Paragraaf 6 Financiering

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

In 2001 is de wet Financiering decentrale overheden (wet Fido) in werking getreden. Volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is de gemeente verplicht om een zogenoemde treasuryparagraaf op te nemen in de begroting en de jaarrekening. Ook zijn de decentrale overheden verplicht een treasurystatuut op te stellen. De meest recente versie van ons treasurystatuut is vastgesteld op 16 december 2014.

Treasury wordt gedefinieerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurystatuut heeft als doel om sturing te geven aan de treasuryfunctie en om binnen de wettelijke kaders de financiële risico’s te beperken.

Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) van kracht geworden, met als uitvloeisel de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Die laatste houdt in dat alle decentrale overheden verplicht zijn om hun overtollige middelen aan te houden bij de schatkist van het Rijk. Daarbij geldt wel een drempelbedrag. De hoogte daarvan is afhankelijk van de financiële omvang van de betreffende decentrale overheid, afgemeten aan de omvang van de begroting (dezelfde maatstaf wordt gebruikt voor de berekening van de kasgeldlimiet). De drempel was oorspronkelijk gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal bij een begrotingstotaal kleiner dan € 500 miljoen (bij een groter begrotingstotaal is de drempel gelijk aan € 3,75 miljoen plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat). De drempel is nooit lager dan € 250.000, wat betekent dat een decentrale overheid altijd gemiddeld € 250.000 buiten de schatkist mag houden. Vanaf 1 juli 2021 hoeven gemeenten minder overtollige middelen bij het Rijk aan te houden: de drempel voor het verplicht schatkistbankieren is verhoogd van 0,75 naar 2% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 1 miljoen. In afwijking van dit bedrag heeft Woerden gekozen voor een drempelbedrag van € 250.000, in samenhang met het besluit van de BNG om met ingang van 1 juli 2021 negatieve creditrente te berekenen.

Het drempelbedrag voor de gemeente Woerden bij de BNG bedraagt voor het verslagjaar 2021 tot 1 juli 2021 € 847.500 en vanaf 1 juli 2021 € 250.000 en bij de Rijks schatkist aangehouden middelen zijn de drempelbedragen resp. 1.050.000 en 2.799.000.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1.000)

  Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 641 590 234 244
Ruimte onder het drempelbedrag 409 459 2.565 2.556
Overschrijding van het drempelbedrag   - - -

 

Financieringspositie
Het geïnvesteerd vermogen, dat zijn de boekwaarden van alle geactiveerde investeringen, bedraagt per 1-1-2021: € 273,5 miljoen en per 31-12-2021: € 278,4 miljoen.

Het schuldrestant van de aangetrokken langlopende geldleningen bedraagt per 1-1-2021: € 162,7 miljoen en per 31-12-2021: € 166,6 miljoen.

De stand van de eigen reserves en voorzieningen is op 1-1-2021 € 69,6 miljoen en op 31-12-2021 € 69,6 miljoen. Beide bedragen zijn excl. verliesvoorzieningen.


Risicobeheer
Er wordt gestreefd naar het beheersen van risico’s. Onder risico’s wordt verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.

Koers- en valutarisico’s spelen in Woerden geen enkele rol. Transacties in vreemde valuta doen zich niet voor en de gemeente Woerden neemt alleen deel in het aandelenvermogen van twee (semi)overheidsgerichte instellingen, namelijk Bank Nederlandse Gemeenten en Vitens.
Dit aandelenbezit is echter niet gebaseerd op winstoogmerk c.q. speculatieve doeleinden. Het risico van deze aandelen vinden wij te verwaarlozen. De aandelen worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs.

Van Vitens is voor het jaar 2021 geen dividend uitgekeerd. De BNG heeft een gedeeltelijke dividenduitkering gedaan. Achtergrond hiervan is de significante schok die de coronapandemie de economie toebrengt en de rol die voor banken is voorzien om de effecten zo veel als mogelijk te mitigeren.

