Algemene beschouwingen en financiële beschouwingen

1. Inleiding

Terug naar navigatie - 1. Inleiding

Met enige trots presenteren wij u de programmabegroting 2022-2025. Met de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 voor de boeg is dit de laatste begroting van het huidige college. Terugkijkend zien wij dat veel doelstellingen uit het coalitieakkoord verwezenlijkt zijn en dat wij veel hebben kunnen betekenen voor de inwoners en ondernemers van Woerden, ook in de bijzondere omstandigheden waarvoor we geplaatst werden. In 2020 zijn wij allen overvallen door de COVID-19-pandemie die ook ons als lokale overheid voor bijzondere, ongekende uitdagingen heeft geplaatst. Deze uitdagingen werken door tot vandaag de dag en zij zullen ook sporen trekken naar in elk geval 2022. In deze uitdagingen hebben raad, college en ambtelijke organisatie schouder aan schouder gestaan en daar waar mogelijk inwoners en ondernemers ondersteund. Uiteraard heeft die ondersteuning financiële gevolgen gehad maar ook die hebben we tot op heden het hoofd kunnen bieden.
Een belangrijke basis daarvoor en voor een financieel gezonde toekomst is gelegd door uw besluitvorming in 2020 over een grootscheepse en meerjarige ombuigingsoperatie, de Strategische Heroriëntatie. Hiermee is bereikt dat de meerjarenbegroting structureel en materieel sluitend is en de schuldquote in 2030 weer op 150% komt. Wij hebben de maatregelen zodanig verdeeld en gespreid dat het fundament en het voorzieningenniveau van de gemeente zo min mogelijk worden aangetast en er een beperkte investeringsruimte mogelijk wordt gemaakt. Woerden en zijn dorpen moeten immers een aantrekkelijke woongemeente blijven, gedragen door een sterke samenleving! In 2022 zetten wij deze lijn voort.

Deze programmabegroting is een nadere uitwerking van de Kadernota. Op 24 juni 2021 heeft de raad met het vaststellen van de Kadernota de hoofdlijnen bepaald voor de begroting 2022-2025. Deze kaders zijn vertaald en nader uitgewerkt in de nu voorliggende begroting. De beleidsmatige doelstellingen zijn verwerkt in de programmateksten/doelenbomen. Sinds de verschijning van de Kadernota hebben uiteraard ontwikkelingen plaatsgevonden die meegenomen zijn in de programmabegroting. Ten opzichte van de Kadernota zijn de belangrijkste ontwikkelingen die financieel doorvertaald zijn:

  • indexatie van kosten met 1,8%;
  • actualisatie van kosten voor verbonden partijen;
  • aanpassing van de algemene uitkering op basis van de meicirculaire 2021;
  • verwerking van de extra rijksbijdrage voor Jeugdzorg en het bijbehorende maatregelenpakket.

We zijn erin geslaagd een sluitende meerjarenbegroting aan te bieden, met in 2022 een licht overschot. Met hierin ruimte voor verdere vernieuwing in de jeugdzorg en het toevoegen van € 2 miljoen aan de Algemene Reserve voor de versterking van de financiële positie. We laten hiermee een degelijke en solide erfenis na voor een volgende bestuursperiode, mits het financieel beleid zoals de raad heeft vastgesteld, wordt voortgezet.

Onze doelen voor Woerden voor 2030 zijn uiteraard niet veranderd:

  • We verlenen onze zorg dicht bij onze inwoners;
  • We bouwen voldoende woningen;
  • We lossen verkeersknelpunten op;
  • We leveren onze bijdrage aan de energietransitie en duurzaamheid.

Hier gaan wij ons in 2022 met volle energie voor inzetten, om het beste te kunnen bereiken voor Harmelen, Kamerik, Zegveld en Woerden!

2. Financiën/financiële beschouwingen

Terug naar navigatie - 2. Financiën/ financiële beschouwingen

Voor u ligt de begroting 2022, inclusief de meerjarenraming 2023-2025. We zijn trots u een sluitend meerjarenperspectief te kunnen aanbieden. Dat is gelet op de uitdagende landelijke ontwikkelingen zeker niet vanzelfsprekend. Dat heeft een strak financieel beleid vereist en het zal onverminderd een strak financieel beleid blijven vergen! In de Strategische Heroriëntatie in 2020 zijn maatregelen genomen om de financiële positie te verbeteren. De resultaten zijn daarvan zichtbaar in de begroting: we zijn duurzaam op weg naar een robuustere financiële basis voor Woerden. Een basis waarmee we grote meerjarige uitdagingen op in elk geval ruimtelijk en infrastructureel gebied met vertrouwen tegemoet kunnen treden. In deze begroting borduren wij voort op de lijn die bij deze Strategische Heroriëntatie en in de Kadernota 2022 is gekozen. Dit betekent concreet dat wij nog steeds in staat zijn om jaarlijks € 2,0 miljoen toe te voegen aan de Algemene Reserve om de financiële positie te versterken en de schuldquote te laten dalen. Belangrijk uitgangspunt hierbij blijft dat wij ons houden aan de kaders uit de Strategische Heroriëntatie, zowel wat betreft het verhogen van de inkomsten als het verlagen van de uitgaven.

