Paragraaf 2 Verbonden partijen

1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - 1. Wat is het doel van deze paragraaf?

Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. Kernvragen blijven steeds of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden.

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan rechtspersonen waarmee de gemeente een band heeft. Deze paragraaf geeft dan ook per verbonden partij informatie over de verbonden partijen en de bestuurlijke doelstelling die via de verbonden partij wordt gerealiseerd.

2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - 2. Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij op basis van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Er is sprake van een verbonden partij als de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er goede bestuurders in het bestuur van de verbonden partij terechtkomen. Ook een stichting waarin bijvoorbeeld de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt – is volgens deze definitie geen verbonden partij.

Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dat wanneer een verbonden partij failliet gaat de deelnemers in deze verbonden partij voor extra kosten komen te staan. Uit bovenstaande blijkt tevens dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

Met deze paragraaf voldoen wij aan onze wettelijke plicht (Besluit Begroting en Verantwoording) om per verbonden partij inzicht te geven in de volgende onderwerpen:

  • de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten
  • de visie van de raad op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen zoals die zijn opgenomen in de programma’s van de begroting
  • de beleidsvoornemens over verbonden partijen
  • de naam en de vestigingsplaats; het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd; de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar; het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; het resultaat van de verbonden partij

Aanvullend hierop, op grond van de ‘Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Woerden’, staat in deze paragraaf informatie ten aanzien van beëindigde, nieuwe of (gewijzigde) bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij verbonden partijen.
De kaders voor de verbonden partijen zijn vastgesteld in de nota Verbonden partijen.

3. Verbonden partijen per programma

Terug naar navigatie - 3. Verbonden partijen per programma

De gemeente Woerden heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen. Onderstaande partijen worden per programma toegelicht:

Gemeenschappelijke regelingen

  • Veiligheidsregio Utrecht
  • Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
  • Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
  • Recreatieschap Stichtse Groenlanden
  • Ferm Werk
  • Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
  • Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
  • U10 (strikt genomen geen verbonden partij maar een netwerksamenwerking)

Vennootschappen en coöperaties

  • Coöperatie Parkeerservice U.A. Amersfoortkeerservice U/A. Amersfoort
  • Bank Nederlandse Gemeenten
  • Vitens

Stichtingen en verenigingen

  • Stichting Urgentieverlening West Utrecht

Gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Vestigingsplaats

Utrecht

Doel

Het doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van de beheersing van rampen en crisis in de Utrechtse gemeenten, waaronder het (verplicht) organiseren van brandweerzorg op regionaal niveau. De gemeentelijke organisaties zijn verantwoordelijk voor een aantal crisisbeheersingsprocessen zoals: crisiscommunicatie, publieke zorg en nazorg. Geen enkele gemeentelijke organisatie is in staat om deze taken geheel op eigen kracht te vervullen. Regionale samenwerking en bundeling van ambtelijke capaciteit is absoluut noodzakelijk.

Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : burgemeester V.J.H. Molkenboer
Plv.lid : wethouder A. Noorthoek
Bestuurlijk belang Veiligheid houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Bestuurlijke afspraken over prioriteiten en inzet worden op regionaal niveau gemaakt via de Veiligheidsregio Utrecht of het Regionaal College van de politie.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

Eenduidige en efficiënte inrichting van de brandweer
Eenduidige aanpak van rampen en crises
Eenduidige aanpak brandweerzorg

Financiële bijdrage

Begroting 2021 : € 2.994.000 (6.110.0011/6830.0040)
Begroting 2022 : € 2.987.000

De bijdrage aan de VRU staat voor 90% geraamd bij taakveld 1.1 crisisbeheersing en voor 10% bij taakveld 8.3 wonen en bouwen.
Bovenstaande bedragen zijn inclusief de bijdrage voor de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) Bijdrage MKA is € 11.272.

Belang van Woerden

De Veiligheidsregio Utrecht houdt zich met ingang van 2021 met o.a. de volgende werkzaamheden bezig:
• De VRU heeft de risico’s in de regio in beeld en vastgelegd in het risicoprofiel. De informatie wordt met in- en externe partners gedeeld via:

- regionaal risicoprofiel;
- provinciale risicokaart;
- brandrisicoprofiel;
- (Gemeentelijke) Integrale Veiligheidsplannen.
• De VRU adviseert het bevoegd gezag om onveilige situaties te voorkomen en/of te beperken, met betrekking tot:
- ruimtelijke ordening & externe veiligheid (incl. overstromingsrisico’s);
- bouwen;
- brandveilig gebruik van gebouwen en bouwwerken;
- milieu;
- evenementen.
• De VRU houdt risicogericht toezicht op (brand)veiligheid in bestaande bouw en bij evenementen en adviseren het bevoegd gezag over te nemen maatregelen.
• De VRU wil met stimulerende preventie de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten.
• De VRU zorgt voor goed voorbereide en opgeleide brandweermensen die de beschikking hebben over voldoende materieel en materiaal voor de uitvoering van hun taak.
• De VRU onderhoudt een aantal specialismen waaronder waterongevallen, rietkapbrandbestrijding, natuurbrandbestrijding en technische hulpverlening.
• Op het gebied van Bevolkingszorg beheert de VRU de regionale piketten.
• De VRU zorgt er voor dat piketfunctionarissen uitgebreid opgeleid, geoefend en getraind worden . Hoe dit uitgevoerd wordt, is vastgelegd in het Beleidsplan Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO).
• De VRU adviseert de gemeenten over de optimale inrichting van hun crisisorganisatie. Voor de lokale functionarissen verzorgt de VRU ook het totale opleiding, training en oefentraject.
• De VRU volgt met het veiligheidsinformatiecentrum (VIC) de ontwikkelingen van risico’s in onze regio, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een ramp of crisis.
• De VRU coördineert en organiseert geneeskundige hulp aan slachtoffers bij een ramp of crisis. In de voorbereidende fase valt hieronder ook het op geneeskundig vlak adviseren bij evenementen.
• De VRU adviseert het openbaar bestuur en organisaties die een rol hebben in geneeskundige hulpverlening over te nemen maatregelen.
• De VRU organiseert crisisoefeningen met zorgverleners, brandweer, gemeenten en politie zodat de hulpverlening goed op elkaar aansluit.
• De VRU stelt de wettelijke verplichte incidentbestrijdingsplannen op of actualiseert deze.
• De VRU evalueert GRIP-incidenten conform het evaluatiebeleid van de VRU.
• De VRU beschikt over actuele aanvals- en/of bereikbaarheidskaarten voor risicovolle en kwetsbare objecten.
• De VRU draagt zorg voor de continuïteit van de meldkamerfunctie in aanloop naar de samenvoeging, onder meer door harmonisatie van de meldkamerprocessen.
• De VRU gaat verder met het verder terugdringen van de nodeloze meldingen via de brandmeldinstallatie. De VRU zet in op een combinatie van voorlichting, toezicht & handhaving en verificatie van de melding.
• Op het gebied van organisatieontwikkeling zal de VRU zich onder andere bezig houden met het ontwikkelen van accountmanagement, harmonisatie rechtspositie en loketgericht werken
De VRU voert een aantal taken op het gebied van onderhoud en exploitatie van de brandweerkazernes uit. De pakketten operationeel onderhoud, schoonmaak en ARBO & veiligheid neemt de gemeente af bij de VRU.

Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2021

n.v.t.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019

Begin boekjaar: € 9.684.000
Einde boekjaar: € 13.081.000

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019

Begin boekjaar: € 49.428.000
Einde boekjaar: € 44.366.000

Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten: € 3.365.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 2.572.000

Risico’s

Het grootste risico betreft het voordoen van grote rampen en calamiteiten in een regio gemeente, waardoor er een financieel risico ontstaat voor het bekostigen van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling VRU.

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
Vestigingsplaats Woerden
Doel

Uitvoering Archiefwetgeving en het beheer van historische archieven en collecties en beschikbaarstelling ervan aan burgers en organisatie.
Op grond van de Archiefwet-1995 moeten besturen van overheden ervoor zorgdragen dat hun archieven in goede en geordende en toegankelijke staat verkeren.

Verder is het RHC belast met het wettelijk toezicht op het gemeentelijk beheer van nog niet overgebrachte archieven.

Programma 4. Cultuur, economie en milieu
Deelnemende partijen Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten.
Bestuurders vanuit onze gemeente

Lid : burgemeester V.J.H. Molkenboer
Plv. lid : wethouder A. Noorthoek

Bestuurlijk belang De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de overgebrachte archieven ligt sinds 2006 bij het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling RHC .
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Bovengenoemde taken (zie achter doel) vloeien voort uit de Archiefwet. Deze wet verplicht overheidsinstellingen de archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Daarnaast verplicht de Archiefwet overheidsinstellingen om archieven die ouder zijn dan 20 jaar en voor blijvende bewaring in aanmerking komen, toegankelijk te maken voor het publiek. Hierbij veranderd de status van deze archieven in principe naar openbaar en zijn ze voor iedereen kosteloos te raadplegen.
Financiële bijdrage

De kosten voor 2021:
Depotkosten inclusief compensatie bedrag (te betalen):
Bijdrage per meter depotruimte € 35,90 x 1.432 meter = € 51.423
Compensatiekosten ivm eigen depotruimte andere leden: € 1.556
Totaal: € 52.979

Kosten per aantal inwoners:
Bijdrage per inwoner € 3,8966 x inwoners 52.300 = € 203.794

Jaarrekening 2018 € 216.247 (incl. btw)
Jaarrekening 2019 (nog niet bekend)
Begroting 2021 € 256.773 (incl. btw)
Begroting 2022 € 275.114 (incl. btw)

Vanaf 2018 wordt door het RHC de BTW in rekening gebracht (zit ook in de bijdrage). De deelnemers kunnen deze via het BTW compensatiefonds verhalen.

De toename heeft te maken met dat voorzien is dat de deelnemers de komende tijd meer archiefonderdelen moeten gaan overdragen aan het RHC zeker door de aankomende verkorting van de overbrengingstermijn. Daarnaast is een kleine uitbreiding van het personeelsbestand in de planning en worden per 2022 de kosten i.v.m. het realiseren van
een e-depot binnen de begroting meegenomen.

