De kengetallen geven inzicht in de (ontwikkeling van de) financiële positie van de gemeente. Ze maken onder meer inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Daarnaast geven ze inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente. Hieronder wordt per kengetal uitgelegd welke verhouding wordt uitgedrukt en hoe het desbetreffende kengetal zich ontwikkelt.
a. netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de financiële positie drukken. De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130%. Wanneer de netto schuld groter is dan 130% van de inkomsten, is sprake van een erg hoge schuld.
b. solvabiliteitsratio
Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Bij een solvabiliteitsratio lager dan 20% (signaalwaarde) heeft een gemeente haar bezit zwaar belast met een schuld.
c. grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde van de in exploitatie genomen bouwgronden) is ten opzichte van de totale jaarlijkse baten. Het geeft aan of een gemeente veel geld heeft geïnvesteerd in haar grondexploitatie. Dit geld moet namelijk nog worden terugverdiend vanuit grondverkopen. Een grondexploitatie van 20% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar.
d. structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan in welke mate de structurele lasten van de gemeente worden gedekt door structurele baten. Een kengetal van 0% of hoger geeft aan dat er sprake is van een structureel sluitende begroting. Wanneer dit kengetal negatief is, betekent het dat het structurele deel van de baten in de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.
e. belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Als dit percentage laag is, betekent het dat de gemeente in principe nog meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. Of dit wel of niet gebeurt, is een politieke beleidskeuze. Een kengetal boven de 100% kan een indicatie geven van de mate waarin de gemeente voor het structureel kunnen dekken van de begroting afhankelijk is van de eigen belastingbaten. Dit is echter niet alleen bepalend. Met name de eventueel nog beschikbare ruimte in de onbenutte OZB-belastingcapaciteit geeft aan of er nog ruimte is voor verhoging van de OZB-baten.
Analyse ontwikkelingen kengetallen
De schuldquote blijft zoals bekend een punt van aandacht. In 2024 zijn maatregelen genomen om het investeringsniveau terug te brengen tot maximaal € 23 miljoen per jaar. Dit met als doel om de schuldquote op de lange termijn onder de 130% te houden. Deze keuzes zorgen ervoor dat de schuldquote zich gunstiger ontwikkelt dan in de Begroting 2024 opgenomen. Door de lagere Algemene Uitkering dalen de totale baten (de 'noemer' in de bepaling van de schuldquote). Hierdoor komt de schuldquote in 2027 en 2028 net iets boven deze streefwaarde uit. Naar verwachting zal dit beeld volgend jaar weer iets positiever uitkomen.
De solvabiliteit zit binnen de bandbreedte van een 'neutraal risico', maar zit wel aan de onderkant van deze bandbreedte. Dit maakt dat we weinig buffers hebben om grote tegenvallers op te vangen. Omdat de omvang van de schulden jaarlijks iets toeneemt is het ook wel van belang dat ook het Eigen Vermogen toeneemt. Door de storting van de resultaten bij de jaarrekening in de algemene reserve en de begrote jaarlijkse storting van € 2 miljoen verwachten wij dat ook de solvabiliteit de komende jaren op voldoende niveau blijft, maar dit blijft net als de schuldquote zeker een punt van aandacht.
De omvang van de ratio grondexploitatie is afhankelijk van de boekwaarde van de grondexploitaties. De totale omvang is hiervan beperkt, waardoor het risicoprofiel ook laag is. Door opbrengsten en kosten van grondexploitaties qua timing met elkaar in evenwicht te houden blijft ook deze ratio in de toekomst naar verwachting op een gezond niveau.
De structurele exploitatieruimte is in het meerjarenperspectief op dit moment nog negatief. Dit komt voornamelijk doordat de Algemene Uitkering vanaf 2026 flink lager wordt (het bekende 'ravijnjaar'). Omdat er richting de Kadernota 2026 maatregelen voorgesteld zullen worden om uiteindelijk op een sluitend meerjarenperspectief te komen, zal ook deze ratio vanaf volgend jaar waarschijnlijk weer op een gezond niveau komen.
Het kengetal belastingcapaciteit bevindt zich op een relatief hoog niveau. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de gemiddelde tarieven voor Nederland voor 2025 nog niet bekend zijn. De tarieven van 2025 worden dus vergeleken met de tarieven van 2024 van Nederland. Dit geeft een vertekend beeld. Bij de jaarrekening wordt wel de vergelijking gemaakt met de landelijke tarieven over hetzelfde jaar.