Paragraaf 7 Kapitaalgoederen

1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - 1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Kapitaalgoederen zijn de gemeentelijke eigendommen (assets) in het fysiek domein. De paragraaf Kapitaalgoederen geeft inzicht in de beleidskaders, uit het beleid voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Kapitaalgoederen worden onderscheiden in drie categorieën:

Openbare ruimte: de openbaar toegankelijke wegen, parken en inrichting.
Riolering: het stelsel voor hemelwaterafvoer, huisaansluitingen en infiltratie. Riolering is financieel een gesloten systeem dat gevoed wordt vanuit de rioolheffing.
Vastgoed: gebouwen, zoals het gemeentehuis en de sporthallen, en niet-openbare terreinen, zoals de gemeentewerf, sportvelden en de begraafplaats.

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Per categorie wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste wettelijke kaders en op het gemeentelijk vastgesteld beleid.
Op alle onderwerpen is in relatie tot de kapitaalgoederen het gemeentelijk financieel beleid van toepassing:

  • Besluit Begroten en Verantwoorden en de Nota Financiële Sturing waarin de regels zijn vastgelegd ten aanzien van de financiering van exploitatie en investeringen.

Openbare ruimte
Het wettelijk kader voor de instandhouding van de openbare ruimte bestaat uit de zorgplicht om het areaal veilig te houden voor gebruik (inwoners, recreanten, passanten) en om te borgen dat beheer en onderhoud veilig kan geschieden (arbo). De belangrijkste wetgeving hier is:

  • Wegenwet (bevat eisen voor de verharding inclusief kunstwerken die deze functie vervullen)
  • Waterwet (bevat eisen voor de gemeentelijke taken Afvalwater, Regenwater en Grondwaterstand en hiertoe dient de rioolheffing)
  • Wet Milieubeheer (bevat eisen voor o.a. riolering en baggeren)
  • Woningwet, uitgewerkt in het bouwbesluit (bevat eisen voor bouwwerken geen gebouw zijnde en aansluiting van woningen op de omgeving)

Andere wetgeving zoals de Wegenverkeerswet en Wet Natuurbescherming zijn primair van toepassing bij (ver)bouw en in mindere mate bij instandhouding. De mate waarin aankomende Omgevingswet van invloed is op instandhouding is nog niet bekend.

Bovenop het wettelijk kader heeft de gemeente eigen beleid vastgesteld voor de instandhouding van de openbare ruimte:

  • Strategische Heroriëntatie 2020 (20R.00795) waarin primaire besloten is om financieel gestuurd beheer te voeren met een begroting die grofweg 10 mln. per jaar te kort komt om alles in stand te kunnen houden. Hiermee zijn veel aspecten/ambities uit andere beleidsdocumenten komen te vervallen, omdat niet meer gestuurd kan worden op ambities (veranderingen), uitstraling (schoon en heel) maar alleen op veiligheid (zorgplicht). 
  • Groenblauw omgevingsplan deel 1 2014-2023 (13R.00426)
  • Groenblauw omgevingsplan deel 2 2016-2023 (16R.00150)

Riolering
Het wettelijk uitgangspunt voor riolering omvat:

  • Waterwet (bevat eisen voor de gemeentelijke taken Afvalwater, Regenwater en Grondwaterstand en hiertoe dient de rioolheffing)
  • Wet Milieubeheer (bevat eisen voor o.a. riolering en baggeren)

Gemeentelijk is het volgende beleid vastgesteld:

  • Gemeentelijk WaterbeleidsPlan (GWP) 2018-2022
  • Klimaatbestendig 2050

Vastgoed
Gemeentelijk is het volgende beleid vastgesteld:

  • Beleidsplan Gemeentelijke Begraafplaatsen Woerden 2020-2030
  • Duurzaam meerjarenonderhoudsplan (DMOP) gebouwen 2023-2030

 

3. Openbare Ruimte

Terug naar navigatie - 3. Openbare Ruimte

Assetmanagement, het procesmatig en planmatig beheer van de openbare ruimte omvat alle activiteiten om de fysieke assets heel en veilig te houden binnen de gestelde kaders. Assetmanagement draait om de afweging tussen kosten, prestaties en risico's. Kosten zijn de berekening van de areaalomvang en benodigde maatregelen, om te voldoen aan de vastgestelde prestaties binnen acceptabele risico's.  Prestaties zijn de wettelijke en gemeentelijke beleidskaders.  Voor sturing op risico's is nog geen beleidskader gedefinieerd.

