In deze begroting zijn de volgende grondslagen gehanteerd:
Lonen en prijzen
De raming van de personeelskosten is gebaseerd op de huidige salarissen, reguliere periodieke verhogingen en reeds gemaakte cao-afspraken. Indien bij de Algemene Uitkering (meicirculaire) een compensatie wordt gegeven voor loonstijging, dan wordt deze in programma 7 als stelpost gereserveerd.
Voor de prijzen wordt rekening gehouden met de Consumenten Prijs Index (CPI) van februari 2021 ad 1,8%.
Algemene uitkering
De Algemene Uitkering wordt geraamd op basis van de meicirculaire. Voor indexen worden alleen rekening gehouden met het begrotingsjaar 2022. Voor het meerjarenperspectief gelden constante prijzen (meerjarenbegroting is prijspeil 2022).
Nadat de berekening van de Algemene Uitkering is gemaakt, wordt een separate berekening gemaakt ten behoeve van een budgetreservering in verband met de areaaluitbreiding van de gemeente. Deze berekening wordt gemaakt op basis van de toename van woningen en inwoners en het budget ,en wordt als stelpost gereserveerd binnen programma 7.
Tarieven lokale heffingen
Voor de belastingen en retributies worden de bij de Strategische Heroriëntatie/begroting 2021-2024 besloten meerjarige percentages als basis genomen. Daarnaast wordt de algemene index van 1,8% toegepast. Voor afvalstoffenheffing en rioolrechten, alsmede diverse leges, wordt rekening gehouden met de maximale kostendekkendheid.
Rente
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten rentekosten aan de taakvelden/programma’s worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. De commissie BBV heeft een aanbeveling gedaan ten aanzien van de systematiek waarop het renteomslagpercentage kan worden berekend. Op basis van deze systematiek is het renteomslagpercentage voor 2022 becijferd op 1,5%.
Er vindt geen rentebijschrijving plaats op reserves en voorzieningen.
Grondexploitaties
De berekeningswijze van de rente grondexploitaties is in het BBV voorgeschreven. Het rentepercentage is bepaald door het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen. Voor 2022 is dit rentepercentage berekend op 1,25%.
De disconteringsvoet voor verliesvoorzieningen binnen grondexploitaties schrijft het BBV verplicht voor op 2,0%.