Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 1. Wat is het doel van deze paragraaf?

De financiële positie van een gemeente bestaat uit de exploitatie en het eigen vermogen. Het niet geoormerkte vermogen (= de beschikbare weerstandscapaciteit) is van belang om te bepalen of de gemeente financieel gezond is, wat mede afhankelijk is van het risicoprofiel.

Voor het beoordelen van de financiële positie is daarom inzicht nodig in de omvang en achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft inzicht in het vermogen van de gemeente Woerden om niet-gedekte risico’s op te vangen.

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Wettelijk kader
De gemeente heeft voor wat betreft het weerstandsvermogen en risicobeheersing met een aantal wetten en toezichthoudende partijen te maken: Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), Rijk, provincie Utrecht en accountant. De informatie die in deze paragraaf is opgenomen, is vooral gebaseerd op het BBV. Hierin staat dat in deze paragraaf een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, een inventarisatie van de risico's en het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s moet worden opgenomen.

Gemeentelijk beleid
Hoe we omgaan met risico’s en de bepaling en aanwending van het weerstandsvermogen hebben we vastgelegd in de Financiële Verordening. De recentste versie van dit document is door de raad vastgesteld in april 2025. Ons beleid is erop gericht om goed zicht te hebben op de risico’s die het behalen van onze doelstellingen in de weg kunnen staan. De risico’s die we onderkennen worden geanalyseerd en afhankelijk van het type risico worden beheersmaatregelen opgesteld en uitgevoerd. Dit proces is cyclisch opgebouwd en maakt onderdeel uit van ons planning-en-control-instrumentarium.

Over de aanwending van de weerstandscapaciteit bepaalt ons beleid:

  • Voor zover mogelijk treffen we maatregelen ter beperking van de schade.
  • Voor zover de schade niet kan worden beperkt, analyseren we in hoeverre de kosten kunnen worden betaald uit de daarvoor bedoelde programmabudgetten. Dit geldt ook voor de kosten die verbonden zijn aan het treffen van de maatregelen.
  • Als dat niet mogelijk of bestuurlijk ongewenst is, wordt een beroep gedaan op de aanwezige weerstandscapaciteit.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit - Inleiding

Zoals er sprake is van incidentele en structurele risico’s, zo is ook sprake van incidentele en structurele weerstandscapaciteit. In onderstaande tabel is opgenomen welke onderdelen kunnen worden onderscheiden binnen onze gemeente en in hoeverre deze structureel of incidenteel zijn.

Conclusie op basis van dit overzicht is dat er aanmerkelijk meer incidentele dan structurele dekking is. Dit is geen probleem. Bij de kwantificering van de risico’s wordt hiermee rekening gehouden door structurele risico’s dubbel te laten meetellen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat een structureel risico binnen een tijdsbestek van 3 tot 4 jaar kan worden opgevangen, waarbij in het eerste jaar de impact 100% bedraagt, in het tweede jaar 75%, in het derde jaar 25% en in het vierde jaar 0%.

Bedragen x € 1.000 Rekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2028
Algemene reserve incidenteel 43.933 42.833 44.896 44.896 44.896 44.896
Algemene reserve grondbedrijf incidenteel 13.292 8.589 13.292 13.292 13.292 13.292
Stille reserves incidenteel 0 0 0 0 0 0
Onvoorzien structureel 27 0 0 0 0 0
Onbenutte belastingcapaciteit structureel 659 659 2.517 2.517 2.517 2.517
Totaal (excl. onbenutte belastingcapaciteit) € 57.252 € 51.422 € 58.188 € 58.188 € 58.188 € 58.188
Totaal (incl. onbenutte belastingcapaciteit) € 57.911 € 52.081 € 60.705 € 60.705 € 60.705 € 60.705

Op de tabel is de volgende toelichting te geven:

  • Algemene reserve. De incidentele weerstandscapaciteit van de gemeente Woerden wordt hoofdzakelijk gevormd door de algemene reserve. Andere reserves worden niet meegerekend, omdat hiervoor een bestemming in de begroting is opgenomen.
  • Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG). In het overzicht met risico's worden ook de risico's ten aanzien van grondexploitaties meegenomen. Daarom wordt ook de ARG meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit.
  • Stille reserves. De stille reserves van de gemeente Woerden worden vanwege hun speculatieve karakter op 0 gewaardeerd.
  • Onvoorzien. Ter dekking van onvoorziene begrotingsuitgaven in de loop van het jaar werd t/m 2024 in de begroting een budget onvoorzien opgenomen. 
  • Onbenutte belastingcapaciteit. Deze indicator geeft aan in welke mate wij risico's kunnen opvangen door belastingen te verhogen en zo de inkomsten te verhogen. Daarbij maken wij gebruik van de zogenoemde artikel 12-norm. Dit is de norm waarmee het Rijk aangeeft tot welk bedrag de OZB kan worden verhoogd op het moment dat een gemeente in financiële problemen komt. De berekening ziet er als volgt uit:
(Bedragen x € 1.000) Baten begroting 2026 Tarief OZB Totale WOZ-waarde
Eigenaren woningen 12.073 0,1085% 11.127.189
Eigenaren niet-woningen 4.475 0,3854% 1.161.131
Gebruikers niet-woningen 2.790 0,2866% 973.482
Totale baten 19.338 13.261.802
Art.12-norm (bron: meicirculaire 2025) 0,1648%
Maximale baten (0,1648% x totale WOZ-waarde) 21.855
Onderdekking rioolheffing -
Onderdekking afvalstoffenheffing -
Onbenutte ruimte (maximale totale baten) € 2.517

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's - Risico's

Onderstaande tabel bevat een overzicht van de risico’s die na toepassing van de beheersmaatregelen een financieel (rest)risico van € 100.000 of meer laten zien en waarvoor geen voorziening of reserve in het leven is geroepen. Het overzicht toont de belangrijkste geïnventariseerde risico’s. Deze risico’s vertegenwoordigen in euro’s uitgedrukt 98% van het totaal aan risico’s. Wij presenteren alleen de risico’s van € 100.000 of meer, om focus te houden op de risico’s die substantieel van aard zijn. De risico’s kleiner dan € 100.000 zijn als totaalregel onderaan de tabel opgenomen.

In algemene zin is het risicoprofiel iets toegenomen. Dit wordt voornamelijk verklaard doordat we de afgelopen jaren steeds te maken hebben met stijgende zorgkosten, maar ook met bijvoorbeeld stijgende kosten in het ruimtelijk domein.

Anderzijds hebben we voor een aantal risico's het risicoprofiel verlaagd, daar waar we constateren dat er afdoende beheersmaatregelen zijn getroffen of geen sprake is van een financieel risico.