Zonder risicokader worden de benodigde middelen bepaald door de formule:

 

 

De openbare ruimte bestaat in hoofdlijn uit de volgende assets:

Assettype Omvang indicatie* Vervangwaarde* Kwaliteitseis
Verharding 2,8 mln. m2 € 300 mln. Zorgplicht
Beplanting 670 duizend m2 € 10 mln. Zorgplicht
Bomen 30 duizend stk € 20 mln. Zorgplicht
Bruggen en steigers 2,2 duizend stk € 70 mln. Zorgplicht
Gras 2,4 mln. m2 € 3,5 mln. Zorgplicht
Inrichtingselementen 60 duizend stk € 2,5 mln. Zorgplicht
Kademuren en damwanden 10 duizend m1 € 45 mln. Zorgplicht
Lichte beschoeiingen 100 duizend m1 € 21 mln. Zorgplicht
Markt- en Evenementenkasten 20 stk € 0,6 mln. Zorgplicht
Openbare Verlichting 11,5 duizend stk € 20 mln. Zorgplicht
Openbare verlichting elektrakasten 26 stk € 2 mln. Zorgplicht
Speeltoestellen 224 stk € 4,2 mln. Zorgplicht
Verkeerslichten en zakpalen 7 stk € 0,7 mln. Zorgplicht
Totaal € 500 mln.
* Peil 2020

In de Strategische Herorientatie 2020 (SH) is besloten om financieel gestuurd de openbare ruimte te beheren. Leidend hierbij is de begroting die structureel ca. 50% van het benodigde investeringsgeld en 50% van het benodigde exploitatiegeld bevat. 

Voor het onderhoud is de exploitatie ontoereikend om de assets goed te onderhouden en hun gewenste levensduur te laten behalen. De precieze omvang van de huidige investeringsachterstand in de openbare ruimte is niet bekend, maar door het investeringstekort loopt deze achterstand jaarlijks verder op.

In de onderhoudsprogrammering wordt jaarlijks de afweging gemaakt welke middelen aan welke assets toe te delen, bezien vanuit zorgplicht en ruimtelijk belang van de objecten. Op deze manier wordt integraal voor de openbare ruimte het onderhoud geprioriteerd.

Openbare Ruimte - inzicht in exploitatie

Terug naar navigatie - Openbare Ruimte - inzicht in exploitatie

Onderstaande tabel geeft inzicht in de exploitatie die gemoeid is met de openbare ruimte.
De grootste aandachtspunten over 2021 zijn:

  1. Exploitatieruimte ontoereikend
    In de SH 2020 is de benodigde exploitatieruimte geraamd op circa 10 mln. (exclusief kapitaalslasten etc.). In de begroting is de helft van dit budget opgenomen. Hierdoor wordt het dagelijks/klein onderhoud afgebouwd waardoor de uitstraling en leefbaarheid van de openbare ruimte afneemt. Vanaf 2023 wordt afname extra zichtbaar, doordat het nu lopende gevel-tot-gevel contract dan is afgelopen en de opvolgende contracten met een lagere eis voor uitstraling worden ingekocht. Door het tekort en het prioriteren op zorgplicht worden de middelen niet optimaal benut om de levensduur van de assets te borgen;

  2. Schade veroorzaakt door derden
    Door het tekort aan exploitatieruimte leiden schaden die veroorzaakt worden door derden en andere calamiteiten/tegenvallers tot een onvermijdelijke overschrijding, sinds 2021 wordt er beter opgestuurd om dit inzichtelijk te maken voor de P&C-cyclus;

  3. Elektriciteitskosten
    De energiecoördinatie is nog onvoldoende belegt in de organisatie waardoor ook in 2021 onduidelijkheden zijn in het verbruik en de afrekening hiervan.