Onderstaande tabel geeft weer de boekwaarde van de aandelen en het ontvangen dividend in 2021:

Omschrijving Boekwaarde 1-1-2021 Dividenduitkering
Aandelen BNG € 279.531 € 222.994
Aandelen Vitens € 72.902 € 0
Totaal € 352.433 € 222.994

 

De risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet tijdig na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij (kredietrisico) wordt in het treasurystatuut geregeld conform de eisen gesteld in de Wet Fido.
Uit voorgaande blijkt dat de kredietrisico’s die de gemeente Woerden loopt over haar treasuryactiviteiten gering zijn.

De te beheersen renterisico’s op grond van de Wet Fido uiten zich concreet in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide instrumenten beogen de renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan de korte en lange schuld.

Kasgeldlimiet
Voor de financiering van activiteiten doen gemeenten een beroep op de kapitaalmarkt, voor zover financiering uit eigen middelen niet mogelijk is. In de Wet Fido zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie van de decentrale overheden.

De kasgeldlimiet is het maximumbedrag waarvoor kortlopende middelen mogen worden aangetrokken op de geldmarkt. Dit maximum bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, na wijziging, met een minimum van € 300.000 (art. 3 lid 2 Wet Fido).

Met ingang van 2009 is het provinciaal toezicht ingebed in het reguliere begrotingstoezicht. De informatie over de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt opgenomen in de bij de begroting en het jaarverslag behorende financieringsparagraaf.

Voor overschrijding van de kasgeldlimiet bestaat een meldplicht. Voor Woerden is de kasgeldlimiet €  11,9 miljoen. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de gemeente dit aan de toezichthouder melden. Daarbij dient te worden aangegeven wanneer weer aan deze limiet wordt voldaan. Zolang niet aan dit wettelijk criterium wordt voldaan moeten de gegevens over de vlottende schuld weer elk kwartaal naar de toezichthouder worden gestuurd.

In 2021 zijn onderstaande kasgeldleningen aangetrokken:

Bedrag Periode Rentepercentage Geldgever
5.000.000 07-07-2020 t/m 30-03-2021 -/-0,25% BNG
3.000.000 13-10-2020 t/m 26-02-2021 -/-0,30% BNG
12.000.000 02-11-2020 t/m 31-03-2021 -/-0,25% BNG
5.000.000 15-01-2021 t/m 26-02-2021 -/-0,40% BNG
1.000.000 29-01-2021 t/m 26-02-2021 -/-0,30% BNG
3.000.000 1-02-2021 t/m 26-02-2021 -/-0,40% BNG
3.000.000 16-02-2021 t/m 26-02-2021 -/-0,40% BNG
5.000.000 30-03-2021 t/m 30-04-2021 -/-0,40% BNG
8.000.000 31-03-2021 t/m 30-04-2021 -/-0,40% BNG
10.000.000 30-04-2021 t/m 31-05-2020 -/-0,40% BNG
8.000.000 31-05-2021 t/m 30-06-2021 -/-0,40% BNG
4.700.000 02-06-2021 t/m 30-06-2021 -/-0,40% BNG
5.000.000 27-07-2021 t/m 30-06-2022 -/-0,20% BNG
5.000.000 30-11-2021 t/m 30-06-2022 -/-0,40% BNG

 

Bij het aantrekken van kasgeldleningen in 2021 heeft de gemeente Woerden een rentevergoeding ontvangen i.p.v. betaald.

Renterisiconorm
Het renterisico op de vaste schuld is de mate waarin het saldo van de rentelasten verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer. Om dit risico te beperken schrijft de wet voor dat herfinanciering jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal mag bedragen.

De renterisiconorm stelt dus een kader voor een zodanige opbouw van de leningenportefeuille van de gemeente, dat renterisico door renteaanpassing en herfinanciering zo veel mogelijk wordt voorkomen. Hierdoor kan in enig jaar niet een onevenredig groot deel van leningenportefeuille worden geherfinancierd, zodat het renterisico op de vaste schuld over de jaren gespreid wordt.
Het percentage van de risiconorm wordt genomen van het begrotingstotaal. Daaronder wordt verstaan het totaal van de lasten op de begroting. De renterisiconorm geldt niet voor gemeenten met een vaste schuld die lager is dan het begrotingstotaal. Zij hoeven zich niet aan de 20%-norm te houden. Daarmee krijgen die gemeenten de vrijheid om de spreidingsduur van de financiering naar eigen inzicht aan te passen. Deze situatie is voor de gemeente Woerden van toepassing.

