Paragraaf 3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - 1. Wat is het doel van deze paragraaf?

De financiële positie van een gemeente bestaat uit de exploitatie en het eigen vermogen. Het niet geoormerkte vermogen (= de beschikbare weerstandscapaciteit) is van belang om te bepalen of de gemeente financieel gezond is, wat mede afhankelijk is van het risicoprofiel.

Voor het beoordelen van de financiële positie is daarom inzicht nodig in de omvang en achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft inzicht in het vermogen van de gemeente Woerden om niet gedekte risico’s op te vangen.

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Wettelijk kader
De gemeente heeft voor wat betreft het weerstandsvermogen en risicobeheersing met een aantal wetten en toezichthoudende partijen te maken: Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), Rijk, provincie Utrecht en accountant. De informatie in deze paragraaf is vooral gebaseerd op het BBV. Hierin staat dat in deze paragraaf een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, een inventarisatie van de risico's en het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s moet worden opgenomen.

Gemeentelijk beleid
Hoe we omgaan met risico’s en de bepaling en aanwending van het weerstandsvermogen hebben we vastgelegd in de nota Financiële Sturing (FS). Veel van het onderstaande is terug te leiden tot de afspraken die daarin staan. Ons beleid is erop gericht om goed zicht te hebben op de risico’s die het behalen van onze doelstellingen in de weg kunnen staan. De risico’s die we onderkennen, worden geanalyseerd en afhankelijk van het type risico worden beheersmaatregelen opgesteld en uitgevoerd. Dit proces is cyclisch opgebouwd en maakt onderdeel uit van ons planning-en-controlinstrumentarium.
Omtrent de aanwending van de weerstandscapaciteit bepaalt ons beleid:

  • Voor zover mogelijk treffen we maatregelen ter beperking van de schade.
  • Voor zover de schade niet kan worden beperkt, analyseren we in hoeverre de kosten kunnen worden betaald uit de daarvoor bedoelde programmabudgetten. Dit geldt ook voor de kosten die verbonden zijn aan het treffen van de maatregelen.
  • Als dat niet mogelijk of bestuurlijk ongewenst is, wordt een beroep gedaan op de aanwezige weerstandscapaciteit.

3. Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 3. Beschikbare weerstandscapaciteit

Zoals er sprake is van incidentele en structurele risico’s, is er ook sprake van incidentele en structurele weerstandscapaciteit. In onderstaande tabel is opgenomen welke onderdelen kunnen worden onderscheiden binnen onze gemeente en in hoeverre deze structureel of incidenteel zijn.

Conclusie op basis van dit overzicht is dat er aanmerkelijk meer incidentele dan structurele risicodekking is. Dit is geen probleem. Bij de kwantificering van de risico’s wordt hier rekening mee gehouden door structurele risico’s dubbel te laten meetellen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat binnen een tijdsbestek van drie tot vier jaar een structureel risico kan worden opgevangen, waarbij in het eerste jaar de impact 100% bedraagt, in het tweede jaar 75%, in het derde jaar 25% en in het vierde jaar 0%.

Bedragen x € 1.000 Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2019 Begroting 2020
Algemene reserve incidenteel 23.915 24.694 28.462 25.291
Stille reserves incidenteel - - - -
Onbenutte belastingcapaciteit structureel 3.253 3.253 3.867 3.937
Onvoorzien structureel 26 26 26 26
Totaal (excl. onbenutte belastingcapaciteit) 23.941 24.720 28.488 25.317
Totaal (incl. onbenutte belastingcapaciteit) 27.194 27.973 32.355 29.254

Op de tabel is de volgende toelichting te geven:

  • Algemene reserve. De incidentele weerstandscapaciteit van de gemeente Woerden wordt hoofdzakelijk gevormd door de algemene reserve. Andere reserves worden niet meegerekend, omdat hiervoor een bestemming in de begroting is opgenomen.
  • Stille reserves. De stille reserves van de gemeente Woerden worden vanwege hun speculatieve karakter op 0 gewaardeerd.
  • Post onvoorzien. Ter dekking van onvoorziene begrotingsuitgaven in de loop van het jaar is in de begroting een budget onvoorzien opgenomen. Dit budget is gebaseerd op een norm van € 0,50 per inwoner.
  • Onbenutte belastingcapaciteit. Deze indicator geeft aan in welke mate wij risico's op kunnen vangen door belastingen te verhogen en zo dus de inkomsten te verhogen. Daarbij maken wij gebruik van de zogenoemde artikel 12-norm. Dit is de norm die het Rijk aangeeft tot welk bedrag de OZB kan worden verhoogd op het moment dat een gemeente in financiële problemen komt. De berekening ziet er als volgt uit:

 

Baten begroting 2021 Tarief OZB Totale WOZ-waarde
Eigenaren woningen 8.437 0,1202% 7.019.135
Eigenaren niet-woningen 3.084 0,2873% 1.073.442
Gebruikers niet-woningen 1.897 0,1932% 981.884
Totale baten 13.418 9.074.461
Art.12-norm 0,1809%
Maximale baten (0,1809% x totale WOZ-waarde) 16.416
Onderdekking rioolheffing 54
Onderdekking afvalstoffenheffing 201
Onbenutte ruimte (maximale-totale baten) 3.253

4. Risico’s

Terug naar navigatie - 4. Risico’s

Onderstaande tabel bevat een overzicht van de risico’s die na toepassing van de beheersmaatregelen een financieel (rest)risico van € 100.000 of meer laten zien en waarvoor geen voorziening of vereveningsreserve in het leven is geroepen. Het overzicht toont 13 van de in totaal 41 geïnventariseerde risico’s. Deze risico’s vertegenwoordigen in euro’s uitgedrukt 74% van het totaal aan risico’s. Wij presenteren (conform de nota Financiële Sturing) alleen de risico’s van € 100.000 of meer, om focus te houden op de risico’s die substantieel van aard zijn. De risico’s kleiner dan € 100.000 zijn als totaalregel onderaan de tabel opgenomen.

In algemene zin is het risicoprofiel iets toegenomen. Dit wordt voornamelijk verklaard doordat we de afgelopen jaren steeds te maken met stijgende zorgkosten, maar ook met bijvoorbeeld stijgende kosten in het ruimtelijk domein. Ook de effecten van de coronacrisis zorgt voor een hoger benodigd weerstandsvermogen, zowel door directe coronakosten als via een hoger risico dat garantiestellingen worden aangesproken of leningen niet worden terugbetaald.

Anderzijds hebben we voor een aantal risico's het risicoprofiel verlaagd, daar waar we constateren dat er al afdoende beheersingsmaatregelen zijn getroffen, dan wel dat er geen sprake is van een financieel risico.