  4. Stijgende werkvoorraad team Wijkonderhoud
    Team Wijkonderhoud ondersteunt op diverse fronten in het operationeel beheer van de openbare ruimte. Door de grote werkvoorraad moet team Wijkonderhoud prioriteren. Niet al het benodigde werk kan worden uitgevoerd en worden areaalwijzigingen niet doorgevoerd. Dit is een risico in het kader van de zorgplicht en informatievoorziening voor toekomstige beheerafwegingen.

  5. Formatieanalyse Beheer openbare ruimte
    Eind 2021 is gestart met een formatieanalyse voor het beheer van de openbare ruimte omdat al langere tijd het gevoel en de werkdruk aantoonde dat de capaciteit onvoldoende is. Als eerste analyse wordt de organisatie gereflecteerd aan de Gemeente Utrecht. Begin 2022 worden de eerste resultaten verwacht.
Exploitatie begroting Exploitatie jaarrekening Investeringen begroting Investeringen jaarrekening
Rekening 2021
  A) IBOR 1-Verhardingen 4.196.196 4.167.777 7.176.983 6.280.093
1-Straatreiniging 605.849 526.956 - -
1-Gladheidbestrijding 404.927 430.389 - -
2-Groenvoorziening 3.159.606 3.293.460 1.390.701 1.330.367
2-Onkruidbestrijding 547.256 550.080 - -
2-Speelvoorzieningen 416.454 417.582 261.209 245.467
3-Straatmeubilair 183.678 196.063 - -
3-Verkeersregelinstallaties 59.365 52.351 - -
3-Verlichting 1.138.125 957.595 897.027 884.252
4-Beschoeiingen 676.351 674.930 2.065.967 2.052.703
5-Civiele kunstwerken 1.310.041 1.262.683 1.013.526 848.842
Subtotaal € 12.697.848 € 12.529.866 € 12.805.413 € 11.641.724
B) Riolering 3.647.464 3.593.307 3.205.919 2.616.832
C) Baggeren 529.106 470.550 - -
D) Sportvelden 639.898 574.704 64.000 58.070
E) Begraafplaatsen -115.988 -206.519 90.000 67.117
Totaal € 17.398.328 € 16.961.908 € 16.165.332 € 14.383.743
E) Begraafplaatsen 33.391 28.039 - -
Totaal € 17.431.719 € 16.989.947 € 16.165.332 € 14.383.743

Openbare Ruimte - inzicht in investeringen

Terug naar navigatie - Openbare Ruimte - inzicht in investeringen

De grootste aandachtspunten over 2021 zijn:

  1. Investeringsruimte ontoereikend
    In de SH 2020 is de benodigde investeringsruimte geraamd op circa € 10 miljoen. In de begroting is de helft van dit budget opgenomen. Hierdoor lopen de investeringsachterstanden jaarlijks met ca. € 5 miljoen op. Jaarlijks wordt met de onderhoudsprogrammering een voorstel aan de gemeenteraad gedaan om de beschikbare middel zo optimaal mogelijk in te zetten.

  2. Vervangachterstand Openbare verlichting
    De openbare verlichting is verouderd door het uitblijven van investeringen sinds de terugkoop van Citytec. De huidige achterstand is geraamd op circa € 4 miljoen. De vervangprojecten die voor 2021 voorzien waren zijn door capaciteitsgebrek grotendeels naar 2022 verschoven. 
Investering verharding (wegen) Begroting Jaarrekening
Krediet renovatie verharding 2020 419.922 266.413
Krediet verharding 2021 5.070.000 4.826.437
Krediet renovatie verharding 2021 1.687.061 556.867
Doorlopende verplichtingen naar 2022 - 630.376
TOTAAL € 7.176.983 € 6.280.093

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

In financieel opzicht is het uitgangspunt een kostendekkende exploitatie via de tarieven. Wanneer sprake is van een incidentele verstoring (pieken of dalen) wordt een en ander geëgaliseerd door een bijdrage uit of storting in de voorziening Riolering. Hiermee wordt gezorgd voor kostendekkend  waterbeheer vanuit de rioolheffing voor de lange termijn.