De voorliggende begroting sluit voor het jaar 2022 met een licht positief saldo. Gelet op de vele onzekerheden die er nog op ons afkomen, is het zeer aan te bevelen om enige ruimte te hebben en die ook te houden. Hierdoor zullen de cijfers bij tegenslag minder snel omslaan in ‘het rood'. Concreet speelt dit risico al bij het onderhoud op veiligheidsniveau in de openbare ruimte. Op onderdelen merken wij dat de gemaakte keuzes forsere impact hebben dan verwacht en dat wij dreigen onder het minimumniveau te komen qua onderhoud, waardoor die veiligheid en daarmee onze wettelijke zorgplicht in het geding kan komen. Bij de Voorjaarsrapportage verwachten wij met voorstellen te komen om hierop extra inzet te plegen.

Samengevat leidt dit tot het volgende financiële beeld:
(v = voordeel, n = nadeel)

Bedragen (x € 1.000) 2022 2023 2024 2025
Saldo van baten en lasten -1.045 (v) -2.575 (v) -3.747 (v) - 4.324 (v)
Mutaties reserves 575 (n) 2.532 (n) 2.481 (n) 2.552 (n)
Begrotingssaldo (na mutaties reserves) -470 (v) -42 (v) -1.265 (v) -1.772 (v)

 

Sociaal Domein

In het sociaal domein blijven wij, net als veel gemeenten in Nederland, kampen met steeds stijgende kosten voor jeugdzorg en Wmo. Wij werken hard om deze trend om te buigen om zo tegenvallers te temperen en hebben in het verleden daar ook al gericht beleid op gezet. Ondanks dat zien wij op basis van de prognoses 2021 een opwaarts risico van ongeveer € 0,5 miljoen aan extra lasten. Gelukkig heeft het Rijk dit voorjaar besloten om voor 2022 € 1,3 miljard extra beschikbaar te stellen vanwege de tekorten bij de jeugdzorg. Kanttekening hierbij is wel dat deze gelden nog niet structureel beschikbaar gesteld zijn door het Rijk. In de jaren 2023 en verder hebben wij de extra middelen, conform de voorschriften van de toezichthouder, voor 75% ingerekend in onze begroting. Het Rijk heeft hier wel een ombuigingstaakstelling opgelegd, waardoor de extra middelen in de loop van de tijd wel weer verlaagd worden. Een deel van de beschikbare middelen (€ 865.000) is toegevoegd aan programma 3 en is hiermee direct inzetbaar. Hiervan is € 400.000 direct beschikbaar gesteld voor subsidies aan maatschappelijke partners. Aan een bedrag van € 465.000 wordt nader invulling gegeven op basis van een plan van aanpak. De overige middelen zijn voorlopig in programma 7 (Algemene Inkomsten) gereserveerd. Op basis van nadere planuitwerking worden deze middelen beschikbaar gesteld. Hiervoor wordt op een later moment een begrotingswijziging aan uw raad voorgelegd.

Omgevingswet

Een andere majeure ontwikkeling is de Omgevingswet. De invoering van deze wet is inmiddels uitgesteld tot 1 juli 2022. Voor de invoering moeten zowel op landelijk als gemeentelijk niveau nog wel de nodige stappen gezet worden. Gemeenten oefenen via de VNG druk uit op het Rijk om de invoering zelf van passend budget te voorzien. Wij gaan ervan uit dat de meerkosten door het uitstel van de Omgevingswet vergoed worden door het Rijk.

Algemene uitkering

Traditiegetrouw is op Prinsjesdag ook de septembercirculaire gepubliceerd, waarin het bedrag voor de algemene uitkering wordt bepaald. Deze septembercirculaire is zoals gebruikelijk nog niet in deze begroting verwerkt, maar wordt bij de voorjaarsrapportage financieel vertaald naar onze begroting. Uw raad wordt al wel op korte termijn via een raadsinformatiebrief geïnformeerd over de uitkomst van de septembercirculaire. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven. Volgens de normeringssystematiek (trap-op-trap-af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de ontwikkeling van de algemene uitkering en daarmee op de omvang van het Gemeentefonds. Met name in 2022 is sprake van een forse stijging als gevolg van de hogere bestedingen door de rijksoverheid. Dit is dus goed nieuws, maar wel met de kanttekening dat de werkelijke rijksuitgaven vaak achterblijven bij de begroting, waardoor ook dit accres veelal later nog naar beneden bijgesteld wordt.