Indien eventueel wordt afgeweken van de renterisiconorm kan ontheffing worden verleend. Als bij afwijkingen de toezichthouder wordt geïnformeerd en ontheffing wordt verkregen, handelt de gemeente rechtmatig. Zoals gezegd is deze situatie niet van toepassing op de gemeente Woerden.

Renteresultaat 2021

Omschrijving  Werkelijk
Rente langlopende geldleningen € 2.822.456
Ontvangen rente geldleningen -/-  64.361
Rente kortlopende geldleningen  -/- 33.694
Rente spaargelden 43.794
Doorberekende rente grondexploitaties -114.033
Rente eigen vermogen 1.334.871
Aan taakvelden toegerekende rente -3.929.943
Totaal € 58.501

Langlopende geldleningen
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van het saldo van de langlopende geldleningen met gemiddeld rentepercentage.

 

Datum Saldo langlopende geldleningen Gemiddeld rentepercentage Omslagpercentage
1-1-2004 33.285.655 4,96% 5,00%
1-1-2005 43.667.365 4,62% 4,75%
1-1-2006 51.202.322 4,46% 4,75%
1-1-2007 48.236.279 4,46% 4,75%
1-1-2008 53.269.177 4,42% 4,75%
1-1-2009 69.385.943 4,53% 4,50%
1-1-2010 65.573.368 4,53% 4,50%
1-1-2011 61.878.755 4,52% 4,25%
1-1-2012 70.525.129 4,43% 4,25%
1-1-2013 83.971.193 4,11% 3,75%
1-1-2014 83.658.793 3,92% 3,75%
1-1-2015 97.158.525 3,16% 3,75%
1-1-2016 88.417.993 3,52% 3,75%
1-1-2017 89.656.052 3,51% 3,75%
1-1-2018 94.871.638 3,22% 3,22%
1-1-2019 142.832.222 2,17% 2,20%
1-1-2020 146.826.340 2,04% 2,00%
1-1-2021 162.652.759 1,81% 1,50%

 

In 2021 is er één langlopende geldlening aangetrokken van € 17 miljoen tegen 0,452% rente met een looptijd van 35,5 jaar lineair.

Grote uitgaven zijn gedaan in het kader van:
- Vervanging verhardingen
- Vervanging duiker Oostdam
- Verbetering wegenstructuur Woerden West
- Bruggen
- Vrij-vervalriolering

In onderstaand overzicht worden de mutaties in de leningenportefeuille aangegeven voor 2021:

Stand per 1 januari 2021 € 162.652.759
Bij: opgenomen geldlening 2021 17.000.000
Af: aflossingen in 2021 -/- 13.059.163
Stand per 31 december 2021

€ 166.593.586

 

 

Het genoemde bedrag aan aflossingen betreft de reguliere aflossingen. Er zijn geen geldleningen met een mogelijkheid tot vervroegde aflossing.

Rentepercentage
Conform de vastgestelde uitgangspunten is in de jaarrekening 2021 uitgegaan van een renteomslagpercentage van 1,5% (grondbedrijf 1,35%). De rentelasten worden volledig toegerekend aan de diverse programma’s op basis van de boekwaarde van de investeringen.

Verwachting voor 2022 en 2023
De financieringskosten (en eventueel) opbrengsten voor een gemeente hangen af van de rentetarieven op de geld- en kapitaalmarkt. Het al dan niet aantrekken van langlopende geldleningen is afhankelijk van ontwikkelingen op het gebied van grondexploitatiegebieden en (grote) investeringen.
Gelet op de te verwachten investeringen is het aantrekken van kort en lang geld onvermijdelijk. Eind februari 2022 is een langlopende geldlening aangegaan van € 28 miljoen.

De rente  op zowel de geld- als kapitaalmarkt staat onder druk en vertoont een stijgende lijn. De ontwikkeling van rentetarieven kent altijd een bepaalde mate van onzekerheid, die wordt versterkt door de actuele situatie in de wereld.