Reconstructies waarbij riolering is vervangen zijn samen met verharding opgepakt (zie Openbare ruimte – inzicht in investeringen);

Exploitatie Riolering Begroting Jaarrekening
Kapitaalslasten 1.749.218 1.699.295
Jaarrekening werken 1.434.908 1.417.717
Interne uren (loonkosten) 463.338 476.295
TOTAAL € 3.647.464 € 3.593.307
Investeringen Riolering Begroting Jaarrekening
Duikers en drainage 2020 73.045 67.062
Duikers en drainage 2021 105.000 106.365
Vrijvervalriolering 2020 27.381 15.013
Vrijvervalriolering 2021 2.167.100 1.661.225
Extra duikers klimaatadaptatie 2020 81.413 16.464
Extra duikers klimaatadaptatie 2021 100.000 43.524
Gemalen klimaatadaptatie 2020 210.980 24.766
Uitvoeringsplan kbor 2021 441.000 0
Doorlopende verplichtingen naar 2022 - 682.413
TOTAAL € 3.205.919 € 2.616.832

Vastgoed

Terug naar navigatie - Vastgoed

Begraafplaatsen
Het uitgangspunt is een kostendekkende exploitatie van de gemeentelijke begraafplaatsen. De gemeentelijke begraafplaatsen worden op kwaliteitsniveau B onderhouden. Entrees of andere gezichtsbepalende plekken op een begraafplaats wordt onderhouden op kwaliteitsniveau A. 

Gebouwen
Uitgangspunt voor het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed is het geactualiseerde meerjaren-onderhoudsplan, gebaseerd op de NEN 2767. Met ingang van 2021 is het meerjaren-onderhoudsplan ten behoeve van het gemeentelijk vastgoed voor de periode 2023-2030 volledig geactualiseerd en omgezet naar een duurzaam meerjaren-onderhoudsplan (DMOP). Door middel van het inzetten van het DMOP wordt inzichtelijk gemaakt welke duurzame keuzes gemaakt kunnen worden bij regulier vervangingsonderhoud op natuurlijke vervangingsmomenten. Voorbeelden van duurzame keuzes bij regulier vervangingsonderhoud zijn duurzaam materiaal gebruik, duurzame vervanging van componenten of onderdelen van installaties en het aanbrengen van isolatie bij de vervanging van dakbedekking. 
Extra investeringen die nodig zijn om gebouwen energieneutraal te maken of om het energielabel met stappen te verbeteren zijn niet in het DMOP opgenomen. Dergelijke maatregelen vragen om een aparte besluitvorming van de gemeenteraad.

Het beleidsniveau voor de uitvoering van het plan is conditiescore 3 (wat overeenkomt met cijfer van ongeveer 6,5 op een schaal van 10). De actuele gemiddelde jaarlijks benodigde middelen voor uitvoering van het onderhoud bedragen plusminus € 1,7 miljoen. De jaarlijkse begrotingslast voor het dekking van onderhoud bedraagt ca. € 1,29 miljoen. Deze begroting wordt jaarlijks geïndexeerd. In meerjarenperspectief is er sprake van een tekort, wat bij ongewijzigd beleid in 2024 dreigt te resulteren in een uitputting van de bestemmingsreserve Onderhoud gemeentelijk vastgoed. De bestemmingsreserve is tevens de dekking voor uitvoering van het meerjaren-onderhoudsplan.

Het geactualiseerde meerjaren-onderhoudsplan wordt in 2022 ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. Op advies van de accountant wordt de gemeenteraad tevens gevraagd een onderhoudsvoorziening te vormen voor het groot onderhoud. Voor een sluitende onderhoudsbegroting en het kunnen vormen van de onderhoudsvoorziening is structureel extra geld nodig met ingang van 2023. Door middel van het vaststellen van het plan en het beschikbaar stellen van de benodigde middelen is er sprake van een sluitende begroting en wordt het gemeentelijk vastgoed in de benodigde technische staat gehouden.