Pro-gram-ma Omschrijving Toelichting Beheersmaatregel Maat-regel uitge-voerd Impact Kans I/S * Kans x omvang (in €)
6 Grond-exploitaties Binnen de grondexploitaties bestaat het risico's op o.a. kostenstijgingen, lagere opbrengsten en langere exploitatieperiodes. In het MPG (Meerjarenperspectief Grondbedrijf) zijn deze risico's via een Monte Carlo simulatie berekend. Projectbeheersing van de grondexploitaties, sturing op de (financiële) uitkomst. Ja 5.200.000
2 IBOR - Riolering De prijsstijging in de sector Grond-, Weg- en Waterbouw is al jaren hoger dan de indexatie die op de gemeentebegroting wordt toegepast. Tevens zijn budgetten IBOR bij de Strategische Heroriëntatie verlaagd. Hierdoor kunnen minder activiteiten worden uitgevoerd. Hiermee komen (wettelijke) taken van R&B onder druk te staan. Gevolgen van imago schade tot juridische aansprakelijkheid. Overschrijding voor producten waar lopende contracten met landelijke indexen zijn voorgeschreven of waar wettelijke zorgplicht dwingt tot ingrijpen ook als het budget niet toereikend is. In de voorjaarsrapportage het verschil tussen de gemeente-index en landelijke index corrigeren. Ja 1.250.000 75% S 1.875.000
3 Maatwerk jeugd Toenemende kosten jeugdzorg Doordat jeugdzorgtaken ‘open einde regelingen’ zijn, is geen zekerheid te krijgen en geen grens te stellen aan het aantal aanvragen voor ondersteuning. Een specifieke oorzaak voor dit risico is dat andere organisaties dan de gemeenten (mn SAVE en de huisartsen) jeugdigen kunnen indiceren voor hulpverlening. Invoering van casemanagement en zorg op maat tegen zakelijke insteek. Doorontwikkelen van prognosemodel. Ja 1.750.000 50% S 1.750.000
3 WMO Toenemende kosten door vergrijzing Prognose van de VNG is stijging van 7% per jaar. Dit wordt veroorzaakt door vergrijzing, maar ook de aanzuigende werking door het abonnementstarief. Mogelijke maatregel in het volume van de verstrekking, aantal uur per week dat Huishoudelijke hulp verstrekt wordt. Onderzoeken welke ruimte de wet biedt. Andere maatregelen onderzoeken met sociaal team. Nee 1.750.000 50% S 1.750.000
Alle Corona De coronasituatie leidt tot verlies van inkomsten (o.a. parkeren, leges) en hogere uitgaven voor o.a. ondersteuning van maatschappelijke instellingen, zoals culturele instellingen en sportaccommodaties (bijv. WoerdenSport). Het risico bestaat dat niet voldoende middelen beschikbaar worden gesteld door het Rijk. Continue monitoring van de extra coronakosten in relatie tot rijksbijdragen. Ja 2.000.000 50% I 1.000.000
2 IBOR - Openbare verlichting (OVL) Het verlichtingsareaal is sterk verouderd en de constructieve veiligheid is niet inzichtelijk. Lichtmasten ouder dan 40 jaar worden op sterkte gemeten o.b.v. een zgn.. rotatiemeting. Op basis van inspectie wordt een vervangingsprogramma voor geheel OVL-areaal opgesteld en daarna uitgevoerd. Nee 1.000.000 75% I 750.000
3 Maatwerk jeugd In 2019, 2020 en 2021 ontvangen wij een extra rijksbijdrage voor jeugd. Voor 2022 en 2023 zijn deze middelen niet toegezegd, maar de toezichthouder staat wel toe dat gemeenten voor deze jaren een stelpost opnemen. Het risico bestaat dat wij in deze jaren geen extra gelden ontvangen. - Nee 800.000 75% I 600.000
3 Werk en inkomen Doordat de door de gemeente uitgevoerde taken op het gebied van werk & inkomen ‘open einde regelingen’ zijn, is geen zekerheid te krijgen en geen grens te stellen aan het aantal aanvragen om voor een uitkering in aanmerking te komen. Daarnaast wordt begroot op basis van een BUIG-budget dat wij van het rijk ontvangen in april van het voorgaande jaar. Dit wordt nadien nog 3x bijgesteld tot het definitieve bedrag. Dit kan zowel positief als negatief uitvallen. * Adequaat begroten door zowel Ferm Werk als gemeente * juiste ervaringscijfers genereren * prognoses opstellen * juiste informatie verwerven over arbeidsmarktontwikkelingen en instroom statushouders * actuele budgetoverzichten bijhouden * krachtige inzet op uitstroombeleid via prestatieafspraken en de opgaven werk & inkomen en integratie statushouders * scherpe analyse van de kwartaalrapportages van FermWerk Ja 600.000 50% S 600.000
7 Leningen / Garantiestellingen De gemeente staat garant voor leningen aan instellingen met een maatschappelijk belang. Uitstaande leningen worden mogelijk niet terugbetaald of uitstaande garanties worden aangesproken doordat de betreffende partij in financiële problemen komt. Een groot deel van de garantstellingen heeft betrekking op leningen aan woningcorporaties die via het WSW worden geborgd. Als gemeente hebben wij hierbij een achtervangpositie. Nee 10.000.000 5% I 500.000
1 Personeel en Organisatie Kwalitatieve en/of kwantitatieve mismatch tussen gevraagde omvang en competenties van de formatie ten opzichte van de aanwezige omvang en competenties. Ook ziekteverzuim, mede door de coronasituatie leidt tot hogere uitval van medewerkers. Dit kan ook leiden tot hoge kosten voor inhuur. Constante aandacht van het management voor omvang en de kwaliteit van de formatie en sturing op inhuur. Opleidingsmogelijkheden bieden, zoals via de Groene Hart academie. Ja 400.000 50% S 400.000
1 Continuïteit ICT-voorzieningen Externe aanvallen (hacking / DDOS-aanvallen), stroomstoringen. ICT-architectuur is kwetsbaar met als gevolg een instabiele of niet werkende netwerkomgeving. Continuïteit van dienstverlening en werkprocessen komt hiermee in gevaar. 1. Aandacht voor gevaren van bv. phishingmails in de organisatie. 2. Uitwijkmogelijkheden inrichten 3. Analyse van ICT-architectuur 4. Meer samenwerken in plaats van zelf ontwikkelen. 5. Crisisplan schrijven en oefenen crisis. 6. Aanpakken kwetsbaarheden. Ja 750.000 50% I 375.000
4 Onderwijshuisvesting De gemeente heeft een wettelijke financiële taak ten aanzien van het herstel van constructiefouten in schoolgebouwen. Als bij de bouw van nieuwe schoolgebouwen sprake is van constructiefouten kan dit (financiële) consequenties voor de gemeente hebben. Indien een aanvraag wordt ingediend om vergoeding van de herstelkosten van de constructiefouten: onderzoek naar de vraag of er inderdaad sprake is van constructiefouten. Daarnaast onderzoek naar de verhaalbaarheid van de kosten op aannemer, architect en/of eventuele rechtsopvolgers. Ook onderzoek naar de rol en de verantwoordelijkheid van de school als bouwheer en van de rol van de gemeente. Nee 1.000.000 25% I 250.000
1 Privacy Datalek, zoals bedoeld in de AVG. Hiervoor kunnen boetes opgelegd worden door de Autoriteit Persoonsgegevens Technische maatregelen, verhogen bewustzijn en aanstelling van een Functionaris Gegevensbeheer. Ja 1.000.000 25% I 250.000
6 Legesopbrengsten Teruglopende bouwactiviteiten of uitstel van projecten kunnen leiden tot lagere opbrengsten van bouwleges. Nee 200.000 75% I 150.000
2 Verkeersmaatregelen Draagvlak voor maatregelen ontbreekt (bij omwonenden of politiek), dan wel de bodemgesteldheid zorgt voor langere doorlooptijd, juridische procedures en extra kosten. Adequate projectbeheersing met veel aandacht voor communicatie met de omgeving. Nee 400.000 25% I 100.000
Subtotaal risico’s groter dan of gelijk aan € 100.000 € 15.550.000
Subtotaal risico’s kleiner dan € 100.000 € 1.000.000
Totaal risico’s € 16.550.000