Belang van Woerden Doel van het RHC is in het samenwerkingsgebied:
uitvoering geven aan de Archiefwet; alsmede vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2021 Vanuit de Archiefwet richt het RHC zich op het beheer van het statisch archief en de uitvoering van de inspectietaak. Het fungeert voor de gemeente als historisch informatiecentrum. De niet-wettelijke taken van het RHC werden afgebouwd.

Het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties is een belangrijk speerpunt voor de komende jaren. Het RHC zal ook de vorming van een regionaal E-depot de komende tijd oppakken. Voor de realisatiekosten is het voorstel om het positief saldo van de jaarrekening 2019 te gebruiken (positief saldo 2019 voor Woerden is € 18.565). Dit voorstel zal in Juli 2020 in de Archiefcommissie worden behandeld. Bij aanname van het voorstel zal er dit jaar geen verrekening plaats vinden met de bijdrage die betaald is voor 2019.

Via de RHC-website is het mogelijk om sommige archiefbescheiden digitaal te raadplegen. Voor Woerden gaat het om het oud-rechterlijke archief (ook van Harmelen, Kamerik en Zegveld), en het notarieel archief van voor 1811. Deze archieven behoren tot de meest opgevraagde bronnen. Archieven en bronnen die zijn ontsloten worden zoveel mogelijk op de website voor publiek beschikbaar gesteld. Natuurlijk blijft het mogelijk de studiezaal te bezoeken om onderzoek te doen of (bouw)dossiers in te zien.
De overbrengingstermijn voor Archiefbescheiden naar het RHC staat momenteel volgens de Archiefwet op 20 jaar. Er is een traject gestart om deze termijn terug te brengen naar 10 jaar. In de eerste helft van 2019 zou er een wetsvoorstel worden gelanceerd m.b.t. openbare raadpleging. Verkorting van de overbrengingstermijn van 20 jaar naar 10 jaar zal een behoorlijke invloed op de werkzaamheden bij het RHC.
Deze verkorting van de overbrengingstermijn zal waarschijnlijk in 2021 worden geeffectueerd.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019 Nihil
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019 N.v.t.

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Utrecht
Doel

De AVU is een gemeenschappelijke regeling ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel een efficiënte en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen (geen bedrijfsafval) voor de deelnemende gemeenten te organiseren.

Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.

Programma 2. Fysiek beheer, openbare ruimte en vervoer
Deelnemende partijen

De 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht.
De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, de Bilt, De Ronde
Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden*, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.

* De gemeente Vijfheerenlanden heeft aangegeven uit de GR AVU te willen treden.

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder A. Bolderdijk
Plv Lid : wethouder T.H.D. de Weger
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.
Financiële bijdrage

Rekening 2019 : € 1.154.559
Begroting 2020: € 1.167.087
Begroting 2021: € 1.593.977 (herziene begroting 2021 AVU)

(zie grootboeknummers 6730.0012/6730.0013/6730.0014)

 Belang van Woerden De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Door inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gezamenlijk aan te besteden, worden dankzij grote hoeveelheden in de regel gunstige tarieven verkregen.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2021 Doordat de bestaande contracten van de AVU voor het verwerken van restafval en GFT 31 december 2020 aflopen. Na een marktconsultering heeft de AVU deze werkzaamheden opnieuw aanbesteed. Het gebrek aan concurrentie in de markt en onzekerheid over de afzet van deelstromen, maatregelen rond CO2-besparingen en PFAS hebben geleid tot hogere verwerkingstarieven voor deze afvalstromen in de komende jaren.
Per 1 april 2020 zijn alle AVU-gemeenten overgestapt naar de nieuwe Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029. Deze nieuwe Ketenovereenkomst vervangt vanaf 2022 de huidige Raamovereenkomst Verpakkingen 2012-2022. Hierdoor zijn de AVU-gemeenten vanaf 1 april 2020 alleen nog verantwoordelijk voor het inzamelen van PMD en niet meer voor de post-collection (= overslag en transport, sorteren en vermarkten). Hierdoor zijn de kosten voor het verwerken en post-collection voor PMD in de AVU-begroting van 2021 vervallen.
De voorgenomen uittreding van de gemeente Vijfheerenlanden uit de GR AVU leidt voor zover dit momenteel al kan worden overzien niet tot financieel of ander nadeel van de andere 25 in de GR AVU deelnemende gemeenten.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019 Begin boekjaar: € 648.556 Einde boekjaar: € 494.290
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019 Begin boekjaar: € 13.844.156 Einde boekjaar: € 17.580.965
Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten voor belasting en onttrek : € 230.731
Gerealiseerd resultaat € 176.048
Risico’s In principe kent de AVU geen risico’s. Alleen wanneer een grote contractpartner haar verplichtingen niet kan nakomen zou een nieuwe overeenkomst meerkosten met zich mee kunnen brengen. Deze meerkosten worden dan wel weer doorberekend aan de deelnemende gemeenten.

Recreatieschap Stichtse Groenlanden

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden
Vestigingsplaats Utrecht
Doel

Recreatieschap Stichtse Groenlanden is een van twee schappen in de provincie Utrecht. De werkorganisatie van het schap is: Recreatie Midden-Nederland.

