Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - 1. Wat is het doel van deze paragraaf?

De financiële positie van een gemeente bestaat uit de exploitatie en het eigen vermogen. Het niet geoormerkte vermogen (= de beschikbare weerstandscapaciteit) is van belang om te bepalen of de gemeente financieel gezond is, wat mede afhankelijk is van het risicoprofiel.

Voor het beoordelen van de financiële positie is daarom inzicht nodig in de omvang en achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft inzicht in het vermogen van de gemeente Woerden om niet-gedekte risico’s op te vangen.

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Wettelijk kader
De gemeente heeft voor wat betreft het weerstandsvermogen en risicobeheersing met een aantal wetten en toezichthoudende partijen te maken: Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), Rijk, provincie Utrecht en accountant. De informatie die in deze paragraaf is opgenomen, is vooral gebaseerd op het BBV. Hierin staat dat in deze paragraaf een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, een inventarisatie van de risico's en het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s moet worden opgenomen.

Gemeentelijk beleid
Hoe we omgaan met risico’s en de bepaling en aanwending van het weerstandsvermogen hebben we vastgelegd in de Financiële Verordening. De recentste versie van dit document is door de raad vastgesteld in december 2021 en is ingegaan per 1 januari 2023. Ons beleid is erop gericht om goed zicht te hebben op de risico’s die het behalen van onze doelstellingen in de weg kunnen staan. De risico’s die we onderkennen worden geanalyseerd en afhankelijk van het type risico worden beheersmaatregelen opgesteld en uitgevoerd. Dit proces is cyclisch opgebouwd en maakt onderdeel uit van ons planning-en-control-instrumentarium.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inleiding

Zoals er sprake is van incidentele en structurele risico’s, zo is ook sprake van incidentele en structurele weerstandscapaciteit. In onderstaande tabel is opgenomen welke onderdelen kunnen worden onderscheiden binnen onze gemeente en in hoeverre deze structureel of incidenteel zijn.

Conclusie op basis van dit overzicht is dat er aanmerkelijk meer incidentele dan structurele dekking is. Dit is geen probleem. Bij de kwantificering van de risico’s wordt hiermee rekening gehouden door structurele risico’s dubbel te laten meetellen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat een structureel risico binnen een tijdsbestek van 3 tot 4 jaar kan worden opgevangen, waarbij in het eerste jaar de impact 100% bedraagt, in het tweede jaar 75%, in het derde jaar 25% en in het vierde jaar 0%.

Bedragen x € 1.000 Rekening 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Algemene reserve incidenteel 37.394 32.204 42.833 44.833 46.833 48.833
Beklemmingen Alg. reserve incidenteel 0 -195 0 0 0 0
Algemene reserve grondbedrijf incidenteel 8.589 6.901 8.589 8.589 8.589 8.589
Niet bestemd deel van bestemmingsreserves incidenteel n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.
Stille reserves incidenteel 0 0 0 0 0 0
Onvoorzien structureel 27 27 0 0 0 0
Onbenutte belastingcapaciteit structureel 1.925 1.925 659 659 659 659
Totaal (excl. onbenutte belastingcapaciteit) € 46.010 € 38.937 € 51.422 € 53.422 € 55.422 € 57.422
Totaal (incl. onbenutte belastingcapaciteit) € 47.935 € 40.862 € 52.081 € 54.081 € 56.081 € 58.081

Op de tabel is de volgende toelichting te geven:

  • Algemene reserve. De incidentele weerstandscapaciteit van de gemeente Woerden wordt hoofdzakelijk gevormd door de algemene reserve. Andere reserves worden niet meegerekend, omdat hiervoor een bestemming in de begroting is opgenomen.
  • Beklemmingen Algemene Reserve: Binnen de Algemene Reserve waren er twee 'gelabelde' bedragen: het investeringsfonds Sociaal Domein en de Volkshuisvestingsreserve. Omdat deze beklemmingen hiermee het karakter hebben van een bestemmingsreserve, wordt dit niet meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Per ultimo 2023 zijn deze beklemmingen vervallen (raadsbesluit 21-12-2023 herijking bestemmingsreserves).
  • Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG). In het overzicht met risico's worden ook de risico's ten aanzien van grondexploitaties meegenomen. Daarom wordt ook de ARG meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit.
  • Niet bestemd deel van de bestemmingsreserves. Indien er aan bestemmingsreserves geen volledig bestedingsdoel is gekoppeld, kan (een deel van) een bestemmingsreserve meegenomen worden in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit.
  • Stille reserves. De stille reserves van de gemeente Woerden worden vanwege hun speculatieve karakter op 0 gewaardeerd.
  • Post onvoorzien. Ter dekking van onvoorziene begrotingsuitgaven in de loop van het jaar werd in de begroting een budget onvoorzien opgenomen. Vanaf begroting 2025 is geen afzonderlijk bedrag opgenomen, omdat dit budget vaak onbenut bleef.
  • Onbenutte belastingcapaciteit. Deze indicator geeft aan in welke mate wij risico's kunnen opvangen door belastingen te verhogen en zo de inkomsten te verhogen. Daarbij maken wij gebruik van de zogenoemde artikel 12-norm. Dit is de norm waarmee het Rijk aangeeft tot welk bedrag de OZB kan worden verhoogd op het moment dat een gemeente in financiële problemen komt. De berekening ziet er als volgt uit:
(Bedragen x € 1.000) Baten begroting 2025 Tarief OZB Totale WOZ-waarde
Eigenaren woningen 11.444 0,1165% 9.823.176
Eigenaren niet-woningen 4.137 0,3842% 1.076.783
Gebruikers niet-woningen 2.661 0,2800% 950.357
Totale baten 18.242 11.850.316
Art.12-norm 0,1595%
Maximale baten (0,1595% x totale WOZ-waarde) 18.901
Onderdekking rioolheffing -
Onderdekking afvalstoffenheffing -
Onbenutte ruimte (maximale totale baten) € 659

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Onderstaande tabel bevat een overzicht van de risico’s die na toepassing van de beheersmaatregelen een financieel (rest)risico van € 100.000 of meer laten zien en waarvoor geen voorziening of vereveningsreserve in het leven is geroepen. Het overzicht toont 19 van de in totaal 29 geïnventariseerde risico’s. Deze risico’s vertegenwoordigen in euro’s uitgedrukt zo'n 95% van het totaal aan risico’s. Wij presenteren, conform de nota Financiële Sturing, alleen de risico’s van € 100.000 of meer, om focus te houden op de risico’s die substantieel van aard zijn. De risico’s kleiner dan € 100.000 zijn als totaalregel onderaan de tabel opgenomen.