5. Niet kwantificeerbare risico’s

Terug naar navigatie - 5. Niet kwantificeerbare risico’s

Niet alle risico’s zijn in een geldswaarde uit te drukken. Dat wil niet zeggen dat dergelijke niet kwantificeerbare risico’s geen schade aan de gemeente kunnen berokkenen. Hier moet met name gedacht worden aan gebeurtenissen die imagoschade tot gevolg hebben. Het spreekt voor zich dat dergelijke risico’s om beheersmaatregelen vragen en een plek in deze paragraaf verdienen, wanneer de impact ervan groot kan zijn. Dit betreft bijvoorbeeld:

  • Juridische risico's / aansprakelijkheidsstelling
  • Gewenste maatschappelijke effecten van het beleid worden niet bereikt
  • Frauderisico's en integriteitsrisico's.

 

6. Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - 6. Weerstandsvermogen

Het totaalbedrag aan kwantificeerbare risico’s bedraagt € 16.550.000. Het is te verwachten dat het jaarlijkse totaal berekende bedrag aan risico’s fluctueert. In de nota Financiële Sturing is een bandbreedte afgesproken. Die bandbreedte is:

  • minimaal de totale netto waarde van de geïnventariseerde (rest)risico’s (dit zijn de risico’s waarvoor geen voorziening of vereveningsreserve in het leven is geroepen) en
  • maximaal de totale netto waarde van de geïnventariseerde (rest)risico’s maal een onzekerheidsfactor van 1,43. Deze onzekerheidsfactor gaat ervan uit dat de geïnventariseerde (rest)risico’s 70% van de totale risico’s vormen.

Wij streven naar een weerstandsvermogen van 1,4 t.o.v. de geïdentificeerde netto risico's die niet worden gedekt door bestemmingsreserves of voorzieningen.

Algemene uitkering
In de meicirculaire 2019 is voor 2019 € 400 miljoen en voor 2020 en 2021 € 300 miljoen toegevoegd voor jeugdhulpbudget. Dit komt voor Woerden neer in 2020 en 2021 op € 788.000. De provincie Utrecht als toezichthouder heeft meegedeeld dat de gemeenten voor de jaren 2022 en 2023 een stelpost mogen opnemen gelijk aan het bedrag van 2021. Woerden heeft derhalve € 800.000 opgenomen als stelpost. Voorwaarde van de provincie hierbij is dat dit als risico wordt benoemd in de risicoparagraaf en meeweegt in de berekening van het weerstandsvermogen voor de jaren 2022 en 2023.

