In het jaar 2023 is in de organisatie van de gemeente veel gebeurd. We hebben geconstateerd dat de ambities niet in lijn zijn met de ambtelijke capaciteit. En de meerjarenbegroting laat zien dat we de komende jaren op grote tekorten afkoersen, met name veroorzaakt door de lagere rijksbijdrage vanaf 2026; inmiddels bekend als het 'ravijnjaar'
De eerste stappen zijn gezet om de organisatie verder te versterken, met name als het gaat om ondersteunende dienstverlening bij bijvoorbeeld P&O, maar ook om de span-of-control van het management te verkleinen omdat deze in sommige teams ongezond hoog was. In 2024 gaan we hier nog meer stappen in zetten, hiervoor is in de begroting 2024 € 2 miljoen opgenomen.
De krapte op de arbeidsmarkt heeft ook in 2023 de ambtelijke capaciteit nog onder druk gezet. Wel zijn we er in geslaagd om het aantal openstaande vacatures te verkleinen doordat de instroom hoger is dan de uitstroom. Tegelijkertijd zien we dat we nog steeds voor veel vacatures een beroep moeten doen op externe inhuur. De grote ambities die we hadden zijn mede hierdoor dan ook niet altijd tot uitvoering gekomen. Met het niet realiseren van die ambities is ook het geld dat ervoor begroot was niet allemaal uitgegeven.
Al met al levert dat voor 2023 onder aan de streep een ruim positief resultaat. De jaarrekening sluit met een positief saldo van € 7,4 miljoen. Bij de najaarsnota 2023 was een tekort voorzien van € 0,7 miljoen.
Een aantal specifieke posten die het verschil verklaren:
- Hogere inkomsten algemene uitkering € 558.000
- Niet uitgegeven stelposten € 419.000
- Lagere uitgaven in de openbare ruimte € 1.961.000 (o.a. openbare verlichting, uitrol glasvezel, lagere energiekosten, baggeren, laadpalen en hogere opbrengst afvalinzameling en afvalstoffenheffing).
- Lagere uitgaven in het sociaal domein € 4.656.000 (o.a. Oekraïne, Ferm Werk (energietoeslag) en Wmo).
- Lagere uitgaven klimaatakkoord € 532.000
- Lagere uitgaven ruimtelijke ontwikkeling en wonen € 825.000 (o.a. omgevingswet, hogere baten vergunningen).
- Vrijval van de voorziening wethouderspensioenen / wachtgelden, m.n. door hogere rekenrente € 407.000
- Hogere kosten voor jeugdzorg € 1.580.000 nadeel
Het voorstel is om van dit positieve resultaat een bedrag van € 1.981.000 over te hevelen naar 2024 om alsnog activiteiten te kunnen uitvoeren die in 2023 gepland waren maar niet zijn uitgevoerd. Het restant stellen we voor om te storten in de algemene reserve om de schuldpositie van de gemeente hiermee niet verder te belasten.
Voor gedetailleerde verklaringen van diverse kostenposten wordt verwezen naar de teksten van de programma's en de paragrafen.
Schuldquote
De netto schuldquote komt over 2023 uit op 102%. Dit is fors lager dan de 152% die geprognosticeerd was in de begroting 2023. De netto schuld is lager uitgekomen dan begroot, terwijl de baten juist hoger uit zijn gekomen dan begroot.
De lagere schuld wordt voornamelijk verklaard door:
- Het doorschuiven van een investeringen naar latere jaren, waardoor er sprake is van een 'boeggolf'
- Hogere toevoegingen aan de algemene reserve en de bestemmingsreserves, vanuit positieve jaarrekeningresultaten 2022 en 2023
- Lagere boekwaarde van de grondexploitaties doordat uitgaven later vallen danwel inkomsten eerder zijn gerealiseerd.
- De baten zijn in 2022 ongeveer € 17 miljoen hoger dan begroot (ongeveer 10% schuldquote).
Gezien het incidentele karakter van een groot deel van de extra baten heeft dit geen structureel effect op een lagere schuldquote. Ook door het toekomstige investeringsprogramma, waaronder de genoemde 'boeggolf' is de verwachting dat de schuldquote de komende jaren wel weer verder zal oplopen. De lage feitelijke schuldquote in deze jaarrekening is dan ook nog geen reden om de aandacht voor de schuld van de gemeente te verminderen. In 2023 hebben wij dan ook de start gemaakt met het traject 'Investeringen in Balans', wat in 2024 verder uitgewerkt wordt in concrete maatregelen voor de kadernota en begroting 2025
Overige financiële kengetallen
De solvabiliteit is verbeterd. Deze komt uit op 26% en zit hiermee boven de minimale grenswaarde van 20%, dit is dus een positieve ontwikkeling. De overige financiële kengetallen bevinden zich op of rond een niveau dat door de provincie als 'neutraal' wordt gekwalificeerd. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt aan de hand van deze indicatoren verdere duiding gegeven aan de financiële vermogenspositie van de gemeente Woerden.