De regeling is getroffen ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de gemeente op het terrein van recreatie, natuur en landschap. Hieronder wordt begrepen de instandhouding en verbetering van voorzieningen en voor het hele grondgebied van de deelnemende gemeente een samenhangend beleid op het gebied van de openluchtrecreatie alsmede de natuur- en landschapsbescherming te ontwikkelen.

Programma Programma 4 Cultuur, economie en milieu
Deelnemende partijen De gemeenten: Woerden, Utrecht, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Houten, IJsselstein, Lopik, De Bilt, De Ronde Venen en de provincie Utrecht.
Bestuurders vanuit onze gemeente

Lid:
burgemeester V.J.H. Molkenboer (DB)
wethouder A. Noorthoek (AB)

Plv. Leden: 
wethouder T. de Weger
wethouder G. Becht

Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

Het belang is voor alle gemeenten en provincie gelijk, namelijk goede recreatievoorzieningen voor de inwoners binnen handbereik. Gebruik van recreatievoorzieningen door inwoners zijn regelmatig niet gebonden aan de gemeente waar je woont. De ene gemeente heeft door de ligging (bijvoorbeeld langs de rivier Lek) en/of het grotere, groene buitengebied meer ruimte voor opvang van recreanten dan een meer stedelijke gemeente. Daarnaast zijn routestructuren bij uitstek gemeente overschrijdend.

 Financiële bijdrage

De bijdragen van de Gemeente Utrecht (34,2%) en de Provincie Utrecht (30,9%) worden berekend over de totale deelnemersbijdrage (circa 3 miljoen totaal). De overige deelnemers betalen naar rato van het aantal inwoners. De deelnemersbijdragen zijn geïndexeerd met 3,3% conform de uitgangspunten voor de begroting 2021.

Jaarrekening 2019 € 197.919
Begroting 2020 € 209.905
Begroting 2021 € 216.622
(grootboeknummer 6.570.0021)

 Belang van Woerden Voor onze inwoners is het van belang dat er voldoende recreatiemogelijkheden in Woerden en de regio zijn. Het ontwikkelen en beheren van recreatievoorzieningen draagt bij aan de leefbaarheid van de gemeente Woerden en de regio.
Financiële ontwikkelingen 2021

Door een structurele verhoging van de deelnemersbijdrage voor programma A met 20% met ingang van 2019, is de meerjarenbegroting weer sluitend (Er zijn twee programma’s A en B, onder B valt het areaal van het voormalig schap Vinkeveense Plassen, programma A is de rest van de gebieden.) Vanaf 2019 is weer meer capaciteit en middelen voor doorontwikkeling van de bestaande recreatiegebieden.

Deze ontwikkelruimte komt onder druk te staan doordat de kosten van de ondersteuningsorganisatie van het Recreatieschap, Recreatie Midden Nederland (RMN) onverwacht toenemen. De helft van de uitgaven van het recreatieschap bestaat uit kosten voor RMN. Voor de budgetperiode 2019-2022 is de deelnemersbijdrage aan het schap met ingang van 2019 verhoogd met 20%: 10% ten behoeve van instandhouding en 10% ten behoeve van ontwikkeling. Een (groot) deel van het ontwikkelbudget wordt ingezet om de tekorten bij RMN op te vangen.

RMN staat daarbij voor de opgave om van een meer budget-gestuurde beheerorganisatie door te groeien naar een programma-gestuurde organisatie die zich richt op het realiseren van doelen. Hiertoe wordt een verkenning opgestart en is een incidenteel Transitiebudget opgenomen die vooralsnog op PM staat, omdat nog onvoldoende duidelijk is wat nodig is aan financiële middelen.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021

In 2019 is het Ontwikkelplan met bijbehorende investeringsprogramma (programma A) opgesteld binnen de kaders van de kadernota 2019-2022.

Een belangrijke investering die komende jaren op de rol staat is de verbetering van de parkeerterreinen bij diverse recreatieterreinen, zodat de parkeervoorziening aansluiten bij het huidige intensieve recreatieve gebruik.

Ontwikkelingen gemeente Woerden:
Oortjespad is december 2019 overgedragen aan Buitenplaats Kameryck. In 2020 is gestart met de ruimtelijke procedures voor de realisatie van een Pannenkoekenhuis als onderdeel van Oortjespad-plusplan. Vanuit het schap wordt een jaarlijkse publieke bijdrage van 150.000 aan Kameryck verstrekt voor de instandhouding van een aantal specifieke openbare publieke voorzieningen zoals de Kinderboerderij en het kinderzwembadje.

Voor de ontwikkeling van Recreatiegebied Cattenbroek heeft de gemeente zelf de regie, het Recreatieschap is de beoogd eigenaar van dit gebied. Deze mogelijke overdracht van gemeente naar recreatieschap wordt nader bekeken. In tweede helft van 2020 zal een quick scan hierover aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Het recreatiegebied zal in beheer worden overgedragen aan de toekomstige ondernemer. In 2020 wordt gestart met de ruimtelijke procedure voor de realisatie van de recreatieve voorziening.

