Paragraaf 2 Verbonden partijen

1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - 1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. Kernvragen blijven steeds of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden.

Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de rekening aandacht wordt besteed aan rechtspersonen waarmee de gemeente een band heeft. Deze paragraaf geeft dan ook per verbonden partij informatie over de verbonden partijen en de bestuurlijke doelstelling die via de verbonden partij wordt gerealiseerd.

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij op basis van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Er is sprake van een verbonden partij als de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er goede bestuurders in het bestuur van de verbonden partij terechtkomen. Ook een stichting waarin bijvoorbeeld de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt – is volgens deze definitie geen verbonden partij.

Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dat wanneer een verbonden partij failliet gaat de deelnemers in deze verbonden partij voor extra kosten komen te staan. Uit bovenstaande blijkt tevens dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

 

Met deze paragraaf voldoen wij aan onze wettelijke plicht (Besluit Begroting en Verantwoording) om per verbonden partij inzicht te geven in de volgende onderwerpen:

• de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten
• de visie van de raad op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen zoals die zijn opgenomen in de programma’s van de begroting
• de beleidsvoornemens over verbonden partijen
• de naam en de vestigingsplaats; het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd; de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar; het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; het resultaat van de verbonden partij

Aanvullend hierop, op grond van de ‘Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Woerden’, staat in deze paragraaf informatie ten aanzien van beëindigde, nieuwe of (gewijzigde) bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij verbonden partijen.
De kaders voor de verbonden partijen zijn vastgesteld in de nota Verbonden partijen.

3. Verbonden partijen per programma

Terug naar navigatie - 3. Verbonden partijen per programma

De gemeente Woerden heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen. Onderstaande partijen worden per programma toegelicht:

Gemeenschappelijke regelingen

  • Veiligheidsregio Utrecht
  • Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
  • Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
  • Recreatieschap Stichtse Groenlanden
  • Ferm Werk
  • Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
  • Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
  • U10 (strikt genomen geen verbonden partij maar een netwerksamenwerking)

Vennootschappen en coöperaties

  • Coöperatie ParkeerService U.A.
  • Bank Nederlandse Gemeenten
  • Vitens

Stichtingen en verenigingen

  • Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

Gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Doel

Dit betreft een verplichte gemeenschappelijke regeling vanuit de Wet Veiligheidsregio’s. Het doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening en openbare orde en veiligheid. Geen enkele gemeentelijke organisatie is in staat om deze taken geheel op eigen kracht te vervullen.
Regionale samenwerking en bundeling van ambtelijke capaciteit is absoluut noodzakelijk.

Veiligheid houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Bestuurlijke afspraken over prioriteiten en inzet worden op regionaal niveau gemaakt via de Veiligheidsregio Utrecht of het Regionaal College van de politie.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De Veiligheidsregio bestaat uit een samenwerking tussen de brandweer, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), de gemeenschappelijke meldkamer Utrecht (GMU) en 26 Utrechtse gemeenten.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid: burgemeester V.J.H. Molkenboer
Plaatsvervangend lid: wethouder A. Noorthoek
Financieel Saldo van baten en lasten 2019 € 3.365.000, na mutaties reserves € 2.572.000 (jaarrekening 2020 nog niet definitief)
Bijdrage

Begroting 2020 : € 3.007.217
Werkelijk 2020 : € 3.038.726

Begroting 2021 : € 3.112.000

De bijdrage aan de VRU staat voor 90% geraamd bij taakveld 1.1 crisisbeheersing en voor 10% bij taakveld 8.3 wonen en bouwen.
Bovenstaande bedragen zijn inclusief de bijdrage voor de Meldkamer Ambulancezorg (MKA).

Eigen vermogen

Begin 2019   € 9.684.000 (jaarrekening 2020 nog niet definitief, de meest recente informatie is opgenomen)

Eind 2019 € 13.081.000 (jaarrekening 2020 nog niet definitief, de meest recente informatie is opgenomen)

Vreemd vermogen

Begin 2019 € 49.428.000 (jaarrekening 2020 nog niet definitief, de meest recente informatie is opgenomen)

Eind 2019 € 44.366.000 (jaarrekening 2020 nog niet definitief, de meest recente informatie is opgenomen)

Financiële ontwikkeling

In 2020 hebben zich geen significante financiële effecten voorgedaan. De hoogte van de algemene bijdragen is bepaald volgens de criteria van het gemeentefonds.

Inhoudelijke ontwikkeling

De Veiligheidsregio Utrecht houdt zich met ingang van 2020 met o.a. de volgende werkzaamheden bezig:
• De VRU heeft de risico’s in de regio in beeld en vastgelegd in het risicoprofiel. De informatie wordt met in- en externe partners gedeeld via:

- regionaal risicoprofiel;
- provinciale risicokaart;
- brandrisicoprofiel;
- (Gemeentelijke) Integrale Veiligheidsplannen.

• De VRU adviseert het bevoegd gezag om onveilige situaties te voorkomen en/of te beperken, met betrekking tot:

- ruimtelijke ordening & externe veiligheid (incl. overstromingsrisico’s);
- bouwen;
- brandveilig gebruik van gebouwen en bouwwerken;
- milieu;
- evenementen.

• De VRU houdt risicogericht toezicht op (brand)veiligheid in bestaande bouw en bij evenementen en adviseren het bevoegd gezag over te nemen maatregelen.
• De VRU wil met stimulerende preventie de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten.
• De VRU zorgt voor goed voorbereide en opgeleide brandweermensen die de beschikking hebben over voldoende materieel en materiaal voor de uitvoering van hun taak.
• De VRU onderhoudt een aantal specialismen waaronder waterongevallen, rietkapbrandbestrijding, natuurbrandbestrijding en technische hulpverlening.
• Op het gebied van Bevolkingszorg beheert de VRU de regionale piketten.
• De VRU zorgt er voor dat piketfunctionarissen uitgebreid opgeleid, geoefend en getraind worden . Hoe dit uitgevoerd wordt, is vastgelegd in het Beleidsplan Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO).
• De VRU adviseert de gemeenten over de optimale inrichting van hun crisisorganisatie. Voor de lokale functionarissen verzorgt de VRU ook het totale opleiding, training en oefentraject.
• De VRU volgt met het veiligheidsinformatiecentrum (VIC) de ontwikkelingen van risico’s in onze regio, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een ramp of crisis.
• De VRU coördineert en organiseert geneeskundige hulp aan slachtoffers bij een ramp of crisis. In de voorbereidende fase valt hieronder ook het op geneeskundig vlak adviseren bij evenementen.
• De VRU adviseert het openbaar bestuur en organisaties die een rol hebben in geneeskundige hulpverlening over te nemen maatregelen.
• De VRU organiseert crisisoefeningen met zorgverleners, brandweer, gemeenten en politie zodat de hulpverlening goed op elkaar aansluit.
• De VRU stelt de wettelijke verplichte incidentbestrijdingsplannen op of actualiseert deze.
• De VRU evalueert GRIP-incidenten conform het evaluatiebeleid van de VRU.
• De VRU beschikt over actuele aanvals- en/of bereikbaarheidskaarten voor risicovolle en kwetsbare objecten.
• De VRU draagt zorg voor de continuïteit van de meldkamerfunctie in aanloop naar de samenvoeging, onder meer door harmonisatie van de meldkamerprocessen.
• De VRU gaat verder met het verder terugdringen van de nodeloze meldingen via de brandmeldinstallatie. De VRU zet in op een combinatie van voorlichting, toezicht & handhaving en verificatie van de melding.
• Op het gebied van organisatieontwikkeling zal de VRU zich onder andere bezig houden met het ontwikkelen van accountmanagement, harmonisatie rechtspositie en loketgericht werken
• De VRU voert een aantal taken op het gebied van onderhoud en exploitatie van de brandweerkazernes uit. De pakketten operationeel onderhoud, schoonmaak en ARBO & veiligheid neemt de gemeente af bij de VRU.