Pro-gram-ma Omschrijving Toelichting Beheersmaatregel Maat-regel uitge-voerd Impact (Bedrag x € 1.000) Kans I/S * Kans x omvang (Bedrag x € 1.000)
6 Grondexploitaties Binnen de grondexploitaties bestaan risico's op o.a. kostenstijgingen, lagere opbrengsten en langere exploitatieperiodes. In het MPG (Meerjarenperspectief Grondbedrijf) zijn deze risico's via een Monte Carlo simulatie berekend. Projectbeheersing van de grondexploitaties, sturing op de (financiële) uitkomst. Ja 6.900
3 Maatwerk jeugd Toenemende kosten jeugdzorg Doordat jeugdzorgtaken ‘open einde regelingen’ zijn, is geen zekerheid te krijgen en geen grens te stellen aan het aantal aanvragen voor ondersteuning. Een specifieke oorzaak voor dit risico is dat andere organisaties dan de gemeenten (mn SAVE en de huisartsen) jeugdigen kunnen indiceren voor hulpverlening. Ook speelt hier de beperkte beschikbaarheid van aanbieders een rol, wat een opwaarts effect kan hebben op de tarieven. Invoering van casemanagement en zorg op maat tegen zakelijke insteek. Ja 1.750 50% S 1.750
3 WMO Toenemende kosten door vergrijzing Prognose van de VNG is stijging van 7% per jaar. Dit wordt veroorzaakt door vergrijzing, maar ook de aanzuigende werking door het abonnementstarief. Mogelijke maatregel in het volume van de verstrekking, aantal uur per week dat Huishoudelijke hulp verstrekt wordt. Onderzoeken welke ruimte de wet biedt. Andere maatregelen onderzoeken met sociaal team. Nee 1.750 50% S 1.750
2 IBOR - Riolering De prijsstijging in de sector Grond-, Weg- en Waterbouw is al jaren hoger dan de indexatie die op de gemeentebegroting wordt toegepast. Tevens zijn budgetten IBOR bij de Strategische Heroriëntatie verlaagd. Hierdoor kunnen minder activiteiten worden uitgevoerd. Hiermee komen (wettelijke) taken van R&B onder druk te staan. Gevolgen van imago schade tot juridische aansprakelijkheid. Overschrijding voor producten waar lopende contracten met landelijke indexen zijn voorgeschreven of waar wettelijke zorgplicht dwingt tot ingrijpen ook als het budget niet toereikend is. In de voorjaarsrapportage het verschil tussen de gemeenteindex en landelijke index corrigeren. Ja 1.000 75% S 1.500
2 IBOR - Meldingen Openbare Ruimte De toename in meldingen hebben een negatief effect op de effectieve inzet van middelen en personeel. Inzet van geld en capaciteit voor meldingen heeft een negatief effect op de beschikbare middelen voor regulier onderhoud. 1. Maatregelen voor het inlopen van achterstanden in onderhoud per beheerdiscipline. 2. Communicatie over vertragingen en capaciteitsproblemen, om dubbele meldingen te voorkomen. Nee 400 75% S 600
3 Werk en inkomen Doordat de door de gemeente uitgevoerde taken op het gebied van werk & inkomen ‘open einde regelingen’ zijn, is geen zekerheid te krijgen en geen grens te stellen aan het aantal aanvragen om voor een uitkering in aanmerking te komen. Daarnaast wordt begroot op basis van een BUIG-budget dat wij van het rijk ontvangen in april van het voorgaande jaar. Dit wordt nadien nog 3x bijgesteld tot het definitieve bedrag. Dit kan zowel positief als negatief uitvallen. * Adequaat begroten door zowel Ferm Werk als gemeente * juiste ervaringscijfers genereren * prognoses opstellen * juiste informatie verwerven over arbeidsmarktontwikkelingen en instroom statushouders * actuele budgetoverzichten bijhouden * krachtige inzet op uitstroombeleid via prestatieafspraken en de opgaven werk & inkomen en integratie statushouders * scherpe analyse van de kwartaalrapportages van FermWerk Ja 600 50% S 600
1 Personeel en Organisatie Kwalitatieve en/of kwantitatieve mismatch tussen gevraagde omvang en competenties van de formatie ten opzichte van de aanwezige omvang en competenties. Ook ziekteverzuim leidt tot hogere uitval van medewerkers. Dit kan ook leiden tot hoge kosten voor inhuur. Constante aandacht van het management voor omvang en de kwaliteit van de formatie en sturing op inhuur. Opleidingsmogelijkheden bieden, zoals via de Groene Hart academie. Ja 400 50% S 400
7 Rente Bij crisis/ inflatie is er kans op een rentestijging hetgeen gevolgen heeft voor de begroting Temporiseren of verminderen van investeringen en/of uitgaven. Nee 400 50% S 400
1 Continuiteit ICT voorzieningen Externe aanvallen (Hacking / DDOS-aanvallen), stroomstoringen. ICT architectuur is kwetsbaar met als gevolg een instabiele of niet werkende netwerkomgeving. Continuïteit van dienstverlening en werkprocessen komt hiermee in gevaar. 1. Aandacht voor gevaren van bijv. phishingmails in de organisatie. 2. Uitwijkmogelijkheden inrichten 3. Analyse van ICT-architectuur 4. Meer samenwerken in plaats van zelf ontwikkelen. 5. Crisisplan schrijven en oefenen crisis. 6. Aanpakken kwetsbaarheden. Ja 800 50% I 400
4 Onderwijshuisvesting De gemeente heeft een wettelijke financiele taak ten aanzien van het herstel van constructiefouten in schoolgebouwen. Als bij de bouw van nieuwe schoolgebouwen sprake is van constructiefouten; dit kan (financiele) consequenties voor de gemeente hebben. Indien een aanvraag wordt ingediend om de vergoeding van de herstelkosten van de constructiefouten: onderzoek naar de vraag of er inderdaad sprake is van constructiefouten. Daarnaast onderzoek naar de verhaalbaarheid van de kosten op aannemer, architect en/of eventuele rechtsopvolgers. Ook onderzoek naar de rol en de verantwoordelijkheid van de school als bouwheer en van de rol van de gemeente. Nee 1.000 25% I 250
7 Gemeentefonds De Algemene Uitkering kan hoger of lager uitvallen. In de praktijk blijkt de Algemene Uitkering aan grote schommelingen onderhevig is. Doordat de Algemene Uitkering vanaf 2026 al flink verlaagd is, is de kans op een nóg verdere verlaging zeer klein. Geen beheersmaatregel, wel periodieke monitoring bij verschijnen nieuwe circulaires. Nee 2.000 5% S 200
6 Claims ivm ruimtelijke ontwikkelingen Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen leiden tot claims bij de gemeente, die niet altijd verlegd kunnen worden naar ontwikkelende partijen. Geen Nee 400 50% I 200
5 Tijdelijke huisvesting schoollocaties In het nieuwe IHP is de fasering voor nieuwbouw van scholen zo opgesteld dat alleen voor de St. Bavoschool in 2024 tijdelijke huisvesting benodigd is. Indien de uitvoering qua planning toch anders verloopt bestaat het risico dat er toch voor een aantal scholen tijdelijke huisvesting benodigd is. Monitoring Ja 400 25% S 200
2 Rembrandtbrug De reeds gemaakte plankosten worden afgeboekt bij de jaarrekening 2024. Er resteert nog een risico op nakomende kosten. Nee 400 25% I 100
7 Leningen / Garantiestellingen De gemeente staat garant voor leningen aan instellingen met een maatschappelijk belang. Uitstaande leningen worden mogelijk niet terugbetaald of uitstaande garanties worden aangesproken doordat de betreffende partij in financiële problemen komt. Een groot deel van de garantiestellingen heeft betrekking op leningen aan woningcorporaties die via het WSW worden geborgd. Als gemeente hebben wij hierbij een achtervangpositie. Geen Nee 2.000 5% I 100
2 IBOR - Openbare verlichting Het verlichtingsareaal is sterk verouderd en de constructieve veiligheid is niet inzichtelijk. Lichtmasten ouder dan 40 jaar worden op sterkte gemeten obv een z.g.n. rotatie-meting. Op basis van inspectie wordt een vervangingsprogramma voor geheel OVL-areaal opgesteld en daarna uitvoeren. Nee 400 25% I 100
Overhead Juridische zaken Juridische kwaliteit van het handelen van de gemeente voldoet niet; kwaliteitsnormen worden niet altijd gehaald en regelgeving is niet (volledig) actueel, de gemeente voldoet niet aan alle wet- en regelgeving door achterstand implementatie wet- en regelgeving. Geen/minimale inzet op juridische kwaliteitszorg Geen Nee 400 25% I 100
6 Legesopbrengsten Teruglopende bouwactiviteiten of uitstel van projecten kunnen leiden tot lagere opbrengsten van bouwleges. Geen Nee 400 25% I 100
2 IBOR - Elektrische installaties De elektrische installaties van de gemeente (ook buiten IBOR) zijn niet aantoonbaar elektrisch veilig. Veilig werken cf. de regelgeving is niet mogelijk doordat geen Installatieverantwoordelijke binnen de gemeente is aangewezen en er geen handboek voor aanwezig is. Geen Nee 1.000 5% S 100
Subtotaal risico’s groter dan of gelijk aan € 100.000 15.750
Subtotaal risico’s kleiner dan € 100.000 500
Totaal risico’s 16.250