De bijdragen aan het Routebureau Utrecht, de beheerder van onze routenetwerken (wandelen, fietsen en varen) loopt via het schap voor de schapsdeelnemers. Voor 2021 staat een update van het fietsknooppuntennetwerk in de provincie op de rol. Fietspad Reijerscop: de provincie werkt samen met de gemeenten Utrecht, Montfoort en Woerden, waterschap en recreatieschap aan de realisatie van fietspad Reijerscop. De beoogd eindbeheerder van dit recreatieve fietspad is het recreatieschap.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019

Begin boekjaar: € 4.788.504 Einde boekjaar: € 3.753.958

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019

Begin boekjaar: € 3.562.614 Einde boekjaar: € 3.873.712

Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten € 655.791
Gerealiseerd resultaat (na mutaties reserves) € 745.612 (positief)

Risico’s

De huidige financiële en organisatorische situatie bij RMN kan leiden tot extra kosten voor het recreatieschap. Vooralsnog waren deze binnen de begroting van SGL op te vangen en leidde dit niet tot een (extra) verhoging van de deelnemersbijdrage van de deelnemers. Momenteel loopt onderzoek naar toekomstperspectieven voor RMN door Bureau Berenschot. Op basis van dit onderzoek worden keuzes voor de toekomst voorbereid. Naar verwachting zullen hier extra kosten voor de deelnemers mee gemoeid zijn. De kosten zijn nu nog niet in te schatten en daarom als PM post in de begroting opgenomen.

De voorziening Groot onderhoud is vrijgevallen bij de jaarrekening 2019, omdat er geen sluitend onderhoudsplan was. In 2020 wordt gewerkt aan een sluitend en onderbouwd onderhoudsplan op basis waarvan de voorziening opnieuw ingesteld kan worden. Het risico is dat een sluitend onderhoudsplan tot meer kosten voor het schap kan leiden.

Ferm Werk

Terug naar navigatie - Ferm Werk
Vestigingsplaats

Woerden

Doel

Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie van vier gemeenten op het terrein van Participatie, Werk & Inkomen. De vier deelnemende gemeenten hebben alle taken van hun sociale diensten ondergebracht bij Ferm Werk inclusief het daarmee verbonden beleid.

De dienstverlening die Ferm Werk verzorgt betreft het uitvoeren van taken in het kader van de Participatiewet waarin zijn opgenomen de volgende voormalige wetten: Wet Werk en Bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Daarnaast geeft Ferm Werk uitvoering aan de Wet Sociale Werkvoorziening en het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen.

Tot de taken van Ferm Werk behoort het op basis van genoemde regelgeving verstrekken van uitkeringen en overige inkomensondersteuning en het uitvoering geven aan in de regelgeving aangegeven activiteiten ter bevordering van participatie en re-integratie in het arbeidsproces.

Programma 3.Sociale domein
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Woerden, Montfoort, Oudewater en Bodegraven-Reeuwijk. De deelnemende gemeenten hebben in het bestuur stemrecht naar rato van het aantal inwoners. Dit komt er op neer dat de gemeente Woerden 60% van de stemmen in het Algemeen Bestuur heeft. Besluiten worden genomen met 2/3 meerderheid van stemmen.
Bestuurders vanuit onze gemeente Leden: wethouder G. Becht (DB) en raadslid mw. M. van Noord (AB)
Plv. leden: wethouder T. de Weger en raadslid W. den Boer
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage

Begroting 2021 reguliere dienstverlening € 19.314.569
Aanvullende dienstverlening € 732.095

(zie grootboeknrs 6630.0010/6630.0011/6640.0010/6650.0010)

Belang van Woerden Zie doel.
Financiële ontwikkelingen 2021

De financiële ontwikkeling in 2021 wordt gekenmerkt door een hoge mate van onzekerheid, m.n. veroorzaakt door de coronacrisis, waarvan het langdurig effect op de economie en daarmee op de werkloosheid nog niet vaststaat. Prognoses voospellen in verschillende scenario’s een groei van het aantal uitkeringen van 540 per eind 2019 tot 640 of zelfs meer dan 800 in 2022. Ferm Werk zal daarom in de loop van 2020 een begrotingswijziging opstellen waarin de effecten van de crisis zo goed als mogelijk zullen zijn verwerkt. Ook zullen de uitkomsten van de strategische heroriëntatie daarin worden meegenomen.

Deze effecten zullen zich niet alleen voordoen in de grote geldstroom (kosten van uitkeringen, loonkostensubsidies, salarissen van WSW-ers), maar ook in de kleine geldstroom (uitvoeringskosten).

Tot slot is onzeker in welke mate het rijk deze kostenstijgingen zal compenseren.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021

Ferm Werk bestaat sinds 1 januari 2014. Op die datum zijn de sociale diensten van de vier gemeenten samengegaan met het WSW-bedrijf De Sluis.