Risico’s

 

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
Doel Uitvoering Archiefwetgeving en het beheer van historische archieven en collecties en beschikbaarstelling ervan aan burgers en organisatie. Op grond van de Archiefwet-1995 moeten besturen van overheden ervoor zorg dragen dat hun archieven in goede en geordende en toegankelijke staat verkeren. Op grond van diezelfde wet dienen overheidsarchieven van 20 jaar en ouder worden overgebracht naar het statisch archief (in Woerden het RHC). Hierbij verandert de status van deze archieven in principe naar openbaar en zijn ze voor iedereen kosteloos te raadplegen. Ook is het RHC belast met het wettelijk toezicht op het gemeentelijk beheer van nog niet overgebrachte archieven. In het kader van de Wet revitalisering generiek toezicht is een groot deel van de inspectietaak van de provincie (toezicht op de zorg) enige jaren geleden overgedragen aan het RHC.
Bestuurlijk belang / betrokkenen Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : burgemeester V.J.H. Molkenboer
Plaatsvervangend lid : wethouder A. Noorthoek
    Bijdragen

Inwonerbijdrage: is gebaseerd op het inwoneraantal (salarissen en overige kantoorkosten) en het beheerde aantal meters (m) archief (depotkosten).
Aantal m van Woerden bedraagt 1.441.
Bijdrage per inwoner € 3,6079 en bijdrage per m € 27,79.

Begroting 2020: € 251.387
Werkelijk 2020: € 229.206
Begroting 2021: € 256.773

    Eigen vermogen nihil
    Vreemd vermogen n.v.t.
Financiële ontwikkeling

In het voorjaar 2019 heeft het RHC zijn intrek genomen in de gerenoveerde en deels nieuwe huisvesting in het gemeentehuis van Woerden. Daar beschikt het RHC over een plaatsingsruimte voor ruim 7 kilometer archief. De kosten voor de deelnemers zijn i.v.m. de gerenoveerde (en grotere) huisvesting hoger geworden.
De deelnemers die beschikken over een eigen archiefbewaarplaats worden gedurende 10 jaar daarvoor gecompenseerd. De kosten hiervoor worden over de overige deelnemers verdeeld.
Vanaf 2018 wordt door het RHC de btw in rekening gebracht (ook in de bijdrage). De deelnemers kunnen deze via het btw-compensatiefonds verhalen.
Het e-depot voor elektronische opslag van zaken zal pas vanaf 2022 leiden tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage. Dat komt doordat de startkosten voor het e-depot gedekt kunnen worden uit het batig saldo van de jaarrekening 2019 van het RHC. Vanaf 2022 staat in de begroting een hogere deelnemersbijdrage opgenomen om de gebruikskosten van het e-depot te bekostigen. Als alle deelnemers op het e-depot zijn aangesloten zijn de kosten ongeveer € 50.000 per jaar dat naar rato wordt omgeslagen over de deelnemers. Naarmate er meer zaken worden opgeslagen dan de beschikbare 4 of 5 terabyte moet er tussen de € 1.000 en € 1.500 per jaar worden betaald (wordt ook weer omgeslagen naar rato over de deelnemers.)
Het verschil tussen de begroting en de rekening 2020 wordt in het 1e kwartaal 2021 verrekend met de bijdrage.

Inhoudelijke ontwikkelingen Vanuit de Archiefwet richt het RHC zich op het beheer van het statisch archief en de uitvoering van de inspectietaak. Het fungeert voor de gemeente als historisch informatiecentrum. De niet-wettelijke taken van het RHC werden afgebouwd.
Het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties is een belangrijk speerpunt voor de komende jaren. Het RHC zal ook de vorming van een regionaal e-depot of aansluiting op een landelijk e-depot de komende tijd oppakken.
Via de RHC-website is het mogelijk om sommige archiefbescheiden digitaal te raadplegen. Voor Woerden gaat het om het oud-rechterlijke archief (ook van Harmelen, Kamerik en Zegveld), en het notarieel archief van voor 1811. Deze archieven behoren tot de meest opgevraagde bronnen. Archieven en bronnen die zijn ontsloten worden zo veel mogelijk op de website voor publiek beschikbaar gesteld. Natuurlijk blijft het mogelijk de studiezaal te bezoeken om onderzoek te doen of (bouw)dossiers in te zien.
De overbrengingstermijn naar het RHC staat momenteel volgens de Archiefwet op 20 jaar. Er is een traject gestart om deze termijn terug te brengen naar 10 jaar. In de eerste helft van 2019 zou een wetsvoorstel worden gelanceerd m.b.t. openbare raadpleging. Verkorting van de overbrengingstermijn van 20 jaar naar 10 jaar zal een behoorlijke invloed hebben op de werkzaamheden bij het RHC. Deze verkorting van de overbrengingstermijn naar 10 jaar is op dit moment (april 2021) nog niet geëffectueerd.
Risico n.v.t.

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Doel

De AVU is een gemeenschappelijke regeling ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel een efficiënte en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen (geen bedrijfsafval) voor de deelnemende gemeenten te organiseren.

Het betreft de afvalstromen (grof) huishoudelijk restafval, GFT-afval, oud papier, verpakkingsglas en PMD en het inzamelen van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM).

De AVU laat jaarlijks sorteeranalyses van het aangeboden afval uitvoeren.

Bestuurlijk belang/betrokkenen

25 gemeenten binnen de provincie Utrecht.

Per 1 januari 2021 is de gemeente Vijfheerenlanden uit de AVU getreden. Deze fusiegemeente van het Utrechtse Vianen samen met aantal Zuid-Hollandse gemeenten heeft er om praktische redenen voor gekozen de AVU te verlaten en aan te sluiten bij de gemeenschappelijke regeling Gevudo. De Zuid-Hollandse gemeenten waren hier al bij aangesloten.

Per 1 januari 2014 is de provincie uit de regeling getreden. De toezichthoudende taak op de gemeenschappelijke regeling is verschoven van het Rijk naar de provincie.

Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder T.H.D. de Weger
Plaatsvervangend lid : wethouder A. de Regt
Financieel  
     Bijdrage

Begroting 2020: € 1.073.182
Werkelijk 2020: € 1.013.597
Begroting 2021: € 1.558.163

     Eigen vermogen Begin boekjaar: € 494.290, einde boekjaar: € 696.111
     Vreemd vermogen Begin boekjaar: € 17.580.965, einde boekjaar: € 22.237.385
Financiële ontwikkeling

Ten opzichte van de in de begroting voor 2020 valt de jaarrekening 2020 € 129.279 lager uit. Dit komt mede doordat AVU-breed gekozen is om per 1 april 2020 aan te sluiten bij de nieuwe Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029. Hierdoor zijn de kosten voor de post-collection van PMD vanaf die datum komen te vervallen.

Als gevolg van het inzakken van de oudpapierprijs zijn de inkomsten voor oud papier gedaald.

Eind 2019 zijn de contracten voor het verwerken van restafval en gft-afval door de AVU opnieuw aanbesteed. Het gebrek aan concurrentie in de markt en onzekerheid over de afzet van deelstromen, maatregelen rond CO2-besparingen en PFAS hebben geleid tot hogere verwerkingstarieven voor deze afvalstromen vanaf 2021. Deze hogere kosten hebben geleid tot een verhoging van de Afvalstoffenheffing in 2021.

Met ingang van 2022 maakt de AVU in de begroting onderscheid in het tarief voor het verwerken van restafval en grof huisvuil. Nu is dat tarief nog een gewogen gemiddelde. Dit geeft een financieel voordeel voor de gemeente van € 37.000.

Inhoudelijke ontwikkeling De AVU participeert samen met ROVA en Circulus-Berkel in CirkelWaarde. Doel van deze samenwerking is het ontwikkelen en vergaren van kennis, en het vermarkten van ingezamelde afvalstoffen. Daarnaast willen deze partijen samenwerken in het voeren van een gemeenschappelijke strategie op gezamenlijk vast te stellen dossiers.
Risico In principe kent de AVU geen risico’s. Alleen wanneer een grote contractpartner zijn aar verplichtingen niet kan nakomen, zou een nieuwe overeenkomst meerkosten met zich mee kunnen brengen. Deze meerkosten worden dan wel weer doorberekend aan de deelnemende gemeenten.

Recreatieschap Stichtse Groenlanden

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden
Doel Recreatieschap Stichtse Groenlanden is een van twee schappen in de provincie Utrecht. De werkorganisatie van het schap is: Recreatie Midden-Nederland. De regeling is getroffen ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op het terrein van recreatie, natuur en landschap. Hieronder wordt begrepen de instandhouding en verbetering van voorzieningen, en voor het hele grondgebied van de deelnemende gemeenten een samenhangend beleid op het gebied van de openluchtrecreatie alsmede de natuur- en landschapsbescherming te ontwikkelen.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeentebesturen van Woerden, Utrecht, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Houten, IJsselstein, Lopik, De Bilt, De Ronde Venen en Provinciale Staten van Utrecht.
Bestuurder vanuit onze gemeente

Lid:

burgemeester V.J.H. Molkenboer (DB)

wethouder A. Noorthoek (tot maart 2021)

wethouder A. de Regt (vanaf maart 2021)

 

Plaatsvervangende Leden :

wethouder T. de Weger
wethouder G. Becht

    Bijdrage deelnemers

De bijdragen van de gemeente Utrecht (34,2%) en de provincie Utrecht (30,9%) worden berekend over de totale deelnemersbijdrage (circa 3 miljoen totaal). De overige deelnemers betalen naar rato van het aantal inwoners. De bijdragen zijn geïndexeerd met de overeengekomen 1,5%.

Begroting 2020: € 209.905
Werkelijk 2020: € 232.996
Begroting 2021: € 216.622

     Eigen vermogen € 4.744.152 (31-12-2019)
     Vreemd vermogen € 6.396.646 (31-12-2019)
Financiële ontwikkeling

De jaarstukken 2020 zijn nog niet gereed.
Het afgelopen jaar heeft (financieel) voor het schap in het teken gestaan van corona. Corona heeft om meerdere redenen financiële gevolgen voor het schap: meer kosten door intensiever beheer en bezoekersmanagement, extra vuilafvoer en meer toezicht & handhaving van de terreinen van het schap. Daarnaast hebben enkele pachters/huurders kwijtschelding van huur of pacht aangevraagd, en deels ontvangen, voor de maanden dat zij niet open konden zijn. De bandbreedte van de inkomstenderving/extra kosten is gedeeld met de betrokken gemeenten. Voor de gemeente Woerden betekent dit minimaal € 7.542 en maximaal € 31.050. Getracht wordt om met bezuinigingen dit bedrag voor de deelnemers zo laag mogelijk te houden. Bij definitieve jaarrekening van het schap zal de exacte hoogte bekend worden.

Inhoudelijke ontwikkeling

Het recreatieschap Stichtse Groenlanden heeft zijn eigen programma’s (A en B). Daarnaast loopt de financiering van het Routebureau Utrecht via het recreatieschap. Afgelopen jaar zijn twee zaken bepalend geweest voor de schapsactiviteiten: de toekomstdiscussie over de recreatieschappen/RMN en corona.

Corona
Het schap heeft diverse maatregelen moeten treffen in kader van corona in zijn recreatiegebieden. De terreinen zijn over het algemeen intensiever bezocht, wat heeft gezorgd voor meer afval, meer schoonmaakkosten en meer toezicht en handhaving. Ook is er meer gebruik gemaakt van de paden en routes. I.v.m. corona is voor de Maarsseveense Plassen intensief bezoekersmanagement ingevoerd. Daarnaast zijn veel gesprekken gevoerd en afspraken gemaakt met (recreatie-) ondernemers die pachten of huren van het schap. De doorontwikkeling van terreinen is minder voortvarend opgepakt door m.n. (financiële) onzekerheden bij ondernemers, maar deels ook door ontwikkelingen bij het schap zelf.

Toekomstdiscussie Recreatieschappen en RMN
De besturen van het schap hebben intensief gesproken over de toekomstige samenwerking van de recreatieschappen en RMN. De huidige wijze van organiseren van de taken van de schappen sluit niet meer voldoende aan bij de opgaven waar de deelnemende gemeenten en provincies nu en in de toekomst voor staan. De besturen van de schappen hebben wel uitgesproken dat zij de huidige taken van de schappen als een gemeenschappelijke verantwoordelijk zien en dat zij hier in de toekomst op basis van solidariteit aan willen blijven werken. In 2020 wordt verder gewerkt aan een nieuw samenwerkingsconstruct voor de schappen en RMN.

Ontwikkelingen gemeente Woerden:
Oortjespad: op verzoek van Buitenplaats Kameryck heeft in 2020, i.v.m. corona, nog geen volledige overdracht plaatsgevonden van de opstallen. Door de coronamaatregelen is Buitenplaats Kameryck beperkt open geweest.