Fraude- en continuïteitsrisico’s

Terug naar navigatie - Fraude- en continuïteitsrisico’s

Net als elke organisatie loopt ook de gemeente Woerden een risico op fraude. Hiervoor is een frauderisicoanalyse uitgevoerd en wordt in de organisatie aandacht besteed aan het onderwerp integriteit.

Gezien het positieve structurele saldo van de begroting is het continuïteitsrisico beperkt. Daarnaast is er het 'vangnet' van een artikel-12 status, hierdoor is het niet mogelijk voor een gemeente om failliet te gaan. De ontwikkeling van de schuldquote blijft in dit kader wel een punt van aandacht.

Niet kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Niet kwantificeerbare risico's

Niet alle risico’s zijn in een geldswaarde uit te drukken. Dat wil niet zeggen dat dergelijke niet kwantificeerbare risico’s geen schade aan de gemeente kunnen berokkenen. Hier moet met name gedacht worden aan gebeurtenissen die imagoschade tot gevolg hebben. Het spreekt voor zich dat dergelijke risico’s om beheersmaatregelen vragen en een plek in deze paragraaf verdienen, wanneer de impact ervan groot kan zijn. Dit betreft bijvoorbeeld:

  • Juridische risico's / aansprakelijkheidsstelling
  • Gewenste maatschappelijke effecten van het beleid worden niet bereikt
  • Frauderisico's en integriteitsrisico's

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Het is van belang te weten of sprake is van een toereikend weerstandsvermogen. Aangezien het risicoprofiel bekend is, kan een relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De verhouding tussen beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit wordt ook wel het weerstandsvermogen genoemd. Deze wordt als volgt berekend:

Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandscapaciteit.

