Het gemeentelijk grondbeleid is ondersteunend aan de door het bestuur geformuleerde beleidsdoelstellingen. Grondverwerving, -productie, -uitgifte en -beheer zijn onmisbare en logische ingrediënten van elke ontwikkeling met ruimtelijke consequenties. Het gaat om het bouwen van woningen, bedrijven, de aanleg van wegen of het realiseren van scholen en andere maatschappelijke voorzieningen.
De gemeentelijke doelstellingen van en werkwijzen binnen het grondbeleid, inclusief het te voeren grondprijsbeleid liggen vast in de door de raad vastgestelde nota ‘Vaste grond voor beleid’. In 2011 is een addendum op deze nota vastgesteld. Voor particuliere locatie-ontwikkelingen is tevens in 2014 de nota Kostenverhaal door de raad vastgesteld. Met de nota Vaste grond voor beleid wordt ook invulling gegeven aan de begrotingsvoorschriften die een transparant en ingekaderd grondbeleid beogen. Het grondprijsbeleid wordt uitgewerkt in de – elk jaar door het college vast te stellen – grondprijsbrief, die ook dit jaar door ons college wordt vastgesteld. Tevens worden jaarlijks het Meerjarenperspectief Grondbedrijf en de herziene grondexploitaties naar uw raad gestuurd. Ook in 2019 wordt deze cyclus doorlopen.
Ontwikkelingen op de vastgoedmarkt
De groei van de Nederlandse economie hoorde in de afgelopen jaren tot de grootste van alle West-Europese landen. Voor de komende jaren wordt nog steeds een economische groei verwacht, maar deze zal naar verwachting enigszins afvlakken. Er is sprake van; 'aantrekkende werkgelegenheid, dalende werkloosheid, hoger beschikbaar inkomen, hogere consumptie en meer investeringen', aldus het CPB. Die economische voorspoed, die sinds enkele jaren is ingezet, uit zich ook op de vastgoedmarkt. Specifiek op de woningmarkt is sprake van een krappe markt. Door de spanning op de woningmarkt, de lage rentestanden en de hoogconjunctuur continueert de stijging van de woningprijzen en is het aanbod van te koop staande woningen nog minimaal.
Het Centraal Planbureau stelt in de Macro Economische Verkenning (MEV) 2019 dat de Nederlandse economie de wind goed in de zeilen heeft, maar dat het met de dag ook duidelijker wordt dat de neerwaartse risico’s voor Nederland dichterbij komen. Dit zijn risico’s (o.a. Brexit) die de groei van de economie kunnen schaden. Het is dan ook van belang om ondanks het positieve sentiment, realistische toekomstverwachtingen te hebben, gezien de ervaringen ten tijde van de financiële en economische crisis. In de MEV rekent het CPB met een economische groei van 2,6% in 2019. De werkloosheid daalt naar 3,5% en de koopkracht neemt toe met 1,5%. Deze positieve toekomstverwachting is realistisch als onderlegger voor het Woerdense grondbeleid.
Het aantal verkochte woningen in Nederland laat voor het eerst sinds 2013 een daling zien. Waar in 2017 nog circa 242.000 woningen werden verkocht, is het aantal in 2018 gedaald naar 214.000 woningen. De woningprijs is in het eerste kwartaal van 2019 met 10,3% toegenomen ten opzichte van het eerste kwartaal van 2018. Voor het eerst in 18 kwartalen is in het eerste kwartaal van 2019 het woningaanbod toegenomen.
Het consumentenvertrouwen heeft in het eerste kwartaal van 2019 ten opzichte van het eerste kwartaal van 2018 een dieptepunt bereikt, maar zit sindsdien weer in de lift. Consumenten zijn negatiever over hun financiële situatie en vinden de tijd voor het doen van grote aankopen minder gunstig. Het vertrouwen van de consument verbetert echter sinds het eerste kwartaal van 2019 weer enigszins. De algemene koopbereidheid is dan ook weer aan het toenemen, maar bevind zich vooralsnog onder het niveau van het eerste kwartaal van 2018.