Een andere ontwikkeling bij de algemene uitkering is de herijking van het Gemeentefonds. De verdeling van het Gemeentefonds tussen gemeenten wordt bepaald aan de hand van een set aan indicatoren. Door een nieuwe systematiek, die naar verwachting vanaf 2023 ingevoerd gaat worden, ontstaan voordeel- en nadeelgemeenten. Nadeelgemeenten zijn vooral de middelgrote, zoals Woerden. Volgens de laatste berichten betekent dit een achteruitgang van € 58 per inwoner. Ook over deze zeer ongewenste en onterechte effecten zijn de gemeenten nog in gesprek met het Rijk.
Voor Woerden heeft dit indicatief de volgende effecten:

2023 2024 2025 2026
€ 780.000 (nadeel) € 1.560.000 (nadeel) € 2.340.000 (nadeel) € 3.016.000 (nadeel)

Lokale heffingen

Eerder dit jaar hebben wij aangekondigd dat de tarieven voor rioolheffing en afvalstoffenheffing waarschijnlijk verder verhoogd moesten worden om kostendekkend te zijn. Bij deze begroting zijn wij er toch in geslaagd om de lastenstijging beperkt te houden. Dit wordt met name verklaard door lagere rentelasten en een verbeterde manier van btw-toerekening aan de heffingen. Voor zowel de OZB, de afvalstoffenheffing als de rioolheffing komt er geen extra lastenstijging ten opzichte van wat afgesproken is in de Strategische Heroriëntatie. Bij de Strategische Heroriëntatie zijn onderstaande stijgingspercentages van de OZB vastgesteld:

  2021 2022 2023 2024

2025 e.v.

OZB 8% 5% 3% 0% 0%


Schuldquote

In de paragraaf Weerstandsvermogen zijn de financiële kengetallen opgenomen. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de schuldquote zichtbaar. Aanvullend op de afspraken in de strategische heroriëntatie heeft de raad het besluit genomen om een politiekantoor te realiseren. Uw raad heeft ingestemd met een verhoging van de schuldquote met 5,6%, omdat hier directe inkomsten tegenover staan (schuldquote ‘maatschappelijk nut’). De schuldquote zoals wij die nu prognosticeren ligt in lijn met de schuldquoteontwikkeling bij de strategische heroriëntatie.

  2021 2022 2023 2024 2025
Schuldquote conform strategische heroriëntatie 153% 165% 164% 167% 168%
Schuldquote conform strategische heroriëntatie + politiekantoor 153% 167% 168% 172% 173%
Schuldquote begroting 2022 (inclusief politiekantoor) 152% 158% 172% 175% 169%

Wij gaan ervan uit dat we nog steeds in 2030 uitkomen op een schuldquote van 150%. Dit is zoals afgesproken exclusief het effect van het politiebureau op de hoogte van de schuldquote.

Vierde BOA

Uw raad heeft bij de begrotingsbehandeling 2021 en bij de behandeling van de kadernota aangegeven dat u een vierde BOA noodzakelijk vindt voor een veilige leefomgeving. In deze begroting hebben wij dan ook de financiële ruimte opgenomen om deze vierde BOA te gaan inzetten.

Rembrandtbrug

In 2021 heeft u het besluit genomen om te investeren in de Rembrandtbrug. In deze begroting hebben wij de kosten hiervan geïndexeerd. Belangrijk gegeven is dat het grootste deel van de (financiële) effecten van de investering tot uiting komt in de periode ná 2025. De nu voorliggende begroting heeft een horizon tot en met 2025. Het is goed om in ogenschouw te houden dat de kapitaallasten en beheerskosten van de Rembrandtbrug gaan stijgen van circa € 250.000 in 2025 naar circa € 1.100.000 vanaf 2027, conform de planning uit het raadsbesluit. Hierdoor wordt de druk op de begroting in de latere jaren groter.

Corona

Het mag geen verrassing zijn dat corona binnen onze gemeente in 2021 nog steeds een heel grote rol speelt. Zowel voor onze burgers als onze dienstverlening naar inwoners en in de bedrijfsvoering. Vanwege de grote onzekerheid over de financiële gevolgen en over de mate waarin het Rijk de extra uitgaven mogelijk compenseert, zijn in deze begroting geen corona-uitgaven opgenomen. In de praktijk zien we dat de steunpakketten vanuit het Rijk tot op heden steeds grotendeels de extra kosten dekken. Eventuele resterende tekorten dekken wij vanuit de Algemene Reserve.

 

Samenvattend denken wij met deze begroting een solide basis te hebben gelegd voor een gezond financieel beleid in 2022 en daarna, een basis én een financieel degelijk beleid waarop de aantredende coalitie na de verkiezingen vruchtbaar kan voortbouwen.