Recreatiegebied Cattenbroek: voor de ontwikkeling hiervan heeft de gemeente zelf de regie. Het Recreatieschap was de beoogd eigenaar van dit gebied, in 2020 heeft bij de gemeente een herijking van deze overdracht plaatsgevonden. Het college heeft besloten niet verder te gaan met het traject om dit recreatiegebied over te dragen aan het schap. In 2020 zullen nadere afspraken tussen schap en gemeente worden gemaakt om tot een afronding te komen van dit traject.

Risico’s

Met de vaststelling van de begroting 2019 en daarmee de verhoging van de deelnemersbijdrage voor 2019 met 20% is de meerjarenbegroting van het recreatieschap weer sluitend. De preventieve toezichtsvorm is daarmee eind 2018 opgeheven.

De huidige financiële en organisatorische situatie bij RMN bleef ook in 2020 een zorgpunt voor het recreatieschap . Dit heeft geleid tot een bredere heroriëntatie over de toekomstige samenwerking van de Recreatieschappen en RMN. Deze heroriëntatie zal naar verwachting leiden tot een transitie van de huidige recreatiesamenwerking. De kosten voor deze transitie zijn als pm-post in de begroting opgenomen.

De kosten die voortkomen uit corona voor het recreatieschap en daarmee de deelnemers worden bekend bij de vaststelling van de jaarstukken. Een bandbreedte is hiervoor reeds aangegeven (zie financiële ontwikkeling).

Afgelopen jaar kwam naar voren dat met de aanscherping van de verslaggevingsregels BBV voor het vormen en stand houden van een voorziening groot onderhoud, niet meer werd voldaan aan de BBV-eisen. Om te voorkomen dat de voorziening groot onderhoud bij vaststelling van de jaarrekening 2019 vrijviel, is een bestemmingsreserve gevormd. Komend jaar wordt het beheer-en-onderhoudssysteem (GeoVisia) zo ingericht dat wel wordt voldaan aan de eisen. Deze gewijzigde methode kan een (nadelig) financieel risico hebben.

Ferm Werk

Terug naar navigatie - Ferm Werk
Doel

Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie van vier gemeenten op het terrein van Participatie, werk & inkomen. De vier deelnemende gemeenten hebben alle taken van hun sociale diensten ondergebracht bij Ferm Werk inclusief het daarmee verbonden beleid.

De dienstverlening die Ferm Werk verzorgt, betreft het uitvoeren van taken in het kader van de Participatiewet waarin zijn opgenomen de volgende voormalige wetten: Wet Werk en Bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Daarnaast geeft Ferm Werk uitvoering aan de Wet Sociale Werkvoorziening en het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen.

Tot de taken van Ferm Werk behoort het op basis van genoemde regelgeving verstrekken van uitkeringen en overige inkomensondersteuning en het uitvoeren van in de regelgeving aangegeven activiteiten ter bevordering van participatie en re-integratie in het arbeidsproces.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeentebesturen van Woerden, Montfoort, Oudewater en Bodegraven-Reeuwijk. De deelnemende gemeenten hebben in het bestuur stemrecht naar rato van het aantal inwoners. Dit komt erop neer dat de gemeente Woerden 60% van de stemmen in het Algemeen Bestuur heeft. Besluiten worden genomen met 2/3 meerderheid van stemmen.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder G. Becht (DB) en raadslid M. van Noort (AB)
Plaatsvervangende leden : wethouder T. H.D. de Weger en raadslid W. den Boer
Financiële
bijdrage

Reguliere dienstverlening

Begroting 2020: € 5.941.000
Werkelijk 2020: € 4.061.000
Begroting 2021: € 5.706.000

Aanvullende dienstverlening
Begroting 2020: € 786.000
Werkelijk 2020: € 777.000
Begroting 2021: € 733.000

Eigen vermogen 01/01/2019: € 264.603
31/12/2019: € 264.603
Vreemd vermogen 01/01/2019: € 8.523.699
31/12/2019: € 8.173.092
Financiële ontwikkeling

Het is van belang onderscheid te maken tussen de zogenoemde grote geldstroom en kleine geldstroom. De grote geldstroom betreft uitgaven aan uitkeringen etc. die voor een groot gedeelte worden gedekt door rijksbijdragen (het BUIG-budget). Vanuit dat budget worden ook de loonkostensubsidie voor arbeidsbeperkten en de loonkosten voor ‘nieuw beschut werk’ betaald. De kleine geldstroom betreft de organisatie- en formatiekosten van Ferm Werk. Deze kosten worden vooral gedekt door inkomsten uit de markt en gemeentelijke bijdragen.

Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2020 is er sprake van een voordeel van € 1.889.000. Dit voordeel is gedeeltelijk het gevolg van coronaeffecten (€ 581.000) en het gevolg door autonome effecten (niet coronagerelateerd, € 1.308.000). Het voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door de hogere uitkering BUIG en de rijksbijdrage SW. Met betrekking tot de kleine geldstroom is er een tekort op de netto toegevoegde waarde. Op basis van de Q3 rapportage is een begrotingswijziging opgesteld om begrotingsonrechtmatigheid te voorkomen. De gewijzigde begroting 2020 is op 16 december 2020 door de gemeenteraad van Woerden vastgesteld.

Voor 2021 zijn er diverse ontwikkelingen gaande waarvoor een begrotingswijziging wordt voorzien. De begrotingswijziging 2021 volgt in december 2021.

Inhoudelijke ontwikkeling

Ferm Werk bestaat sinds 1 januari 2014. Op die datum zijn de sociale diensten van vier gemeenten samengegaan met het WSW-bedrijf. Sinds de oprichting heeft Ferm Werk zich steeds meer ontwikkeld als partner binnen het sociaal domein. Ferm Werk speelt ook een belangrijke rol in de opvang van vergunninghouders en hun integratie in de samenleving. Daarbij zijn toeleiding naar aanvullend onderwijs en toeleiding naar werk belangrijke elementen. Tegelijkertijd wordt, ook in het kader van het regionale werkbedrijf, de werkgeversdienstverlening verstrekt. Ferm Werk wordt door het bedrijfsleven meer en meer gezien als een partner bij het vervullen van vacatures en het beperken van de werkloosheid in de regio. 

In 2021 zal Ferm Werk zich richten op het ontwikkelen van een cafetariamodel aan dienstverlening. Dat betekent dat de minimale dienstverlening in beeld wordt gebracht en dat aanvullende dienstverlening wordt aangeboden. Voor Woerden is het van belang dat Ferm Werk zich verder ontwikkelt tot een partner binnen het brede sociale domein en dat de relatie met en de dienstverlening aan het bedrijfsleven verder wordt versterkt. Het gaat daarbij met name over de invulling van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor participatie van cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Maar ook om het samen optrekken ten behoeve van een meer integrale dienstverlening aan cliënten van Ferm Werk die tevens klant zijn van andere partijen in het sociaal domein, zoals bijvoorbeeld schuldhulpverlening, jeugdzorg of justitie.

