4 Ramingsgrondslagen

In deze begroting zijn de volgende grondslagen gehanteerd:

Lonen en prijzen
De raming van de personeelskosten is gebaseerd op de huidige salarissen, reguliere periodieke verhogingen en reeds gemaakte cao-afspraken. Indien bij de Algemene Uitkering (meicirculaire) een compensatie wordt gegeven voor loonstijging, dan wordt deze in programma 7 als stelpost gereserveerd.

Voor indexatie van opbrengsten wordt rekening gehouden met de Consumenten Prijs Index (CPI) van februari 2023 ad 8%. Voor de indexatie van kosten wordt gebruik gemaakt van de prognoses van het Centraal Planbureau (CPB) in het Centraal Economisch Plan (CEP). Voor de materiële kosten is dit 3,9%, voor de loonkosten 5,2% en voor investeringen 1,6%, subsidies 4,2%.

Algemene Uitkering (Gemeentefonds)
De Algemene Uitkering wordt geraamd op basis van de meicirculaire. Voor indexen worden alleen rekening gehouden met het begrotingsjaar 2024. Voor het meerjarenperspectief gelden constante prijzen (meerjarenbegroting is prijspeil 2024).

Tarieven lokale heffingen
Voor de belastingen en retributies worden de bij de Strategische Heroriëntatie/begroting 2021-2024 besloten meerjarige percentages als basis genomen. Daarnaast wordt de algemene index van 8,0% toegepast. Voor afvalstoffenheffing en rioolrechten, alsmede diverse leges, wordt rekening gehouden met de maximale kostendekkendheid.

Rente
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten rentekosten aan de taakvelden/programma’s worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. De commissie BBV heeft een aanbeveling gedaan ten aanzien van de systematiek waarmee het renteomslagpercentage kan worden berekend. Op basis van deze systematiek is het renteomslagpercentage voor 2024 becijferd op 1,5%. 

Er vindt geen rentebijschrijving plaats op reserves en voorzieningen.

Grondexploitaties
De berekeningswijze van de rente grondexploitaties is in het BBV voorgeschreven. Het rentepercentage is bepaald door het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen. Voor 2024 is dit rentepercentage berekend op 1,12%.

De disconteringsvoet voor verliesvoorzieningen binnen grondexploitaties schrijft het BBV verplicht voor op 2,0%.