Program-ma Omschrijving Toelichting Beheersmaatregel Maat-regel uitge-voerd Impact (Bedrag x € 1.000) Kans I/S * Kans x omvang (Bedrag x € 1.000)
6 Grondexploitaties Binnen de grondexploitaties bestaan risico's op o.a. kostenstijgingen, lagere opbrengsten en langere exploitatieperiodes. In het MPG (Meerjarenperspectief Grondbedrijf) zijn deze risico's via een Monte Carlo simulatie berekend. Projectbeheersing van de grondexploitaties, sturing op de (financiële) uitkomst. Ja 6.200
2 en 6 Urenschrijven In de begroting rekenen wij met een bepaald aantal uren dat declarabel is op investeringen, kostenverhaal en projecten. Het risico is aanwezig dat minder declarabele uren gemaakt worden dan begroot. Opstellen teamplannen, sturing op declarabele uren en herijking van werkzaamheden. Nee 1.800 75% S 2.700
3 Maatwerk jeugd Toenemende kosten jeugdzorg Doordat jeugdzorgtaken ‘open einde regelingen’ zijn, is geen zekerheid te krijgen en geen grens te stellen aan het aantal aanvragen voor ondersteuning. Een specifieke oorzaak voor dit risico is dat andere organisaties dan de gemeenten (mn SAVE en de huisartsen) jeugdigen kunnen indiceren voor hulpverlening. Ook speelt hier de beperkte beschikbaarheid van aanbieders een rol, wat een opwaarts effect kan hebben op de tarieven. Beheersing via periodieke monitor sociaal domein. Bij afwijkingen worden zo mogelijk maatregelen getroffen om de kostenstijging te beperken. Ja 2.000 50% S 2.000
3 WMO Toenemende kosten door vergrijzing en door de aanzuigende werking door het abonnementstarief. Mogelijke maatregel in het volume van de verstrekking, aantal uur per week dat Huishoudelijke hulp verstrekt wordt. Onderzoeken welke ruimte de wet biedt. Andere maatregelen onderzoeken met sociaal team. Nee 2.000 50% S 2.000
2 IBOR - Riolering Bij de Strategische Heroriëntatie in 2020 zijn budgetten voor IBOR verlaagd. Hierdoor kunnen minder activiteiten worden uitgevoerd. Hiermee komen (wettelijke) taken van R&B onder druk te staan. Gevolgen van imago schade tot juridische aansprakelijkheid. In de daarop volgende jaren zijn budgetten wel weer verhoogd, maar er is nog onvoldoende inzicht of budgetten nu toereikend zijn. Overschrijding voor producten waar lopende contracten met landelijke indexen zijn voorgeschreven of waar wettelijke zorgplicht dwingt tot ingrijpen ook als het budget niet toereikend is. Het mogelijk aanvullend benodigde onderhoudsbudget kan worden bijgeraamd in de begroting ten laste van de Algemene Reserve. Binnen de financiële spelregels is hiervoor ruimte. Ja 1.000 75% S 1.500
7 Wethouderspenioenen De benodigde voorziening voor wethouderspensioenen wordt actuarieel berekend en is sterk afhankelijk van de renteontwikkelingen. Een rentedaling kan zorgen dat een aanvullende storting nodig is om de voorziening voor wethouderspensioenen weer op het benodigde niveau te krijgen. Geen Nee 800 50% S 800
2 IBOR - Meldingen Openbare Ruimte De toename in meldingen hebben een negatief effect op de effectieve inzet van middelen en personeel. Inzet van geld en capaciteit voor meldingen heeft een negatief effect op de beschikbare middelen voor regulier onderhoud. 1. Maatregelen voor het inlopen van achterstanden in onderhoud per beheerdiscipline. 2. Communicatie over vertragingen en capaciteitsproblemen, om dubbele meldingen te voorkomen. Nee 400 75% S 600
3 Werk en inkomen Doordat de door de gemeente uitgevoerde taken op het gebied van werk & inkomen ‘open einde regelingen’ zijn, is geen zekerheid te krijgen en geen grens te stellen aan het aantal aanvragen om voor een uitkering in aanmerking te komen. Daarnaast wordt begroot op basis van een BUIG-budget dat wij van het rijk ontvangen in april van het voorgaande jaar. Dit wordt nadien nog 3x bijgesteld tot het definitieve bedrag. Dit kan zowel positief als negatief uitvallen. * Adequaat begroten door zowel Ferm Werk als gemeente * juiste ervaringscijfers genereren * prognoses opstellen * juiste informatie verwerven over arbeidsmarktontwikkelingen en instroom statushouders * actuele budgetoverzichten bijhouden * krachtige inzet op uitstroombeleid via prestatieafspraken en de opgaven werk & inkomen en integratie statushouders * scherpe analyse van de kwartaalrapportages van FermWerk Ja 600 50% S 600
1 Personeel en Organisatie Kwalitatieve en/of kwantitatieve mismatch tussen gevraagde omvang en competenties van de formatie ten opzichte van de aanwezige omvang en competenties. Ook ziekteverzuim leidt tot hogere uitval van medewerkers. Dit kan ook leiden tot hoge kosten voor inhuur. Constante aandacht van het management voor omvang en de kwaliteit van de formatie en sturing op inhuur. Opleidingsmogelijkheden bieden, zoals via de Groene Hart academie. Ja 400 50% S 400
7 Rente Bij crisis/ inflatie is er kans op een rentestijging hetgeen gevolgen heeft voor de begroting Temporiseren of verminderen van investeringen en/of uitgaven. Nee 400 50% S 400