In 2021 zal de lijn waarin met Ferm Werk de samenwerking wordt gezocht binnen het brede sociaal domein worden voortgezet. Voor het overige zal de inhoudelijke lijn opnieuw worden beschreven in een herziene kadernota 2021 die eind 2020 zal worden gepresenteerd en waarin Ferm Werk zich verhoudt tot de verwachte economische crisis.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019 01/01/2019 264.603
31/12/2019 264.603
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019 01/01/2019 8.523.699
31/12/2019 8.173.091
Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten) 0,-
Risico’s De inkomensregelingen die Ferm Werk uitvoert zijn open einde-regelingen. De begroting gaat uit van verwachtingen van het aantal mensen dat bijstand of inkomensondersteuning aanvraagt. En van een bepaald aantal cliënten dat gebruik gaat maken van een garantiebaan of nieuw beschut werk. Ook ten aanzien van de hoogte van de BUIG-uitkering is een inschatting gemaakt. In de werkelijkheid kan dit alles mee of tegen vallen. Het risico daarvoor berust volledig bij de deelnemende gemeenten.

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
Vestigingsplaats Utrecht
Doel

Het in stand houden van een dienst van gemeenten ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.

Programma 3.Sociale domein
Deelnemende partijen Alle 26 gemeenten van de provincie Utrecht houden de gemeenschappelijke regeling in stand.
Met ingang van 2014 is er 1 regeling voor zowel de stad Utrecht als de overige gemeenten. Vanaf 2014 heet de GGD niet langer ‘GGD Midden Nederland’ maar: ‘GGD regio Utrecht’ (GGDrU).
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder A. Noorthoek
Plv. lid : wethouder T. de Weger
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd De GGDrU levert een bijdrage aan het bevorderen van een gezonde bevolking door middel van onderzoek, advies en ondersteuning. Infectieziekten bestrijding is een belangrijk onderdeel van het werk. De JGZ heeft een belangrijke signalerende functie als het gaat om de ontwikkeling van onze jeugd. Een andere belangrijke taak van de GGDrU is het verzamelen van epidemiologische gegevens waarmee de gemeenten hun beleid kunnen richten.
Financiële bijdrage

Begroting 2020: € 2.010.914,-
Begroting 2021:
Basistaken € 379.627,-
Intensivering basistaken € 9.486 ,-
Basistaken-plus € 1.430.091,-
Maatwerk € 340.085,-

Totaal bijdrage en vergoedingen: € 2.159.290,-
(zie grootboeknrs 6710.0010/6710.0011)

De inwonerbijdrage voor de Algemene Publieke Gezondheidstaken bedraagt € 5,72
De kindbijdrage voor de uitvoering van de JGZ bedraagt € 121,01

Belang van Woerden Onderdeel uitmaken van de verbonden partij GGDrU levert Woerden voordelen op het gebied van (financieel) risicospreiding, bestuurlijke kracht en effectiviteit, kennis en expertise en efficiency dankzij samenwerking met andere gemeenten én GGDrU zelf.
Financiële ontwikkelingen 2021

De financiering van de JGZ is ontschot (vanaf 2018 wordt de JGZ gefinancierd voor de leeftijd van 0-19 jaar, de knip bij 4 jaar is verdwenen) en collectief gefinancierd (de bijdrage voor JGZ is voor alle gemeenten gelijk getrokken. De bijdragen wordt bepaald op basis van kindaantallen, niet meer op basis van aantal inwoners).
De JGZ 0-4 jaar is verschoven van maatwerk naar basistaken-plus.
Er is hierdoor in de zorg voor jeugd van 0-18 jaar lijn en continuïteit aangebracht.
De kosten voor het Rijksvaccinatieprogramma zijn aan het verschuiven. De GGDrU ontvangt de vergoeding voor maternale kinkhoest en meningokokken nog via het RIVM. De andere vaccinaties worden door de gemeente betaald aan de GGDrU. Gemeenten ontvangen de kosten daarvoor via het Gemeentefonds.
Omdat de organisatie van de GGDrU niet robuust genoeg was worden verbeteringen doorgevoerd. Voor de dekking van de daarmee gepaard gaande kosten is een Ombuigingsplan (2018-2021) opgesteld en momenteel nog in uitvoering. Door vertraging in de oplevering van het nieuwe Diditaal Dossier JGZ, het GGiD, met daarmee samenhangende financiële tegenvaller, is het Ombuigingsplan verlengd tot 2024. De tegenvaller is daardoor opgevangen in de eigen lange termijn begroting en heeft geen financiële gevolgen voor de bijdrage van de gemeenten aan de GGDrU.

Uit extern onderzoek is gebleken dat ombuigingen voldoende financiën kunnen opleveren voor de intensivering van de ondersteunende organisatie van de GGD. Niet zeker is of alle ombuigingen (tijdig) gerealiseerd kunnen worden (zie verder bij risico’s). Verhoging van de inwonerbijdrage is tot nu toe niet nodig geweest.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021

In de begroting van 2021 is vastgehouden aan 5 maatschappelijke effecten die vertaald zijn naar resultaten. Dit zijn:
1 Inwoners wonen, leven, gaan naar school en werken in een veilige omgeving waar aandacht is voor gezondheid en elkaar.
2 Een gezonde en veilige start voor elk kind.
3 Iedereen kan zich ontwikkelen en ontplooien.
4 Iedereen kan meedoen.
5 Bedreigingen van de publieke gezondheid worden bestreden.

