Bij overschrijding van de signaleringswaarde 2 dient de gemeenteraad een expliciet besluit te nemen en bij overschrijding van de signaleringswaarde 3 wordt ter ondersteuning van het te nemen raadsbesluit inzichtelijk gemaakt dat is voldaan aan de volgende drie voorwaarden:
- De exploitatie is voor ieder jaar minimaal sluitend.
- In de meerjarenbegroting is binnen 3 jaar zicht op een verbetering van de solvabiliteit of netto schuldquote naar minimaal signaleringsniveau 2.
- Het risicoprofiel van de leningenportefeuille is evenwichtig.
Bij de presentatie van het rapport van Deloitte, begin dit jaar, heeft Deloitte aangegeven dat zij bij het samenstellen van het rapport, samen met de organisatie heeft geconstateerd dat de meerjarige balans niet aansloot bij de investeringsplanning. Bij de meerjarige balans was rekening gehouden met een onderuitputting van de investeringen (zoals in veel gemeenten worden investeringen in het jaar zelf niet volledig uitgegeven). Bij het opstellen van de begroting 2020-2023 hebben wij daarin een flinke slag gemaakt en is deze consistentie hersteld. De kengetallen zijn hiermee consistent met de investeringsplanning en de geprognosticeerde balans. Hiermee rekening houdend constateren wij dat het beeld (de trend) in de voorliggende begroting in de lijn ligt van de rapportage.
De schuldquote ontwikkelt zich van 146% in 2020 naar 172% in 2023. Dat is hoger dan de in het amendement opgenomen signaleringswaarden.
Invulling:
Door de slag die wij gemaakt hebben kan de volgende stap worden gezet in de sturing van met name de meerjarige schuldquote. Wij voorzien hierin door middel van de volgende aanpak (mede ter invulling van de adviezen 5 en 8):
a. In de Voorjaarsrapportage is een overzicht van vervangingsinvesteringen, investeringen bestaand beleid en investeringen budgettair neutraal voorgelegd. De komende maanden zal deze samen met de organisatie op realiteitsgehalte worden getoetst (dat houdt concreet in of de planning van de uitgaven van de investeringen realistisch is, advies 3). In de berekeningen zit op basis van de prognoses een fors volume aan investeringen in 2019 en tevens een aanzienlijke afname van de reserves. De komende periode zal het realiteitsgehalte hiervan worden geanalyseerd.
b. De resultaten hiervan zullen worden doorgerekend in een geactualiseerde meerjarige schuldquote.
c. Als deze – ook op langere termijn - boven de signaleringswaarde komen, dan zullen wij kaderstellend aan de raad uitspraken vragen over de prioritering van de investeringen. Daarbij wordt als suggestie meegenomen een gewenst investeringsplafond van gemiddeld 15-20 miljoen euro per jaar (advies 3).
De stappen a tot en met c zullen resulteren in een ‘’notitie investeringsplanning’’ die wij medio december/januari aan de raad zullen aanbieden. Vanuit deze notitie worden dan ook pas de investeringen voor 2020 door de raad geautoriseerd (‘’investeringspauze’’), waarbij wij opmerken dat investeringen op het gebied van de openbare ruimte, waarvan de voorbereiding in gevorderd stadium is, wel doorgang zullen vinden.
In de bovenvermelde notitie zullen wij aangeven hoe wij de indicatoren voor 10 jaar zullen berekenen en wat daarvoor nodig is. Vooralsnog hebben wij onze focus gelegd op een betrouwbare/consistente berekening van de indicatoren.
Ten aanzien van de leningenportefeuille constateren wij dat ook in de toekomst bij het aantrekken van geldleningen nadrukkelijk bewaakt moeten worden dat ook de toekomstige leningenportefeuille voldoende evenwichtig blijft qua risicoprofiel (advies 4).
De adviezen rondom het organiseren van een robuust risicomanagement en de professionalisering van de treasury functie worden nog dit jaar verder uitgewerkt (advies 6/7).
Tenslotte zullen wij op korte termijn de raadsvoorstellen met een kop ‘’gevolgen schuldquote’’ aanvullen, zodat bij elk raadsvoorstel dat de schuldquote raakt aangegeven wordt wat de gevolgen voor de schuldquote zijn, zodat de raad hierop haar afweging kan maken.