Paragraaf 4 Financiering

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

In 2001 is de wet Financiering decentrale overheden (wet Fido) in werking getreden.  Decentrale overheden zijn verplicht een treasurystatuut op te stellen. De meest recente versie van ons treasurystatuut is vastgesteld op 16 december 2014. Eind 2022 is een start gemaakt om dit statuut in 2023 te vernieuwen en opnieuw vast te stellen.

Treasury wordt gedefinieerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurystatuut heeft als doel om sturing te geven aan de treasuryfunctie en om binnen de wettelijke kaders de financiële risico’s te beperken.

3. Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - 3. Schatkistbankieren

Vanaf 1 juli 2021 hoeven gemeenten minder overtollige middelen bij het Rijk aan te houden: de drempel voor het verplicht schatkistbankieren is verhoogd van 0,75 naar 2% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 1 miljoen. In afwijking van dit bedrag heeft Woerden gekozen voor een drempelbedrag van € 250.000, in samenhang met het besluit van de BNG om met ingang van 1 juli 2021 negatieve creditrente te berekenen. 

Het drempelbedrag voor de gemeente Woerden bij de BNG bedraagt voor het verslagjaar 2022 € 250.000; voor de middelen die bij 's Rijks schatkist worden aangehouden is het drempelbedrag € 3.100.000.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1.000):

Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen € 243 € 250 € 243 € 237
Ruimte onder het drempelbedrag € 2.857 € 2.850 € 2.857 € 2.863
Overschrijding van het drempelbedrag € - € - € - € -

4. Financieringspositie

Terug naar navigatie - 4. Financieringspositie

Het geïnvesteerd vermogen, dat zijn de boekwaarden van alle geactiveerde investeringen, bedraagt per 1-1-2022: € 268,9 miljoen en per 31-12-2022: € 276,9 miljoen. 

Het schuldrestant van de aangetrokken langlopende geldleningen bedraagt per 1-1-2022: € 166,6 miljoen en per 31-12-2022: € 208 miljoen. 

De stand van de eigen reserves en voorzieningen is op 1-1-2022 € 69,6 miljoen en op 31-12-2022 € 79,9 miljoen. Beide bedragen zijn excl. verliesvoorzieningen.

 

 

5. Risicobeheer

Terug naar navigatie - 5. Risicobeheer

Er wordt gestreefd naar het beheersen van risico’s. Onder risico’s wordt verstaan renterisico’s,
kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Koers- en valutarisico’s spelen in Woerden geen enkele rol. Transacties in vreemde valuta doen zich niet voor en de gemeente Woerden neemt alleen deel in het aandelenvermogen van twee (semi)overheidsgerichte instellingen, namelijk Bank Nederlandse Gemeenten en Vitens. Dit aandelenbezit is echter niet gebaseerd op winstoogmerk c.q. speculatieve doeleinden. Het risico van deze aandelen vinden wij te verwaarlozen. 
De aandelen worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs. 

De afgelopen jaren heeft Vitens geen dividend uitgekeerd als gevolg van de lage WACC (=Weighted Average Cost of Capital) en het hoge investeringsniveau. Ook in 2022 is er geen dividend uitgekeerd. De solvabiliteit en het eigen vermogen van Vitens laten echter een goede ontwikkeling zien. De BNG heeft in 2022 € 280.898 aan dividend uitgekeerd. 

Onderstaande tabel geeft de boekwaarde van de aandelen en het ontvangen dividend in 2022:

Omschrijving Boekwaarde 1-1-2022 Dividenduitkering
Aandelen BNG € 279.531 € 280.898
Aandelen Vitens € 72.902 € -
Totaal € 352.433 € 280.898

De risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet tijdig na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij (kredietrisico) wordt in het treasurystatuut geregeld conform de eisen gesteld in de Wet Fido. Uit voorgaande blijkt dat de kredietrisico’s die de gemeente Woerden loopt over haar treasuryactiviteiten gering zijn.