Het totaalbedrag aan kwantificeerbare risico’s bedraagt € 16,25 miljoen. Het is te verwachten dat het jaarlijkse totaal berekende bedrag aan risico’s fluctueert. Ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie hebben wij een aantal risico's naar beneden bijgesteld, waardoor het risicobedrag lager uitkomt. De belangrijkste daarvan is het risico op kostenoverschrijdingen voor de Rembrandtbrug, omdat dit project stopgezet wordt.  In de Financiële Verordening is afgesproken dat de omvang van de beklemde algemene reserve minimaal de omvang van factor 1,4 maal het netto cumulatieve incidentele risico (niet gedekt door bestemmingsreserve) gedurende de meerjarenbegroting + een factor 1,4 van het jaarbedrag van de structurele risico’s dat voorzien wordt in de komende jaren bedraagt.

Wij streven naar een weerstandsvermogen van 1,4 ten opzichte van de geïdentificeerde netto risico's die niet worden gedekt door bestemmingsreserves of voorzieningen.

De verhouding tussen de risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit ziet er als volgt uit:

Bedragen x € 1.000 Rekening 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Beschikbare weerstandscapaciteit (excl. onbenutte belastingcapaciteit) 46.010 38.937 51.422 53.422 55.422 57.422
Beschikbare weerstandscapaciteit (incl. onbenutte belastingcapaciteit) 47.935 40.862 52.081 54.081 56.081 58.081
Totaal Risico's 23.750 25.850 16.250 16.250 16.250 16.250
Benodigde weerstandscapaciteit (risico's x 1,4%) 33.250 36.190 22.750 22.750 22.750 22.750
Weerstandsvermogen (excl. onbenutte belastingcapaciteit) 1,9 1,5 3,2 3,3 3,4 3,5
Weerstandsvermogen (incl. onbenutte belastingcapaciteit) 2,0 1,6 3,2 3,3 3,5 3,6

Uit de tabel blijkt dat er ook bij het opstellen van de begroting voor de risico’s voldoende dekking is vanuit de beschikbare weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen bedraagt 3,2. Dit is boven de minimaal gewenste 1,4. Doordat het eigen vermogen de komende jaren wordt versterkt, via de jaarlijkse toevoeging aan de Algemene Reserve van € 2 miljoen, ontwikkelt de weerstandsratio zich de komende jaren in gunstige zin.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans. Zij kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van een gemeente. Daarom schrijft het Besluit begroting en verantwoording (BBV) voor dat de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing de volgende kengetallen bevat:

a. 1) netto schuldquote en 2) netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
b. solvabiliteitsratio
c. grondexploitatie
d. structurele exploitatieruimte
e. belastingcapaciteit

In onderstaande tabel geven we de kengetallen en hun verloop weer.

Kengetal Rekening 2023 Begroting 2024 Actueel Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
a1. netto schuldquote 103% 138% 103% 116% 129% 132% 132%
a2. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 102% 138% 103% 116% 129% 132% 132%
b. solvabiliteitsratio 26% 19% 26% 23% 23% 23% 23%
c. grondexploitatie 3% 1% 0% 2% 4% 0% -2%
d. structurele exploitatieruimte 4,0% 1,4% 1,5% 0,6% -2,0% -1,9% -2,5%
e. belastingcapaciteit 107% 118% 118% 116% 116% 116% 116%

Aan de kengetallen zijn door de toezichthouder geen normen verbonden, maar ze hebben wel een signaleringswaarde. Deze signaleringswaarden zijn als volgt:

Signaleringswaarden Minste risico Neutraal Meeste risico
a1. netto schuldquote < 90% 90 - 130% > 130%
a2. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen < 90% 90 - 130% > 130%
b. solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
c. grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35%
d. structurele exploitatieruimte > 0% 0% < 0%
e. belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%