Risico’s De regelingen die Ferm Werk uitvoert zijn openeinderegelingen. De begroting gaat uit van verwachtingen van het aantal mensen dat bijstand of inkomensondersteuning aanvraagt, en van een bepaald aantal cliënten dat gebruik gaat maken van een garantiebaan of nieuw beschut werk. Ook ten aanzien van de hoogte van de BUIG-uitkering is een inschatting gemaakt. In de werkelijkheid kan dit alles mee of tegen vallen. Het risico daarvoor berust volledig bij de deelnemende gemeenten.

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
Doel De Omgevingsdienst Regio Utrecht ondersteunt en adviseert de gemeente Woerden bij het uitvoeren van milieutaken en het ontwikkelen van beleid voor milieu en duurzaamheid.
De ODRU levert een bijdrage aan het realiseren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en het versterken van de bestaande milieukwaliteit door inwoners, bedrijven en overheden te stimuleren tot milieuvriendelijk handelen en gedrag. Voor de uitvoering van de milieutaken is de programmabegroting van de gemeente leidend. Binnen dit financiële kader wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma (UVP) opgesteld. Dit zijn de kaders waarbinnen de Omgevingsdienst haar taken uitvoert.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder A. de Regt
Plaatsvervangend lid : wethouder G. Becht
Financieel Conform de gemeenschappelijke regeling dragen de 15 deelnemende gemeenten gezamenlijk het risico voor de Omgevingsdienst.
    Bijdrage Begroting 2020: € 1.379.063
Werkelijk 2020: € 1.416.116
Begroting 2021: € 1.343.595
    Eigen vermogen € 821.029
    Vreemd vermogen € 7.749.010
Financiële ontwikkeling De ODRU verwacht dat de uitvoering van de Omgevingswet extra werkzaamheden van de ODRU vraagt. Deels betreft het nieuwe taken waar financiering vanuit het Rijk tegenover staat. Deels betreft het een andere manier van werken. De komende jaren zal duidelijk worden welke inspanning van de ODRU nodig is om de werkzaamheden uit te voeren en welke kosten dat met zich meebrengt.
Inhoudelijke ontwikkeling Een belangrijke ontwikkeling in het samenspel tussen ODRU en gemeente is de komst van de Omgevingswet per 1 januari 2022. Voor de ODRU heeft de komst van de Omgevingswet een grote impact. De ODRU bereidt zich voor op de komst van de Omgevingswet en investeert in regionale samenwerking om de gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van de milieutaken onder de Omgevingswet.
Risico’s

Op een deel van het eigen vermogen van de ODRU rusten diverse bestemmingen zodat het weerstandsvermogen van de ODRU zich beperkt tot de algemene of egalisatiereserve.

In het Algemeen Bestuur van 9 april 2020 is besloten om te gaan werken met een bandbreedte van 1,0 en 1,4 voor de risicofactor. Met deze bandbreedte valt de ODRU volgens de methodiek van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in de classificatie C, dat wil zeggen voldoende weerstandsvermogen. De beschikbare weerstandscapaciteit valt met een ratio weerstandsvermogen van 1,05 binnen deze bandbreedte. De benodigde weerstandscapaciteit wordt ieder jaar door het Algemeen Bestuur vastgesteld.

U10 netwerksamenwerking

Terug naar navigatie - U10 netwerksamenwerking
Doel

Doel van de samenwerking is het verkennen van gemeenschappelijke onderwerpen en belangen en op basis hiervan gemeenschappelijke ambities formuleren en gezamenlijk activiteiten ondernemen op de terreinen economie, ruimtelijke ontwikkeling, wonen, sociaal domein, energietransitie, verkeer en vervoer. In de stedelijke regio rond Utrecht speelt zich het merendeel van het economisch, maatschappelijk en fysiek verkeer af. De partners zoeken naar oplossingen voor gemeentegrens-overstijgende problemen die hiermee samenhangen.

De samenwerking richt zich niet alleen op overheden, maar wil deze ook verbinden met het bedrijfsleven en kennisinstellingen (‘triple helix’). Als belangrijkste inhoudelijke doel geldt de verstedelijkingsopgave van de regio Utrecht.

Bestuurlijk belang / betrokkenen

De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist zijn lid van de U10. Daarnaast kent de U10 een aantal gemeenten die voorlopig lid c.q. agendalid zijn, te weten: Oudewater, Montfoort, Lopik en De Ronde Venen. Het gaat om een flexibele netwerksamenwerking waarbij niet alle gemeenten even intensief deelnemen op alle thema’s.

Bestuurder vanuit onze gemeente

De U10 kent geen dagelijks of algemeen bestuur. Het betreft een ‘lichte’ samenwerking op basis van een bestuursconvenant. Leden van het college nemen op basis van hun portefeuille deel aan de regionale bestuurstafels.

Momenteel is de bestuurlijke deelname als volgt:
- Wethouder G. Becht: bestuurlijk trekker tafel ‘Groen en landschap’
- Wethouder A. Noorthoek: deelnemer tafels ‘Duurzame bereikbaarheid’ en ‘Economische positionering’
- Wethouder T.H.D. de Weger: deelnemer tafels ‘Klimaatneutrale regio’, ‘Gezonde woon- en leefomgeving’ en ‘Gezonde inclusieve regio’;
- Burgemeester V.J.H. Molkenboer: deelnemer bestuurlijk coördinatie overleg;
- Gemeentesecretaris M. Brander: deelnemer netwerkdirectie.

Financieel
    Bijdrage
Begroting 2020: € 77.100 (lidmaatschap) en € 30.091 (Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma – REP)
Werkelijk 2020: € 75.414 (lidmaatschap) en € 43.947 (Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma – REP)
Begroting 2021: € 77.100 (lidmaatschap) en € 16.480 (Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma – REP)
    Eigen vermogen n.v.t.
    Vreemd vermogen n.v.t.
Financiële ontwikkeling

De bijdrage is een vaste deelnemersbijdrage van € 1,10 per inwoner voor het lidmaatschap en een bijdrage van € 0,30 per inwoner voor het U10 mobiliteitsconvenant. Dit wordt besteed aan personele kosten van het procesteam en een werkbudget voor onderzoeken, bijeenkomsten, communicatie etc. Deze bijdragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van een mix-percentage: 70% loonindex en 30% prijsindex .

Daarnaast is in 2020 een additionele bijdrage van € 43.947 betaald voor het opstellen van het Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma (REP). Ook dit bedrag is tot stand gekomen op basis van een verdeling naar inwoneraantal.

Inhoudelijke ontwikkeling

De U10 is een netwerksamenwerking in ontwikkeling. Dit geldt zowel voor de manier van samenwerken (flexibel, doelverkennend, samen met andere partners) als voor de inhoud. In de bestuurstafels worden steeds nieuwe actuele thema’s geagendeerd. Iedere keer wordt daarin gekeken met wie en op welke manier het wordt opgepakt.