De te beheersen renterisico’s op grond van de Wet Fido uiten zich concreet in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide instrumenten beogen de renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan de korte en lange schuld.

6. Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - 6. Kasgeldlimiet

Voor de financiering van activiteiten doen gemeenten een beroep op de kapitaalmarkt, voor zover financiering uit eigen middelen niet mogelijk is. In de Wet Fido zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie van de decentrale overheden.
De kasgeldlimiet is het maximumbedrag waarvoor kortlopende middelen mogen worden aangetrokken op de geldmarkt. Dit maximum bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, na wijziging, met een minimum van € 300.000 (art. 3 lid 2 Wet Fido).

Voor overschrijding van de kasgeldlimiet bestaat een meldplicht. Voor Woerden is de kasgeldlimiet € 13,7 miljoen. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de gemeente dit aan de toezichthouder melden. Daarbij dient te worden aangegeven wanneer weer aan deze limiet wordt voldaan. Zolang niet aan dit wettelijk criterium wordt voldaan moeten de gegevens over de vlottende schuld weer elk kwartaal naar de toezichthouder worden gestuurd. In 2022 zijn onderstaande kasgeldleningen aangetrokken:

Bedrag Periode Rentepercentage Geldgever
5.000.000 27-07-2021 t/m 30-06-2022 -/-0,20% BNG
5.000.000 30-11-2021 t/m 30-06-2022 -/-0,40% BNG
8.000.000 18-01-2022 t/m 31-03-2022 -/-0,35% BNG
3.000.000 18-11-2022 t/m 13-12-2022 1,55% BNG

Bij het aantrekken van kasgeldleningen in 2022 heeft de gemeente Woerden een rentevergoeding ontvangen i.p.v. betaald.

7. Langlopende geldleningen

Terug naar navigatie - 7. Langlopende geldleningen

In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van het saldo van de langlopende geldleningen met gemiddeld rentepercentage.

Datum Saldo langlopende geldlening Gemiddeld rentepercentage Omslagpercentage
1-1-2004 33.285.655 4,96% 5,00%
1-1-2005 43.667.365 4,62% 4,75%
1-1-2006 51.202.322 4,46% 4,75%
1-1-2007 48.236.279 4,46% 4,75%
1-1-2008 53.269.177 4,42% 4,75%
1-1-2009 69.385.943 4,53% 4,50%
1-1-2010 65.573.368 4,53% 4,50%
1-1-2011 61.878.755 4,52% 4,25%
1-1-2012 70.525.129 4,43% 4,25%
1-1-2013 83.971.193 4,11% 3,75%
1-1-2014 83.658.793 3,92% 3,75%
1-1-2015 97.158.525 3,16% 3,75%
1-1-2016 88.417.993 3,52% 3,75%
1-1-2017 89.656.052 3,51% 3,75%
1-1-2018 94.871.638 3,22% 3,22%
1-1-2019 142.832.222 2,17% 2,20%
1-1-2020 146.826.340 2,04% 2,00%
1-1-2021 162.652.759 1,81% 1,50%
1-1-2022 166.593.586 1,44% 1,50%
31-12-2022 208.020.048 1,51% 1,50%

In 2022 zijn twee langlopende geldleningen aangetrokken: 
-    € 28 miljoen tegen 1,025% rente met een looptijd van 50 jaar en lineair aflosschema
-    € 35 miljoen tegen 2,504% rente met een looptijd van 35 jaar en lineair aflosschema

De geldlening van € 35 miljoen is in december 2022 aangetrokken ten behoeve van de liquiditeitsbehoefte van november 2022 tot eind 2023. 

In onderstaand overzicht worden de mutaties in de leningenportefeuille aangegeven voor 2022:

Stand per 1 januari 2022 € 166.593.586
Bij: Opgenomen geldleningen 2022 € 63.000.000
Af: aflossingen in 2022 € 21.573.538
Stand per 31 december 2022 € 208.020.048

Het genoemde bedrag aan aflossingen betreft de reguliere aflossingen. Er zijn geen geldleningen met een mogelijkheid tot vervroegde aflossing.