1 Continuiteit ICT voorzieningen Externe aanvallen (Hacking / DDOS-aanvallen), stroomstoringen. ICT architectuur is kwetsbaar met als gevolg een instabiele of niet werkende netwerkomgeving. Continuïteit van dienstverlening en werkprocessen komt hiermee in gevaar. 1. Aandacht voor gevaren van bijv. phishingmails in de organisatie. 2. Uitwijkmogelijkheden inrichten 3. Analyse van ICT-architectuur 4. Meer samenwerken in plaats van zelf ontwikkelen. 5. Crisisplan schrijven en oefenen crisis. 6. Aanpakken kwetsbaarheden. Ja 800 50% I 400
4 Onderwijshuisvesting De gemeente heeft een wettelijke financiele taak ten aanzien van het herstel van constructiefouten in schoolgebouwen. Als bij de bouw van nieuwe schoolgebouwen sprake is van constructiefouten; dit kan (financiele) consequenties voor de gemeente hebben. Indien een aanvraag wordt ingediend om de vergoeding van de herstelkosten van de constructiefouten: onderzoek naar de vraag of er inderdaad sprake is van constructiefouten. Daarnaast onderzoek naar de verhaalbaarheid van de kosten op aannemer, architect en/of eventuele rechtsopvolgers. Ook onderzoek naar de rol en de verantwoordelijkheid van de school als bouwheer en van de rol van de gemeente. Nee 1.000 25% I 250
2 Verkeersontsluiting kassengebied Harmelerwaard Kosten vallen mogelijk hoger uit dan projectraming waarover eerder overeenstemming is bereikt met de provincie en de gemeente Utrecht. Dit kan gevolgen hebben voor de haalbaarheid van het project. Risico op afboeken reeds gemaakte plankosten of extra kosten door geen/beperkte bijdrage van provincie en gemeente Utrecht. Projectbeheersing, afstemming met provincie en gemeente Utrecht Ja 1.000 25% I 250
1 Politiekantoor Risico op hogere kosten van de realisatie van het politiekantoor wat gevolgen kan hebben voor de haalbaarheid van het project. Geen Nee 500 50% I 250
7 Gemeentefonds De Algemene Uitkering kan hoger of lager uitvallen. In de praktijk blijkt de Algemene Uitkering aan grote schommelingen onderhevig is. Doordat de Algemene Uitkering vanaf 2028 verlaagd wordt, wordt de kans op een nóg verdere verlaging zeer klein geschat. Geen beheersmaatregel, wel periodieke monitoring bij verschijnen nieuwe circulaires. Nee 2.000 5% S 200
6 Claims ivm ruimtelijke ontwikkelingen Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen leiden tot claims bij de gemeente, die niet altijd verlegd kunnen worden naar ontwikkelende partijen. Geen Nee 400 50% I 200
5 Tijdelijke huisvesting schoollocaties In het nieuwe IHP is de fasering voor nieuwbouw van scholen zo opgesteld dat alleen voor de St. Bavoschool in 2024 tijdelijke huisvesting benodigd is. Indien de uitvoering qua planning toch anders verloopt bestaat het risico dat er toch voor een aantal scholen tijdelijke huisvesting benodigd is. Monitoring Ja 400 25% S 200
2 Rembrandtbrug De reeds gemaakte plankosten worden afgeboekt bij de jaarrekening 2024. Er resteert nog een risico op nakomende kosten. Nee 400 25% I 100
7 Leningen / Garantiestellingen De gemeente staat garant voor leningen aan instellingen met een maatschappelijk belang. Uitstaande leningen worden mogelijk niet terugbetaald of uitstaande garanties worden aangesproken doordat de betreffende partij in financiële problemen komt. Een groot deel van de garantiestellingen heeft betrekking op leningen aan woningcorporaties die via het WSW worden geborgd. Als gemeente hebben wij hierbij een achtervangpositie. Geen Nee 2.000 5% I 100
2 IBOR - Openbare verlichting Het verlichtingsareaal is sterk verouderd en de constructieve veiligheid is niet inzichtelijk. Lichtmasten ouder dan 40 jaar worden op sterkte gemeten obv een z.g.n. rotatie-meting. Op basis van inspectie wordt een vervangingsprogramma voor geheel OVL-areaal opgesteld en daarna uitgevoerd. Nee 400 25% I 100
Overhead Juridische zaken Juridische kwaliteit van het handelen van de gemeente voldoet niet; kwaliteitsnormen worden niet altijd gehaald en regelgeving is niet (volledig) actueel, de gemeente voldoet niet aan alle wet- en regelgeving door achterstand implementatie wet- en regelgeving. Geen/minimale inzet op juridische kwaliteitszorg Geen Nee 400 25% I 100
6 Legesopbrengsten Teruglopende bouwactiviteiten of uitstel van projecten kunnen leiden tot lagere opbrengsten van bouwleges. Geen Nee 400 25% I 100
2 IBOR - Elektrische installaties De elektrische installaties van de gemeente (ook buiten IBOR) zijn niet aantoonbaar elektrisch veilig. Veilig werken cf. de regelgeving is niet mogelijk doordat geen Installatieverantwoordelijke binnen de gemeente is aangewezen en er geen handboek voor aanwezig is. Geen Nee 1.000 5% S 100
Subtotaal risico’s groter dan of gelijk aan € 100.000 19.550
Subtotaal risico’s kleiner dan € 100.000 450
Totaal risico’s 20.000

