Voortgang inspanningen

Paragraaf 4 Financiering

Voortgang inspanningen

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

In 2001 is de wet Financiering decentrale overheden (wet Fido) in werking getreden.  Decentrale overheden zijn verplicht een treasurystatuut op te stellen. Voor het jaar 2023 gold nog het treasurystatuut zoals vastgesteld op 16 december 2014. Op 21 december 2023 is het nieuwe Treasurystatuut gemeente Woerden 2024 vastgesteld.

Treasury wordt gedefinieerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurystatuut heeft als doel om sturing te geven aan de treasuryfunctie en om binnen de wettelijke kaders de financiële risico’s te beperken.

3. Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - 3. Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) van kracht geworden, met als uitvloeisel de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden, die inhoudt dat alle decentrale overheden (provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen in de vorm van een openbaar lichaam) verplicht zijn om hun overtollige middelen aan te houden bij de schatkist van het Rijk. Daarbij geldt wel een drempelbedrag. 

Het drempelbedrag voor het verplicht schatkistbankieren is 2% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 1 miljoen. Gemiddeld mag een decentrale overheid dus maximaal het drempelbedrag buiten de schatkist hebben gehouden. De liquide middelen boven dit bedrag moeten dus verplicht afgestort worden in de schatkist.  In afwijking van dit bedrag heeft Woerden gekozen voor een drempelbedrag van € 250.000.

Het drempelbedrag voor de gemeente Woerden bij de BNG bedraagt voor het verslagjaar 2023 € 250.000.

Voor de middelen die bij 's Rijks schatkist worden aangehouden is het drempelbedrag € 3.100.000.

Bedragen x € 1.000
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Drempelbedrag schatkistbankieren 3.100 3.100 3.100 3.100
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 259 253 237 242
Ruimte onder het drempelbedrag 2.841 2.847 2.863 2.858
Overschrijding van het drempelbedrag - - - -

4. Financieringspositie

Terug naar navigatie - 4. Financieringspositie

De financieringsbehoefte van de gemeente wordt bepaald aan de hand van de liquiditeitsprognose. Op basis van de verwachte baten en lasten (kasstromen) wordt een schatting gemaakt van het verwachte liquiditeitsverloop. Voor een goede liquiditeitsplanning is vooral inzicht nodig in de financiële planning van grote projecten en investeringen. Wekelijks wordt de liquiditeitspositie bepaald waardoor snel ingespeeld kan worden op de financieringsbehoefte van de gemeente.

Het schuldrestant van de aangetrokken langlopende geldleningen bedraagt per 1-1-2023: € 208,5 miljoen en per 31-12-2023: € 195,8 miljoen. 

 

 

5. Risicobeheer

Terug naar navigatie - 5. Risicobeheer

Er wordt gestreefd naar het beheersen van risico’s. Onder risico’s wordt verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Koers- en valutarisico’s spelen in Woerden geen enkele rol. Transacties in vreemde valuta doen zich niet voor.

De gemeente Woerden neemt alleen deel in het aandelenvermogen van twee (semi)overheidsgerichte instellingen, namelijk Bank Nederlandse Gemeenten en Vitens. Dit aandelenbezit is echter niet gebaseerd op winstoogmerk c.q. speculatieve doeleinden. Het risico van deze aandelen vinden wij te verwaarlozen. De aandelen worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs. 

De afgelopen jaren heeft Vitens geen dividend uitgekeerd als gevolg van de lage WACC (=Weighted Average Cost of Capital) en het hoge investeringsniveau. Ook in 2023 is er geen dividend uitgekeerd. De solvabiliteit en het eigen vermogen van Vitens laten echter een goede ontwikkeling zien. De BNG heeft in 2023 € 308.000 aan dividend uitgekeerd. 

Onderstaande tabel geeft de boekwaarde van de aandelen en het ontvangen dividend in 2023:

Bedragen x € 1.000
Omschrijving Boekwaarde 1-1-2023 Dividenduitkering
Aandelen BNG 280 308
Aandelen Vitens 73 0
Totaal 352 308

De risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet tijdig na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij (kredietrisico) wordt in het treasurystatuut geregeld conform de eisen gesteld in de Wet Fido. Uit voorgaande blijkt dat de kredietrisico’s die de gemeente Woerden loopt over haar treasuryactiviteiten gering zijn.