 

Rentepercentage
Conform de vastgestelde uitgangspunten is in de jaarrekening 2022 uitgegaan van een renteomslagpercentage van 1,5% (grondbedrijf 1,25%). De rentelasten worden volledig toegerekend aan de diverse programma’s op basis van de boekwaarde van de investeringen.

Renterisiconorm
Het renterisico op de vaste schuld is de mate waarin het saldo van de rentelasten verandert doorwijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer. Om dit risico te beperken schrijft de wet voor dat herfinanciering jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal mag bedragen.

De renterisiconorm stelt dus een kader voor een zodanige opbouw van de leningenportefeuille van de gemeente, dat renterisico door renteaanpassing en herfinanciering zo veel mogelijk wordt voorkomen. Hierdoor kan in enig jaar niet een onevenredig groot deel van leningenportefeuille worden geherfinancierd, zodat het renterisico op de vaste schuld over de jaren gespreid wordt. Het percentage van de risiconorm wordt genomen van het begrotingstotaal. Daaronder wordt verstaan het totaal van de lasten op de begroting. De renterisiconorm geldt niet voor gemeenten met een vaste schuld die lager is dan het begrotingstotaal. Zij hoeven zich niet aan de 20%-norm te houden. Daarmee krijgen die gemeenten de vrijheid om de spreidingsduur van de financiering naar eigen inzicht aan te passen. Deze situatie is voor de gemeente Woerden niet van toepassing.

Indien eventueel wordt afgeweken van de renterisiconorm kan ontheffing worden verleend. Als bij afwijkingen de toezichthouder wordt geïnformeerd en ontheffing wordt verkregen, handelt de gemeente rechtmatig. Zoals gezegd is deze situatie niet van toepassing op de gemeente Woerden.

De afgesloten leningen van de laatste 10 jaar zijn in onderstaande tabel opgenomen: 

jaar bedrag rente
(x € 1.000)
2013 6.000 2,90%
2014 10.000 2,06%
2014 10.000 1,61%
2016 10.000 0,75%
2017 15.000 1,47%
2018 10.000 -0,33%
2018 15.000 1,31%
2018 2.119 0%
2018 30.000 1,41%
2019 25.000 0,69%
2020 30.000 0,72%
2021 17.000 0,45%
2022 28.000 1,03%

8. Renteresultaat

Terug naar navigatie - 8. Renteresultaat

.

Werkelijk 2022
a1. externe rentelasten lange financiering 2.535.090
a2. externe rentelasten korte financiering 12.565
b. rentebaten -6.438
totaal a+b 2.541.217
c1. rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -115.194
c2. rente projectfinanciering door te berekenen taakvelden 0
totaal c -115.194
Saldo door te berekenen externe rente (a+b+c) 2.426.023
d1. rente over reserves 936.532
d1. rente over voorzieningen 150.679
d2. rente voorzieningen tegen contante waarde 0
totaal d 1.087.210
e. aan taakvelden door te berekenen externe rente (a+b+c+d) 3.513.233
f. werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 4.013.391
Renteresultaat op treasury (e-f) -500.158

9. Verwachting voor 2023 e.v.

Terug naar navigatie - 9. Verwachting voor 2023 e.v.

De financieringskosten (en eventuele opbrengsten) voor een gemeente hangen af van de rentetarieven op de geld- en kapitaalmarkt. Het al dan niet aantrekken van langlopende geldleningen is afhankelijk van ontwikkelingen op het gebied van grondexploitatiegebieden en (grote) investeringen.
Eind 2022 is een geldlening van € 35 miljoen aangegaan voor de liquiditeitsbehoefte 2023. De verwachting is dat de inflatie in 2023 en 2024 boven de doelstelling van de ECB zal liggen. De ECB is vastbesloten om de inflatie op middellange termijn terug te brengen naar de doelstelling van 2%. De centrale bank zal het monetaire beleid hierom verder verkrappen. De rente op zowel de geld- als kapitaalmarkt staat onder druk en vertoont een stijgende lijn.