Deze maatschappelijke effecten zijn de leidraad voor de ambities voor 2021. Naast inhoudelijke ambities is er ruim aandacht voor het verbeteren van de dienstverlening en het verder op orde brengen van de organisatie.
Per ambitie (veiliger leefomgeving, minder kwetsbare inwoners, gezondere en weerbaarder kinderen en scholen, een goede start voor ieder kind en het voorkomen van gezondheidsproblemen en
-risico’s) zijn de beoogde resultaten, de acties en de kosten vastgelegd.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019

Begin boekjaar: € 3.517.266
Einde boekjaar: € 4.232.707

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019

Begin boekjaar: € 13.154.917
Einde boekjaar: € 11.747.504

Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten: € 715.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 633.000

Risico’s

De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de GGD aangedane geldlening en rekening-courant overeenkomsten. De garantstelling geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen.

De GGDrU voert een integrale risico-inventarisatie uit. Deze wordt tweemaal per jaar geactualiseerd. De actualisatie maakt onderdeel uit van de reguliere P&C-cyclus. De actualisatie leidt tot een risicokaart waarbij de GGD-brede risico’s, risico’s ten aanzien van reizigersadvisering en risico’s ten aanzien van het GGiD tezamen zijn opgenomen.

Op de risicokaart is af te lezen dat
- fluctuatie kindaantallen een lage kans heeft om te gebeuren met een lage impact
- langdurige calamiteiten, ICT omgeving en Europees aanbesteden een lage kans heeft met een midden categorie impact
- de vraag naar reizigersvaccinaties, de RI&E gebouwen, tekort aan personeel, maatwerk en asielzoekers JGZ een kans hebben in de midden categorie en tevens een midden categorie impact
- er is een kleine kans op het stoppen van subsidie, de impact zou hoog zijn
- er is een kans in de midden categorie dat het voldoen aan de AVG een risico vormt en de impact zou hoog zijn
- het GGiD en het Ombuigingsplan een hoge kans op risico hebben en de impact zou hoog zijn.

Op basis van de geactualiseerde risico-inventarisatie heeft een financiële kwantificering plaatsgevonden van de benoemde GGD-brede risico’s. In de begroting 2021 zijn 3 risicogroepen onderscheiden: interne bedrijfsvoering, de samenwerking in de gemeenschappelijke regeling en externe ontwikkelingen. Per productgroep zijn de risico’s beschreven en van actiepunten voorzien. De risico’s zijn in euro’s gekwantificeerd en vastgesteld in het benodigd weerstandsvermogen. De beschikbare weerstandscapaciteit per 31 december 2021 (€ 1.760.516,-) ligt hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit (€ 709.000,-) .

Om het ombuigingsplan (ten behoeve van de versterking van de GGD organisatie) te realiseren is een bedrag van ruim 1,3 miljoen nodig. Dekking daarvoor is gevonden, echter daarbij is het risico dat ombuigingen niet tijdig gerealiseerd kunnen worden. Het Ombuigingsplan wordt bij elke bestuursrapportage tegen het licht gehouden. Bij tegenvallers die niet gedekt kunnen worden door incidentele meevallers of een beroep op reserves bestaat de kans dat de inwonerbijdrage wordt verhoogd. Dat is tot nu toe nog niet nodig geweest.

In 2018 is een nieuw Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DDJGZ) aanbesteed, samen met 2 andere GGD’en die net als de GGDrU werken met een softwareprogramma dat niet langer wordt ondersteund en dus moet worden vervangen. Het nieuwe DDJGZ heeft de naam GGDiD gekregen. De aanbesteding paste binnen de daarvoor in de begroting gereserveerde middelen. De oplevering is vertraagd en dat bracht meerkosten met zich mee. De bestemmingsreserves DDJGZ/GGiD en JGZ (ten dele) zijn hiervoor ingezet. Het Ombuigingsplan is verlengd tot 2024.

De markttaak Reizigersadvisering laat over 2019 een negatief saldo zien.
De uitvoering van deze taak maakt geen deel uit van de bijdrage van de gemeente aan de GGDrU. Inwoners die van deze dienstverlening gebruik maken bekostigen deze dienstverlening zelf. Een eventueel negatief saldo gaat wel ten laste van de reserve van de GGDrU.
Besloten is om in 2020 een analyse te maken over de uitvoerig van deze taak op langere termijn.

CORONA
De begroting van 2021 is opgesteld vlak voor en tijdens het begin van de corona uitbraak. Deze crisis heeft grote impact op het werk van de GGDrU en heeft ook financiële gevolgen. Het is moeilijk in te schatten wat de financiële implicaties zijn. Het Rijk heeft inmiddels toegezegd om gemaakte meerkosten te compenseren. Of die compensatie dekkend zal zijn is nog niet duidelijk.

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
Vestigingsplaats

Provinciehuis

Doel

De Omgevingsdienst Regio Utrecht ondersteunt en adviseert de gemeente Woerden bij het uitvoeren van milieutaken en het ontwikkelen van beleid voor milieu en duurzaamheid.
De ODRU levert een bijdrage aan het realiseren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en het versterken van de bestaande milieukwaliteit door inwoners, bedrijven en overheden te stimuleren tot milieuvriendelijk handelen en gedrag.