Fraude- en continuïteitsrisico’s

Terug naar navigatie - Risico's - Fraude- en continuïteitsrisico’s

Net als elke organisatie loopt ook de gemeente Woerden een risico op fraude. Hiervoor is een frauderisicoanalyse uitgevoerd en wordt in de organisatie aandacht besteed aan het onderwerp integriteit.

Gezien het positieve structurele saldo van de begroting is het continuïteitsrisico beperkt. Daarnaast is er het 'vangnet' van een artikel-12 status, hierdoor is het niet mogelijk voor een gemeente om failliet te gaan. De ontwikkeling van de schuldquote blijft in dit kader wel een punt van aandacht.

Niet kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Risico's - Niet kwantificeerbare risico's

Niet alle risico’s zijn in een geldswaarde uit te drukken. Dat wil niet zeggen dat dergelijke niet kwantificeerbare risico’s geen schade aan de gemeente kunnen berokkenen. Hier moet met name gedacht worden aan gebeurtenissen die imagoschade tot gevolg hebben. Het spreekt voor zich dat dergelijke risico’s om beheersmaatregelen vragen en een plek in deze paragraaf verdienen, wanneer de impact ervan groot kan zijn. Dit betreft bijvoorbeeld:

  • Juridische risico's / aansprakelijkheidsstelling
  • Gewenste maatschappelijke effecten van het beleid worden niet bereikt
  • Frauderisico's en integriteitsrisico's
  • Mogelijke wijziging energiebijdragen vanuit het Rijk

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Weerstandsvermogen

Het is van belang te weten of sprake is van een toereikend weerstandsvermogen. Aangezien het risicoprofiel bekend is, kan een relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De verhouding tussen beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit wordt ook wel het weerstandsvermogen genoemd. Deze wordt als volgt berekend:

Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandscapaciteit.

Het totaalbedrag aan kwantificeerbare risico’s bedraagt € 16.850.000. Het is te verwachten dat het jaarlijkse totaal berekende bedrag aan risico’s fluctueert. In de Financiële Verordening is afgesproken dat de omvang van de beklemde algemene reserve minimaal de omvang van factor 1,4 maal het netto cumulatieve risico bedraagt.

De verhouding tussen de risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit ziet er als volgt uit:

Bedragen x € 1.000 Rekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Beschikbare weerstandscapaciteit (excl. onbenutte belastingcapaciteit) 57.252 51.422 58.188 58.188 58.188 58.188
Beschikbare weerstandscapaciteit (incl. onbenutte belastingcapaciteit) 57.911 52.081 60.705 60.705 60.705 60.705
Totaal Risico's 16.150 16.250 20.000 20.000 20.000 20.000
Benodigde weerstandscapaciteit (risico's x 1,4%) 22.610 22.750 28.000 28.000 28.000 28.000
Weerstandsvermogen (excl. onbenutte belastingcapaciteit) 3,5 3,2 2,9 2,9 2,9 2,9
Weerstandsvermogen (incl. onbenutte belastingcapaciteit) 3,6 3,2 3,0 3,0 3,0 3,0

Uit de tabel blijkt dat er ook bij het opstellen van de begroting voor de risico’s voldoende dekking is vanuit de beschikbare weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen bedraagt 3,5 (incl. onbenutte belastingcapaciteit) en 3,4 (excl. onbenutte belastingcapaciteit). Ook de komende jaren blijft het weerstandsvermogen naar verwachting boven de norm.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen - Kengetallen

Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans. Zij kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van een gemeente. Daarom schrijft het Besluit begroting en verantwoording (BBV) voor dat de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing de volgende kengetallen bevat:

a. 1) netto schuldquote en 2) netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
b. solvabiliteitsratio
c. grondexploitatie
d. structurele exploitatieruimte
e. belastingcapaciteit

In onderstaande tabel geven we de kengetallen en hun verloop weer.