De verhouding tussen de risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit binnen de afgesproken bandbreedte ziet er als volgt uit:

Bedragen * € 1.000 Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2019 Begroting 2020
Beschikbare weerstandscapaciteit (excl. onbenutte belastingcapaciteit) 23.941 24.720 28.488 25.317
Beschikbare weerstandscapaciteit (incl. onbenutte belastingcapaciteit) 27.194 27.973 32.355 29.254
Ondergrens benodigde weerstandscapaciteit 16.550 10.706 9.218 5.261
Bovengrens benodigde weerstandscapaciteit (risico's x 1,43%) 23.667 15.310 13.182 7.523
Weerstandsvermogen (excl. onbenutte belastingcapaciteit) 1,4 2,3 3,1 4,8
Weerstandsvermogen (incl. onbenutte belastingcapaciteit) 1,6 2,6 3,5 5,6

Uit de tabel blijkt dat er ook bij het opstellen van de jaarrekening voor de risico’s voldoende dekking is vanuit de beschikbare weerstandscapaciteit, gemeten naar de huidige afspraken omtrent de bandbreedte. Het weerstandsvermogen bedraagt 1,6 (incl. onbenutte belastingcapaciteit) en 1,4 (excl. onbenutte belastingcapaciteit). Dit is (net) boven de gewenste 1,4.

7. Kengetallen

Terug naar navigatie - 7. Kengetallen

Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans. Zij kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van een gemeente. Daarom schrijft het Besluit begroting en verantwoording (BBV) voor dat de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing de volgende kengetallen bevat:

a. 1) netto schuldquote en 2) de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
b. solvabiliteitsratio
c. grondexploitatie
d. structurele exploitatieruimte
e. belastingcapaciteit

 

Kengetal Rekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2019 Begroting 2020
a1. netto schuldquote 130% 151% 129% 159%
a2. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 128% 150% 127% 157%
b. solvabiliteitsratio 22% 20% 25% 23%
c. grondexploitatie -5,2% -1,6% -8,7% -3,8%
d. structurele exploitatieruimte 0,8% -0,3% 0,0% -1,1%
e. belastingcapaciteit 100% 114% 97% 106%

 

Aan de kengetallen zijn door de toezichthouder geen normen verbonden, maar ze hebben wel een signaleringswaarde. Deze signaleringswaarden zijn als volgt:

Signaleringswaarden Minste risico Neutraal Meeste risico
a1. netto schuldquote < 90% 90 - 130% > 130%
a2. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen < 90% 90 - 130% > 130%
b. solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
c. grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35%
d. structurele exploitatieruimte > 0% 0% < 0%
e. belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%

 

De kengetallen geven inzicht in de (ontwikkeling van de) financiële positie van de gemeente. Ze maken onder meer inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Daarnaast geven ze inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente. Hieronder wordt per kengetal uitgelegd welke verhouding wordt uitgedrukt en hoe het desbetreffende kengetal zich ontwikkelt.

a. netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de financiële positie drukken. De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130%. Wanneer de netto schuld groter is dan 130% van de inkomsten, is sprake van een erg hoge schuld.

Doordat de totale gerealiseerde baten (€ 142 mln.) ruim hoger zijn dan de begrote baten (€ 122 mln.) heeft dit een gunstig effect op deze ratio ten opzichte van de begroting. Deze hogere baten worden met name verklaard door ontvangen coronabijdragen vanuit het rijk, waaronder ook de Tozo-regeling. Daarnaast werden in de begroting grondexploitaties gesaldeerd weergegeven. In de jaarrekening worden kosten en opbrengsten op basis van de BBV-voorschriften niet gesaldeerd, waardoor de totale baten hoger worden dan begroot. Dit heeft een gunstig effect op de netto schuldquote.

b. solvabiliteitsratio
Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Bij een solvabiliteitsratio lager dan 20% (signaalwaarde) heeft een gemeente haar bezit zwaar belast met een schuld. 

c. grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde van de in exploitatie genomen bouwgronden) is ten opzichte van de totale jaarlijkse baten. Het geeft aan of een gemeente veel geld heeft geïnvesteerd in haar grondexploitatie. Dit geld moet namelijk nog worden terugverdiend vanuit grondverkopen. Een grondexploitatie van 20% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar. 

d. structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan in welke mate de structurele lasten van de gemeente worden gedekt door structurele baten. Een kengetal van 0% of hoger geeft aan dat er sprake is van een structureel sluitende begroting. Wanneer dit kengetal negatief is, betekent het dat het structurele deel van de baten in de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen. 

e. Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Als dit percentage laag is, betekent het dat de gemeente in principe nog meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. Of dit wel of niet gebeurt, is een politieke beleidskeuze. Een kengetal boven de 100% kan een indicatie geven van de mate waarin de gemeente voor het structureel kunnen dekken van de begroting afhankelijk is van de eigen belastingbaten. Dit is echter niet alleen bepalend. Met name de eventueel nog beschikbare ruimte in de onbenutte OZB-belastingcapaciteit geeft aan of er nog ruimte is voor verhoging van de OZB-baten.