De te beheersen renterisico’s op grond van de Wet Fido uiten zich concreet in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide instrumenten beogen de renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan de korte en lange schuld.

6. Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - 6. Kasgeldlimiet

Voor de financiering van activiteiten doen gemeenten een beroep op de kapitaalmarkt, voor zover financiering uit eigen middelen niet mogelijk is. In de Wet Fido zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie van de decentrale overheden.
De kasgeldlimiet is het maximumbedrag waarvoor kortlopende middelen mogen worden aangetrokken op de geldmarkt. Dit maximum bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal (primaire begroting) met een minimum van € 300.000 (art. 3 lid 2 Wet Fido).

Voor overschrijding van de kasgeldlimiet bestaat een meldplicht. Voor Woerden is de kasgeldlimiet € 13,7 miljoen. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de gemeente dit aan de toezichthouder melden. Daarbij dient te worden aangegeven wanneer weer aan deze limiet wordt voldaan. Zolang niet aan dit wettelijk criterium wordt voldaan moeten de gegevens over de vlottende schuld weer elk kwartaal naar de toezichthouder worden gestuurd. In 2023 zijn geen kasgeldleningen aangetrokken.

Bedrag Periode Rentepercentage Geldgever
In 2023 zijn geen kasgeldleningen opgenomen

7. Langlopende geldleningen

Terug naar navigatie - 7. Langlopende geldleningen

In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van het saldo van de langlopende geldleningen met gemiddeld rentepercentage.

Bedragen x € 1.000
Datum Saldo langlopende geldlening Gemiddeld rentepercentage Omslagpercentage
1-1-2004 33.286 4,96% 5,00%
1-1-2005 43.667 4,62% 4,75%
1-1-2006 51.202 4,46% 4,75%
1-1-2007 48.236 4,46% 4,75%
1-1-2008 53.269 4,42% 4,75%
1-1-2009 69.386 4,53% 4,50%
1-1-2010 65.573 4,53% 4,50%
1-1-2011 61.879 4,52% 4,25%
1-1-2012 70.525 4,43% 4,25%
1-1-2013 83.971 4,11% 3,75%
1-1-2014 83.659 3,92% 3,75%
1-1-2015 97.159 3,16% 3,75%
1-1-2016 88.418 3,52% 3,75%
1-1-2017 89.656 3,51% 3,75%
1-1-2018 94.872 3,22% 3,22%
1-1-2019 142.832 2,17% 2,20%
1-1-2020 146.826 2,04% 2,00%
1-1-2021 162.653 1,81% 1,50%
1-1-2022 166.594 1,44% 1,50%
1-1-2023 208.020 1,51% 1,50%
31-12-2023 193.840

In 2023 zijn geen nieuwe langlopende geldleningen aangetrokken.

In onderstaand overzicht worden de mutaties in de leningenportefeuille aangegeven voor 2023:

Bedragen x € 1.000
Mutaties leningportefeuille
Stand per 1 januari 2023 208.020
Bij: Opgenomen geldleningen 2023 0
Af: aflossingen in 2023 14.180
Stand per 31 december 2023 193.840

Het genoemde bedrag aan aflossingen betreft de reguliere aflossingen. Er zijn geen geldleningen met een mogelijkheid tot vervroegde aflossing.

 

Rentepercentage
Conform de vastgestelde uitgangspunten is in de jaarrekening 2023 uitgegaan van een renteomslagpercentage van 1,5% (grondbedrijf 1,04%). De rentelasten worden volledig toegerekend aan de diverse programma’s op basis van de boekwaarde van de investeringen.

Renterisiconorm
Het renterisico op de vaste schuld is de mate waarin het saldo van de rentelasten verandert doorwijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer. Om dit risico te beperken schrijft de wet voor dat herfinanciering jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal mag bedragen.