De kengetallen geven inzicht in de (ontwikkeling van de) financiële positie van de gemeente. Ze maken onder meer inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Daarnaast geven ze inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente. Hieronder wordt per kengetal uitgelegd welke verhouding wordt uitgedrukt en hoe het desbetreffende kengetal zich ontwikkelt.

a. netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de financiële positie drukken. De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130%. Wanneer de netto schuld groter is dan 130% van de inkomsten, is sprake van een erg hoge schuld.

b. solvabiliteitsratio
Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Bij een solvabiliteitsratio lager dan 20% (signaalwaarde) heeft een gemeente haar bezit zwaar belast met een schuld.

c. grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde van de in exploitatie genomen bouwgronden) is ten opzichte van de totale jaarlijkse baten. Het geeft aan of een gemeente veel geld heeft geïnvesteerd in haar grondexploitatie. Dit geld moet namelijk nog worden terugverdiend vanuit grondverkopen. Een grondexploitatie van 20% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar.

d. structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan in welke mate de structurele lasten van de gemeente worden gedekt door structurele baten. Een kengetal van 0% of hoger geeft aan dat er sprake is van een structureel sluitende begroting. Wanneer dit kengetal negatief is, betekent het dat het structurele deel van de baten in de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

e. belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Als dit percentage laag is, betekent het dat de gemeente in principe nog meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. Of dit wel of niet gebeurt, is een politieke beleidskeuze. Een kengetal boven de 100% kan een indicatie geven van de mate waarin de gemeente voor het structureel kunnen dekken van de begroting afhankelijk is van de eigen belastingbaten. Dit is echter niet alleen bepalend. Met name de eventueel nog beschikbare ruimte in de onbenutte OZB-belastingcapaciteit geeft aan of er nog ruimte is voor verhoging van de OZB-baten.

Analyse ontwikkelingen kengetallen

De schuldquote blijft zoals bekend een punt van aandacht. In 2024 zijn maatregelen genomen om het investeringsniveau terug te brengen tot maximaal € 23 miljoen per jaar. Dit met als doel om de schuldquote op de lange termijn onder de 130% te houden. Deze keuzes zorgen ervoor dat de schuldquote zich gunstiger ontwikkelt dan in de Begroting 2024 opgenomen. Door de lagere Algemene Uitkering dalen de totale baten (de 'noemer' in de bepaling van de schuldquote). Hierdoor komt de schuldquote in 2027 en 2028 net iets boven deze streefwaarde uit. Naar verwachting zal dit beeld volgend jaar weer iets positiever uitkomen.

De solvabiliteit zit binnen de bandbreedte van een 'neutraal risico', maar zit wel aan de onderkant van deze bandbreedte. Dit maakt dat we weinig buffers hebben om grote tegenvallers op te vangen. Omdat de omvang van de schulden jaarlijks iets toeneemt is het ook wel van belang dat ook het Eigen Vermogen toeneemt. Door de storting van de resultaten bij de jaarrekening in de algemene reserve en de begrote jaarlijkse storting van € 2 miljoen verwachten wij dat ook de solvabiliteit de komende jaren op voldoende niveau blijft, maar dit blijft net als de schuldquote zeker een punt van aandacht.

De omvang van de ratio grondexploitatie is afhankelijk van de boekwaarde van de grondexploitaties. De totale omvang is hiervan beperkt, waardoor het risicoprofiel ook laag is. Door opbrengsten en kosten van grondexploitaties qua timing met elkaar in evenwicht te houden blijft ook deze ratio in de toekomst naar verwachting op een gezond niveau.

De structurele exploitatieruimte is in het meerjarenperspectief op dit moment nog negatief. Dit komt voornamelijk doordat de Algemene Uitkering vanaf 2026 flink lager wordt (het bekende 'ravijnjaar'). Omdat er richting de Kadernota 2026 maatregelen voorgesteld zullen worden om uiteindelijk op een sluitend meerjarenperspectief te komen, zal ook deze ratio vanaf volgend jaar waarschijnlijk weer op een gezond niveau komen.

Het kengetal belastingcapaciteit bevindt zich op een relatief hoog niveau. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de gemiddelde tarieven voor Nederland voor 2025 nog niet bekend zijn. De tarieven van 2025 worden dus vergeleken met de tarieven van 2024 van Nederland. Dit geeft een vertekend beeld. Bij de jaarrekening wordt wel de vergelijking gemaakt met de landelijke tarieven over hetzelfde jaar.