24.846
Overschrijding renterisiconorm 0 0 0 0
(bedragen x € 1.000)

6. Renteresultaat op treasury

Terug naar navigatie - 6. Renteresultaat op treasury

Het BBV geeft als aanbeveling om in de financieringsparagraaf het renteresultaat op treasury op te nemen. Met onderstaand overzicht wordt gehoor gegeven aan deze aanbeveling.

Begroting 2024
a1. externe rentelasten lange financiering 2.841.127
a2. externe rentelasten korte financiering 0
b. rentebaten -2.000
totaal a+b 2.839.127
c1. rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -188.229
c2. rente projectfinanciering door te berekenen taakvelden 0
totaal c -188.229
Saldo door te berekenen externe rente (a+b+c) 2.650.898
d1. rente over reserves 1.060.157
d1. rente over voorzieningen 163.635
d2. rente voorzieningen tegen contante waarde 0
totaal d 1.223.792
e. aan taakvelden door te berekenen externe rente (a+b+c+d) 3.874.690
f. werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 4.424.733
Renteresultaat op treasury (e-f) -550.043

7. Financieringsbehoefte en leningenportefeuille

Terug naar navigatie - 7. Financieringsbehoefte en leningenportefeuille

De financieringspositie heeft betrekking op de financiering van de organisatie voor de lange termijn. De financieringsstructuur wordt hierbij bepaald door de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen versus de waarde van de investeringen. Zodra de financieringsmiddelen (reserves, voorzieningen en opgenomen geldleningen) lager zijn dan het totaal van de boekwaarde van de investeringen, is dit een teken dat de gemeente een vaste geldlening moet aantrekken.

De financieringsbehoefte van de gemeente wordt bepaald aan de hand van de liquiditeitsprognose. Op basis van de verwachte baten en lasten (kasstromen) wordt een schatting gemaakt van het verwachte liquiditeitsverloop. Voor een goede liquiditeitsplanning is vooral inzicht nodig in de financiële planning van grote projecten en investeringen. Wekelijks wordt de liquiditeitspositie bepaald, waardoor snel ingespeeld kan worden op de financieringsbehoefte van de gemeente. Gelet op de verwachte financieringsbehoefte is het zeer waarschijnlijk dat een of meerdere nieuwe langlopende geldleningen moeten worden afgesloten.

Het verloop van het saldo van de langlopende geldleningen  van de laatste 10 jaar en de hieraan gekoppelde gemiddelde rentepercentages zijn in onderstaande tabel opgenomen:

Datum saldo langlopende leningen (x € 1.000) gemiddelde rente omslagperc.
1-1-2014 83.659 3,92% 3,75%
1-1-2015 97.159 3,16% 3,75%
1-1-2016 88.418 3,52% 3,75%
1-1-2017 89.656 3,51% 3,75%
1-1-2018 94.872 3,22% 3,22%
1-1-2019 142.832 2,17% 2,20%
1-1-2020 146.826 2,04% 2,00%
1-1-2021 162.653 1,78% 2,00%
1-1-2022 166.594 1,44% 1,50%
1-1-2023 173.020 1,31% 1,50%
1-1-2024 193.840 1,47% 1,50%

 

De afgesloten leningen van de laatste tien jaar zijn in onderstaande tabel opgenomen:

jaar bedrag rente
(x € 1.000)
2014 10.000 2,06%
2014 10.000 1,61%
2016 10.000 0,75%
2017 15.000 1,47%
2018 10.000 -0,33%
2018 15.000 1,31%
2018 2.119 0%
2018 30.000 1,41%
2019 25.000 0,69%
2020 30.000 0,72%
2021 17.000 0,45%
2022 63.000 1,03%
2023 - -

8. Uitgangspunten

Terug naar navigatie - 8. Uitgangspunten

In de meerjarenbegroting 2024-2027 is rekening gehouden met de volgende rentepercentages:

  • Renteomslagpercentage 1,50 %
  • Rente nieuwe investeringen 1,50 %
  • Rente grondbedrijf 1,12 %

Het eerste jaar van investering wordt geen rente berekend.
De renteomslag is nagenoeg gelijk aan het gemiddelde rentepercentage van de langlopende geldleningen. De Rentenotitie van de commissie BBV is hierin leidend.

9. Verwachting

Terug naar navigatie - 9. Verwachting

De rente is de afgelopen jaren gedaald tot een historisch laagterecord in 2021, waarbij de rente zelfs negatief is geweest. In de tweede helft van 2021 begon de rente te stijgen en in 2022 is de rentestijging fors geweest. De tienjaars staatsobligatie schommelt in 2023 tussen 2,5% en 3% en is hiermee op het niveau van 2011. Als gevolg van stijgende rente zal ook het gemiddelde rentepercentage op de leningportefeuille van gemeente Woerden gaan toenemen. Dit heeft grote gevolgen voor de rentelasten van nieuwe leningen, die hoger zullen liggen dan het percentage van de huidige rekenrente (1,5%). Dit heeft de komende jaren een negatief effect op de rentelasten die wij als gemeente moeten betalen. De Europese Centrale Bank heeft onlangs aangegeven de rente per augustus 2023 te verhogen om de inflatie tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. De verwachting is dan ook dat de rente nog verder zal stijgen.