De U10 ontwikkelt zich in 2021 naar een samenwerking die gemeenschappelijk de verstedelijkingsvraagstukken van de regio Utrecht aanpakt via een gezamenlijk Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma (REP). De strategie van de U10 is hierbij om van de regio Utrecht een ontmoetingsplaats te maken voor ‘gezond stedelijk leven’. In het REP worden doelstelling en acties opgenomen voor regionale uitdagingen op het gebied van wonen, werken, bereikbaarheid, klimaatneutraal, groen en landschap.

Risico’s De netwerksamenwerking drijft op de inzet van de deelnemers en de urgentie van de onderwerpen. Als de deelnemers zich niet inzetten (bijvoorbeeld omdat ze het belang er niet van inzien) is het rendement nihil.

 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
Doel Het in stand houden van een dienst van gemeenten ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
Bestuurlijk belang / betrokkenen Gemeenten zijn wettelijk verplicht een gezondheidsdienst in stand te houden. Alle 26 gemeenten van de provincie Utrecht houden de dienst in stand door een gemeenschappelijke regeling. Met ingang van 2014 is er één regeling voor zowel de stad Utrecht als de overige gemeenten. Vanaf 2014 is de naam ‘GGD regio Utrecht’ (GGDrU). De GGDrU voert ook de jeugdgezondheidszorg uit voor alle gemeenten van de provincie met uitzondering van de stad Utrecht die een eigen dienst voor JGZ heeft.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder A. Noorthoek
Plaatsvervangend lid : wethouder T. de Weger
Financieel
    Bijdrage

Begroting 2020: € 2.010.914
Basistaken: € 355.997
Intensivering basistaken: € 8.879
Basistaken-plus: € 1.341.490
Maatwerk: € 304.548

Werkelijk 2020:
€ 1.695.489 t.l.v. Openbare gezondheidszorg 
€ 275.977 t.l.v. JGZ
€ 55.063 t.l.v. inspecties kinderopvang (waarvoor € 91.850 begroot was)                                                                                                                                                                                                                                                     € 21.506 t.l.v. forensisch onderzoek 
Totaal: € 2.048.035

Meer dan begroot uitgegeven voor het Meldpunt Bezorgd (een dienstverlening die op verzoek van gemeente is uitgebreid en die ten last komt / moet komen van ander budget).
Minder dan begroot uitgegeven voor inspecties kinderopvang (als gevolg van sluiting tijdens 1e en 2e lockdown).

Begroting 2021 : € 2.159.290

    Eigen vermogen Ultimo 2019: € 4.232.707
Ultimo 2020: € 5.142.740
    Vreemd vermogen Ultimo 2020: € 35.524.368
Financiële ontwikkeling De financiering van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is ontschot (vanaf 2018 wordt de JGZ gefinancierd voor de leeftijd van 0-19 jaar, de knip bij 4 jaar is verdwenen) en collectief gefinancierd (de bijdrage voor JGZ is voor alle gemeenten gelijk getrokken; de bijdrage voor JGZ wordt bepaald op basis van kindaantallen, niet meer op basis van aantal inwoners). De JGZ 0-4 jaar is verschoven van maatwerk naar basistaken-plus.

Omdat de organisatie van de GGDrU niet robuust genoeg was, is in 2018 een verbeterplan gemaakt, het Ombuigingsplan (2018-2021), met ombuigingen en dekking van de benodigde middelen. Uit extern onderzoek was gebleken dat ombuigingen voldoende financiën kunnen opleveren voor de intensivering van de ondersteunende organisatie van de GGD. Niet zeker was of alle ombuigingen (tijdig) gerealiseerd konden worden. De termijn van het Ombuigingsplan is inmiddels verlengd tot 2025 (zie verder bij risico’s).
Verhoging van de inwonersbijdrage is voor 2021 niet voorzien.
Inhoudelijke ontwikkeling

In de begroting van 2020 zijn 5 maatschappelijke effecten benoemd en vertaald naar resultaten. Dit zijn:
1 Inwoners wonen, leven, gaan naar school en werken in een veilige omgeving waar aandacht is voor gezondheid en elkaar.
2 Een gezonde en veilige start voor elk kind.
3 Iedereen kan zich ontwikkelen en ontplooien.
4 Iedereen kan meedoen.
5 Bedreigingen van de publieke gezondheid worden bestreden.

Deze maatschappelijke effecten zijn de leidraad voor de ambities voor 2020. Naast inhoudelijke ambities is er ruim aandacht voor het verbeteren van de dienstverlening en het verder op orde brengen van de organisatie.
Per ambitie (veiliger leefomgeving, minder kwetsbare inwoners, gezondere en weerbaarder kinderen en scholen, een goede start voor ieder kind en het voorkomen van gezondheidsproblemen en -risico’s) zijn de beoogde resultaten, de acties en de kosten vastgelegd.

Echter in 2020 is een ingrijpende niet voorziene ontwikkeling geweest. Als gevolg van de coronapandemie heeft de GGDrU vanaf februari 2020 een deel van de reguliere processen en werkzaamheden afgeschaald of stopgezet omdat personeel vrijgemaakt moest worden voor de bestrijding van het coronavirus. Kritische processen zijn doorgegaan. In de tweede helft van 2020 zijn veel taken weer opgepakt.

Voor het uitvoeren van de coronataken (testen, bron- en contactonderzoek, vaccineren) is het coronabedrijf van de GGDrU opgericht.

Risico’s

De deelnemende gemeenten aan de Gemeenschappelijke Regeling GGDrU staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de GGDrU aangegane geldlening en rekening-courant overeenkomsten. De garantstelling geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen.

Twee keer per jaar vindt de integrale risico-inventarisatie plaats binnen de GGDrU. Deze maakt deel uit van de reguliere P&C cyclus. De actualisatie wordt weergegeven in een risicokaart. Op de risicokaart is af te lezen dat er een paar risico’s zijn met een midden tot hoge kans en impact:
- het maatwerk (onzeker is of gemeenten daar al dan niet mee door gaan)
- reizigersvaccinatie (de vraag fluctueert, onduidelijk welke impact corona op langere termijn heeft)
- GGiD (= digitaal kinddossier): de implementatie is vertraagd
- ombuigingen (die langer duren dan voorzien, mede als gevolg van vertraging GGiD) en aan het voldoen aan AVG (veranderende wetgeving, in de coronacrisis is versteviging van capaciteit en inrichting nodig gebleken).