De renterisiconorm stelt dus een kader voor een zodanige opbouw van de leningenportefeuille van de gemeente, dat renterisico door renteaanpassing en herfinanciering zo veel mogelijk wordt voorkomen. Hierdoor kan in enig jaar niet een onevenredig groot deel van leningenportefeuille worden geherfinancierd, zodat het renterisico op de vaste schuld over de jaren gespreid wordt. Het percentage van de risiconorm wordt genomen van het begrotingstotaal. Daaronder wordt verstaan het totaal van de lasten op de begroting. De renterisiconorm geldt niet voor gemeenten met een vaste schuld die lager is dan het begrotingstotaal. Zij hoeven zich niet aan de 20%-norm te houden. Daarmee krijgen die gemeenten de vrijheid om de spreidingsduur van de financiering naar eigen inzicht aan te passen. Deze situatie is voor de gemeente Woerden niet van toepassing.

Indien eventueel wordt afgeweken van de renterisiconorm kan ontheffing worden verleend. Als bij afwijkingen de toezichthouder wordt geïnformeerd en ontheffing wordt verkregen, handelt de gemeente rechtmatig. Zoals gezegd is deze situatie niet van toepassing op de gemeente Woerden.

De afgesloten leningen van de laatste 10 jaar zijn in onderstaande tabel opgenomen: 

Bedragen x € 1.000
jaar bedrag rente
2014 10.000 2,06%
2014 10.000 1,61%
2016 10.000 0,75%
2017 15.000 1,47%
2018 10.000 -0,33%
2018 15.000 1,31%
2018 2.119 0%
2018 30.000 1,41%
2019 25.000 0,69%
2020 30.000 0,72%
2021 17.000 0,45%
2022 28.000 1,03%
2022 35.000 2,50%
2023 0 n.v.t.

8. Renteresultaat

Terug naar navigatie - 8. Renteresultaat

.

Bedragen x € 1.000
Werkelijk 2023
a1. externe rentelasten lange financiering 3.006
a2. externe rentelasten korte financiering -865
a3. rente spaargelden 27
b. rentebaten -4
totaal a+b 2.165
c1. rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 0
c2. rente projectfinanciering door te berekenen taakvelden 0
totaal c 0
Saldo door te berekenen externe rente (a+b+c) 2.165
d1. rente over reserves 798
d2. rente over voorzieningen 114
totaal d 912
e. aan taakvelden door te berekenen externe rente (a+b+c+d) 3.077
f. werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 4.136
Renteresultaat op treasury (f-e) 1.059

9. Verwachting

Terug naar navigatie - 9. Verwachting

De financieringskosten (en eventuele opbrengsten) voor een gemeente hangen af van de rentetarieven op de geld- en kapitaalmarkt. Het al dan niet aantrekken van langlopende geldleningen is afhankelijk van ontwikkelingen op het gebied van grondexploitatiegebieden en (grote) investeringen.
Eind 2022 is een geldlening van € 35 miljoen aangegaan voor de liquiditeitsbehoefte 2023. In 2023 zijn geen leningen aangetrokken. 

De rente is de afgelopen jaren gedaald tot een historisch laagterecord in 2021, waarbij de rente zelfs negatief is geweest. In de tweede helft van 2021 begon de rente te stijgen en in 2022 is de rentestijging fors geweest. De tienjaarsrente bij de BNG-bank schommelde in 2023 tussen 2,8% en 3,9% (gemiddeld 3,5%). Als gevolg van de gestegen rente zal ook het gemiddelde rentepercentage op de leningportefeuille van gemeente Woerden gaan toenemen. Dit heeft grote gevolgen voor de rentelasten van nieuwe leningen, die hoger zullen liggen dan het percentage van de huidige rekenrente (1,5%). Dit heeft de komende jaren een negatief effect op de rentelasten die wij als gemeente moeten betalen. Omdat de inflatie inmiddels rond de ECB-doelstelling van 2% ligt, is de verwachting dat de rente de komende tijd stabiel blijft of licht gaat dalen.