Kengetal Rekening 2024 Begroting 2025 Actueel Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
a1. netto schuldquote 90% 116% 96% 103% 111% 114% 112%
a2. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 89% 116% 95% 103% 111% 114% 111%
b. solvabiliteitsratio 27% 23% 27% 26% 26% 25% 25%
c. grondexploitatie 4% 2% 3% -3% -2% -4% -7%
d. structurele exploitatieruimte 2,6% 0,6% 0,2% 4,0% 2,5% 1,0% 1,3%
e. belastingcapaciteit 118% 116% 117% 118% 118% 118% 118%

Aan de kengetallen zijn door de toezichthouder geen normen verbonden, maar ze hebben wel een signaleringswaarde. Deze signaleringswaarden zijn als volgt:

Signaleringswaarden Minste risico Neutraal Meeste risico
a1. netto schuldquote < 90% 90 - 130% > 130%
a2. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen < 90% 90 - 130% > 130%
b. solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
c. grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35%
d. structurele exploitatieruimte > 0% 0% < 0%
e. belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%

De kengetallen geven inzicht in de (ontwikkeling van de) financiële positie van de gemeente. Ze maken onder meer inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Daarnaast geven ze inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente. Hieronder wordt per kengetal uitgelegd welke verhouding wordt uitgedrukt en hoe het desbetreffende kengetal zich ontwikkelt.

a. netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de financiële positie drukken. De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130%. Wanneer de netto schuld groter is dan 130% van de inkomsten, is sprake van een erg hoge schuld.

b. solvabiliteitsratio
Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Bij een solvabiliteitsratio lager dan 20% (signaalwaarde) heeft een gemeente haar bezit zwaar belast met een schuld.

c. grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde van de in exploitatie genomen bouwgronden) is ten opzichte van de totale jaarlijkse baten. Het geeft aan of een gemeente veel geld heeft geïnvesteerd in haar grondexploitatie. Dit geld moet namelijk nog worden terugverdiend vanuit grondverkopen. Een grondexploitatie van 20% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar.

d. structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan in welke mate de structurele lasten van de gemeente worden gedekt door structurele baten. Een kengetal van 0% of hoger geeft aan dat er sprake is van een structureel sluitende begroting. Wanneer dit kengetal negatief is, betekent het dat het structurele deel van de baten in de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

e. belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Als dit percentage laag is, betekent het dat de gemeente in principe nog meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. Of dit wel of niet gebeurt, is een politieke beleidskeuze. Een kengetal boven de 100% kan een indicatie geven van de mate waarin de gemeente voor het structureel kunnen dekken van de begroting afhankelijk is van de eigen belastingbaten. Dit is echter niet alleen bepalend. Met name de eventueel nog beschikbare ruimte in de onbenutte OZB-belastingcapaciteit geeft aan of er nog ruimte is voor verhoging van de OZB-baten.

Het is gebleken dat wij in de berekening van de belastingcapaciteit in de afgelopen jaren een iets andere berekeningswijze hanteerden voor de bepaling van de lokale lasten dan de de berekeningswijze die het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden) hanteert om de landelijke vergelijking te maken. Wij gebruikten hiervoor namelijk nog de gemiddelde WOZ-waarde van alle woningen, terwijl het COELO inmiddels was overgestapt naar de WOZ-waarde van de koopwoningen. In de berekening van de belastingcapaciteit sluiten we vanaf dit jaar aan bij deze nieuwe definitie. Bij de bepaling van de milieuheffingen houdt het COELO ook rekening met de teruggave van afvalstoffenheffing bij minder ledigingen. 

De gemiddelde OZB komt hierdoor iets hoger uit dan met de oude definitie, en de afvalstoffenheffing iets lager. De totale lastendruk voor een gemiddeld huishouden stijgt hierdoor iets.

Analyse ontwikkelingen kengetallen

De schuldquote blijft zoals bekend een punt van aandacht. Door het werken met het investeringsplafond blijft de schuldquote naar verwachting wel binnen de toegestane grenswaarden zoals opgenomen in de financiële verordening. Ook de andere kengetallen ontwikkelen zich over het algemeen gunstig. Alleen de indicator belastingdruk zit nog in de categorie 'meest risicovol'.