In de jaarrekening van 2020 zijn drie categorieën risico’s onderscheiden: interne bedrijfsvoering, de samenwerking in de gemeenschappelijke regeling en externe ontwikkelingen. Per productgroep zijn daarin de risico’s beschreven, van actiepunten voorzien en van het bedrag dat nodig is als weerstandsvermogen.
Het benodigde weerstandsvermogen is € 1.000.000 (in 2019 € 709.000).
De beschikbare weerstandscapaciteit (de algemene reserve) is per 31 dec 2020 € 2.598.516. De verhouding beschikbaar/nodig is 2,599.
De verwachting is dat de algemene reserve zal teruglopen naar € 821.000 in 2025. Dat ligt rond het minimumniveau van de weerstandscapaciteit op basis van de huidige risicoinventarisatie.

Bij tegenvallers die niet gedekt kunnen worden door incidentele meevallers of bij een beroep op reserves bestaat de kans dat de inwonerbijdrage wordt verhoogd. Dat is tot en met 2020 nog niet nodig geweest. Of er een verhoging van de bijdrage komt, is nog niet duidelijk. In de GGDrU-begroting zit geen rek meer. Mogelijk is voor de AVG een verhoging van de inwonerbijdrage nodig.

Financieel risico als gevolg van de coronabestrijding:
De financiële positie van de organisatie als geheel heeft zich negatief ontwikkeld. De solvabiliteit van de GGDrU per eind 2020 is met 13,7% verslechterd ten opzichte van 2019 en 6,6% ten opzichte van de begroting. De vermindering is in zijn geheel toe te schrijven aan de rol van de GGDrU binnen de bestrijding van het coronavirus. De GGDrU kan de kosten niet uit eigen middelen betalen en is afhankelijk van vergoedingen vanuit het ministerie van VWS en het RIVM.

Aan gemeenten zijn geen kosten in rekening gebracht voor de bestrijding van het coronavirus. Voor inspectie kinderopvang is minder in rekening gebracht door tijdelijke sluiting van de opvang. Ook enkele andere taken zijn in mindere mate uitgevoerd. De verwachting is dat de GGDrU voor gederfde inkomsten wordt gecompenseerd door het Rijk en dat gemeenten door de GGDrU worden gecompenseerd voor maatwerktaken die niet zijn uitgevoerd.

Vennootschappen en coöperaties

Coöperatie Parkeerservice U/A. Amersfoort (zie ook paragraaf lokale heffingen)

Terug naar navigatie - Coöperatie Parkeerservice U/A. Amersfoort (zie ook paragraaf lokale heffingen)
Doel

Woerden heeft in zijn binnenstad gereguleerd parkeren ingevoerd en exploiteert twee parkeergarages. Het uitvoeren van het parkeerbeleid en het beheren van de parkeergarages is ondergebracht bij de Coöperatie ParkeerService (CPS). De coöperatie is een samenwerkingsverband van gemeenten die samenwerken in parkeren met als doel zo laag mogelijke uitvoeringskosten tegen een zo hoog mogelijke kwaliteit. Vestigingsplaats is Amersfoort.
CPS is in 2010 opgericht en is de rechtsopvolger van Parkeerservice Amersfoort (het verzelfstandigde parkeerbedrijf van de gemeente Amersfoort).
Huidige leden (16): de gemeenten Alkmaar, Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Barneveld, Deventer, Gorinchem, Gouda, Hilversum, Hoogeveen, IJsselstein, Lelystad, Nieuwegein, Nijkerk, Woerden, Zandvoort en Zeist, en Parkeren Amersfoort B.V.

Coöperatie Parkeerservice is een niet-winstbeogende organisatie die tegen marktconforme prijzen voor haar leden kwalitatief hoogwaardige parkeerdiensten verricht. CPS maakt parkeren makkelijker voor zowel lokale overheden als automobilisten. CPS werkt daarvoor in coöperatief verband intensief samen met de aangesloten leden en biedt een kwalitatief hoogwaardig, technologisch vooruitstrevend en volledig integraal parkeerdienstenpakket aan tegen zo laag mogelijke kosten, met zo min mogelijk risico en met een sterke focus op zowel het maatschappelijke als financiële rendement voor haar leden.

Bestuurlijk belang betrokkenen De gemeente is lid van de Coöperatie Parkeerservice U.A. Als lid van CPS is de gemeente als mede-eigenaar automatisch ook lid van de Algemene ledenvergadering (ALV), het hoogste orgaan van de coöperatie. In deze vergadering worden besluiten genomen die invloed hebben op de koers, de bedrijfsvoering en het resultaat van CPS. Als mede-eigenaar van de coöperatie dragen we hiervoor een medeverantwoordelijkheid. In de ALV hebben alle gemeentelijke leden een gelijke stem. De wethouder Verkeer vertegenwoordigt Woerden in de ALV.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder A. Noorthoek
Plaatsvervangend Lid : wethouder G. Becht
Financieel
    Bijdrage
Begroting 2020: € 593.584
Werkelijk 2020: € 595.861
Begroting 2021: € 582.688
Eigen vermogen € 1.983.000
Vreemd vermogen -
Financiële ontwikkeling

De jaarrekening sluit met een fiscaal positief resultaat van € 139.000.
Ten opzichte van de vastgestelde begroting is er zelfs sprake van een positief resultaat van €548.000.
Daarnaast resteert in 2020 ook een voordeel op het transitiebudget van € 22.000, naast het restant-transitiebudget over 2019 van € 297.000, zodat de totale onderbesteding van het transitie-overschot uitkomt op € 319.000.

 

 

 

Inhoudelijke ontwikkeling

 

 

 

 

 

Het jaar 2020 was een bewogen jaar voor de Coöperatie. Vanaf het begin werden we geconfronteerd
met problemen rond de vervanging van het parkeerrechtensysteem. Hierdoor liet de dienstverlening
naar de parkeerder de eerste maanden te wensen over. Diverse maatregelen zijn getroffen om dit
vervolgens in goede banen te leiden.

Ook de gevolgen van Covid-19 en het besluit van de gemeente Alkmaar om haar
lidmaatschap per 2022 op te zeggen had zijn weerslag op de organisatie. Het jaar 2020 was ook het
laatste jaar van het transitietraject Basis op Orde, dat nu afgesloten is.

Parkeerservice heeft het jaar financieel goed kunnen afsluiten en de accountant gaat zoals het laat aanzien een goedkeurende verklaring verstrekken.

 

 

Risico's

 

Benodigd weerstandsvermogen op basis van geactualiseerd risicoprofiel

Als alle risico’s zich gelijktijdig en in volle omvang voordoen dan zou een nadeel kunnen optreden van maximaal € 3.539.700. Het reserveren van een dergelijk groot bedrag als buffer voor alle risico’s is echter ongewenst omdat het niet waarschijnlijk is dat alle risico’s zich gelijktijdig en in hun maximale omvang op zullen treden.

Rekening houdend met de gestelde zekerheidsnorm zal 35% van de totale impact opgenomen worden.

Totale impact risico’s 2020 Coöperatie ParkeerService: € 3.539.700.

Benodigd weerstandsvermogen: 35% van impact risico’s = € 1.239.000.

Beschikbaar weerstandsvermogen: (eigen vermogen inclusief vrijval transitiebudget € 319.000)

Eigen Vermogen € 1.983.000.

De ratio bedraagt € 1.983.000/ € 1.239.000 = 1,60 en valt daarmee binnen de vastgestelde norm van tussen de 1,4 en 2,0 van ruim voldoende weerstandsvermogen. Dit is boven de minimaal gestelde norm van 1,4, gelet op de ontwikkelingen in de toekomst, met vertrekkende leden, geeft dat een extra zekerheid.

 

BNG Bank N.V. (BNG)

Terug naar navigatie - BNG Bank N.V. (BNG)
Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Daarnaast neemt zij deel aan projecten in de vorm van publiek-private samenwerking.
Doel

BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeente Woerden heeft geen zetel in het bestuur of de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
Bestuurder vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Financieel De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap.
De gemeente Woerden bezit 123.201 aandelen (= 0,225% van het totaal aantal aandelen). Jaarlijks ontvangt de gemeente dividend naar rato van het aantal aandelen.
     Bijdrage

Baten (dividenduitkering):

Begroting 2020: €             465
Werkelijk 2020: €    156.465
Begroting 2021: €    156.465

Kerngegevens
KERNGEGEVENS BNG 2019 2018 2017
In miljoenen euro’s      
Balanstotaal 149.689 137.509 140.025
Kredieten 89.163 85.738 86.008
Solvabiliteit (Tier 1 – ratio 2) 38% 38% 37%
Eigen vermogen t.g.v. aandeelhouders 4.154 4.257 4.220
Dividend per aandeel (in euro’s) 1,27 2,85 2,53
Payout ratio 50% 50% 38%
Nettowinst voor aandeelhouders 142 318 318
Financiële ontwikkeling

De langlopende rentetarieven blijven een drukkend effect hebben op de ontwikkeling van het renteresultaat. Het coronavirus heeft vergaande maatschappelijke
gevolgen, ook voor de klanten. Wat dit voor de bank betekent is nog niet in te schatten.

Inhoudelijke ontwikkeling BNG Bank wil de positie van expert in financiering van publieke voorzieningen in de komende jaren verder versterken. De strategie is gericht op het inspelen op de (veranderende) behoeften van de klant door het volgen van het overheidsbeleid en het bieden van maatwerk-oplossingen voor de financiering van duurzame investeringen.
Risico’s De coronaeffecten vormen een risico voor de uitbetaling van het dividend.
In 2020 is in eerste instantie besloten het dividend (2019) af te ramen, raadsbesluit 17-12-2020 omdat er geen zekerheid bestond over de uitbetaling. De BNG heeft in 2021 alsnog besloten het door de aandeelhouders goedgekeurde dividend over 2019 uit te keren. 

Vitens

Terug naar navigatie - Vitens
Openbaar belang De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van (drink)water aan particulieren en bedrijven.
Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.
Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.
Doel Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeente Woerden is aandeelhouder en heeft daarmee stemrecht. De gemeente heeft 45.284 aandelen (0,9% van het totaal aantal aandelen) in haar bezit.
Betrokken zijn diverse gemeenten en provincies.
Bestuurder vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Financieel
     Bijdrage

Het dividend wordt gerelateerd aan het nettoresultaat. Het bedrag aan dividend dat wordt uitgekeerd bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het nettoresultaat. Relevant hierbij is de benodigde toevoeging aan de reserves om de continuïteit van de onderneming te waarborgen (t.b.v. investeringen in vaste activa of het versterken van de solvabiliteit.
De solvabiliteit (eigen vermogen) komt per 31 december 2019 uit op 29,2% en ligt daarmee onder de doelstelling van 30% zoals geformuleerd in het financieel beleid.

Baten (dividenduitkering):
Begroting 2020 € 0
Werkelijk 2020 € 0
Begroting 2021 € 0

Eigen vermogen Per 31-12-2019: € 533,3 miljoen
Vreemd vermogen Per 31-12-2019: € 1.293 miljoen
Solvabiliteit Per 31-12-2019: 29,2%
Resultaat 2019 : € 11,1 miljoen
Financiële ontwikkeling

Verwachtingen dividend 2020-2022
Voor de komende jaren is de verwachting dat Vitens geen dividend zal uitkeren als gevolg van de lage WACC (= Weighted Average Cost of Capital, voor 2020 en 2021: 2,75%) en het hoge investeringsniveau voor de komende jaren. Hierdoor kan Vitens niet voldoen aan de continuïteitsdoelstelling zoals opgenomen in het financieel beleid.

In relatie tot deze ontwikkelingen onderneemt Vitens de navolgende acties die met aandeelhouders zijn afgestemd:
• Vitens is, in samenwerking met de koepelorganisatie Vewin, een lobby gestart bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om te komen tot aanpassingen op de WACC-systematiek, die meer in lijn liggen met de toekomstige ontwikkelingen in de drinkwatersector waaronder een stijgend structureel niveau aan investeringen en dito financieringsbehoefte;
• Onderzoek uitvoeren door een onafhankelijke instantie naar de methodiek die ten grondslag ligt aan de hoogte van het meerjarige investeringsplan (IP) zoals is goedgekeurd door de AvA in het najaar van 2019 (als onderdeel van het meerjarenplan 2020-2022);
• Driejaarlijkse evaluatie/ herijking van het Financieel Beleid van Vitens zoals is vastgesteld in de AvA van juni 2019.

Inhoudelijke ontwikkeling -
Risico’s -

 

Stichtingen en verenigingen

Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West-Utrecht
Doel

Het verlenen van urgentieverklaringen voor een sociale huurwoning aan woningzoekenden uit de regio West-Utrecht.

De verklaringen worden afgegeven door de stichting op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Woerden. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is geen eigen visie van de stichting voor de realisatie van de doelstellingen uit de programma's van de begroting. De stichting voert de huisvestingsverordening gedeeltelijk uit bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Stichtse Vecht en Woerden.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid: wethouder T.H.D. de Weger
Plaatsvervanger: wethouder A. Noorthoek

Financieel   

    Bijdrage

Begroting 2020: € 10.907
Werkelijk 2020: € 10.907
Begroting 2021: € 13.500
Eigen vermogen € 35.805
Vreemd vermogen -
Financiële ontwikkeling De in de loop van de jaren opgebouwde reserve bij de SUWU wordt langzaam afgebouwd als het aantal urgentieaanvragen dit toelaat. Op 31 december 2020 was de reserve € 19.992.
Inhoudelijke ontwikkeling Vanuit de betrokken gemeenten is er een urgentiecommissie die urgentieaanvragen behandelt. Het Vierde Huis (extern) bereidt de besluiten van de Stichting Urgentieverlening West-Utrecht voor. Voor het maken van verweerschriften en extra medisch advies, worden extra bedragen in rekening gebracht.
Risico’s Bij een grote toename van urgentieaanvragen zal het budget niet kostendekkend zijn. Gezien de inrichting van het voortraject waarbij een intake plaatsvindt, is dit risico beperkt.