Voor de uitvoering van de milieutaken is de programmabegroting van de gemeente leidend. Binnen dit financiële kader wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma (UVP) opgesteld. Dit zijn de kaders waarbinnen de Omgevingsdienst haar taken uitvoert.

Programma 4. Cultuur, economie en milieu
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen,
De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder A. Bolderdijk
Plv. lid: wethouder G. Becht
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving (in het kader van milieu)
Financiële bijdrage

Conform de gemeenschappelijke regeling dragen de 15 deelnemende gemeenten gezamenlijk het risico voor de Omgevingsdienst.
Rekening 2019 € 1.417.286,-
Begroting 2020 € 1.379.063 (excl. nieuwe onvermijdelijke milieuontwikkelingen voor 2020 ev waarover nog een besluit genomen moet worden).
Begroting 2021 € 1.343.595,-

(zie grootboeknummer 6740.0011))

Financiële en ontwikkelingen 2021

Een belangrijke ontwikkeling in het samenspel tussen ODRU en gemeente is de komst van de Omgevingswet per 1 januari 2022.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021

Komst Omgevingswet per 1 januari 2022 heeft grote impact op de ODRU.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019 Begin boekjaar: € 1.907.862
Einde boekjaar: € 1.749.771
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019

Begin boekjaar: € 7.337.311
Einde boekjaar: € 7.699.971

De solvabiliteitsratio : 18,52% (hoe hoger, hoe groter de weerbaarheid)

Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten € -158.090
Geraamd resultaat (na mutaties reserves) € 221.193
Risico’s

Op een deel van het eigen vermogen van de ODRU rusten diverse bestemmingen zodat het weerstandsvermogen van de ODRU zich beperkt tot de algemene of egalisatiereserve.
In het Algemeen Bestuur van de ODRU van 19 december 2019 is besproken af te stappen van de ratio van 1,5 en te gaan werken met een bandbreedte. In de risiconotitie 2019/2020 is daarom besloten uit te gaan van waarderingscijfer C wat uitgaat van een voldoende weerstandsvermogen met een bandbreedte van 1,0 tot 1,4.

Dat wil zeggen dat alle risico’s binnen de ratio van 1,0 tot 1,4 gedekt kunnen worden vanuit het weerstandsvermogen, welke opgebouwd wordt vanuit eventuele positieve jaarrekeningresultaten. Als de Algemene Reserve boven deze bandbreedte uit komt, wordt het meerdere teruggegeven aan de eigenaar-gemeenten.
Het niveau van het benodigde weerstandsvermogen wordt ieder jaar bepaald aan de hand van de notitie Weerstandsvermogen en Risicomanagement.

U10 netwerksamenwerking

Terug naar navigatie - U10 netwerksamenwerking
Vestigingsplaats Diversen
Doel

Doel van de samenwerking is het komen tot een regionale aanpak van de regionale uitdagingen op het gebied van woningbouw, mobiliteit, economie, energietransitie, groen en landschap en gezond leven, waarbij de lijn van het verdicht verstedelijken rondom knooppunten is vastgelegd in de Ruimtelijk Economische Koers die door de gemeenteraden van de U10 is vastgesteld. In de stedelijke regio rond Utrecht speelt zich het merendeel van het economisch, maatschappelijk en fysiek verkeer af. De samenwerking richt zich niet alleen op overheden, maar wil deze ook verbinden met het bedrijfsleven en kennisinstellingen (‘triple helix’). Hiermee wil de samenwerking bereiken dat de regio Utrecht in de toekomst een aantrekkelijke vestigingsplaats voor inwoners en bedrijven blijft en er gezond kan worden geleefd in een stedelijke regio.

Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
Deelnemende partijen

De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist zijn lid van de U10. Daarnaast kent de U10 een aantal gemeenten, die voorlopig c.q. agenda lid zijn, te weten: Oudewater, Montfoort, Lopik en de Ronde Venen. Het betreft een flexibele netwerksamenwerking waarbij de gemeenten niet allemaal even intensief deelnemen op alle thema’s.

Bestuurders vanuit onze gemeente

De U10 kent geen dagelijks of algemeen bestuur. Het betreft een ‘lichte’ samenwerking op basis van een bestuursconvenant. Leden van het college nemen op basis van hun portefeuille deel aan de regionale bestuurstafels.

Momenteel is de bestuurlijke deelname als volgt:
- Wethouder Becht: bestuurlijk trekker tafel ‘Groen en Landschap’;
- Wethouder Noorthoek: deelnemer tafels ‘Duurzame bereikbaarheid’ en ‘Economische positionering’;
- Wethouder De Weger: deelnemer tafels ‘Klimaat neutrale regio’, ‘Gezonde woon- en leefomgeving’ en ‘Gezonde inclusieve regio’;
- Burgemeester Molkenboer: aangesloten bij het Bestuurlijk Coördinatie Overleg.

Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De U10 is een netwerksamenwerking in ontwikkeling. Dit geldt zowel voor de manier van samenwerken (flexibel, doelverkennend, samen met andere partners) als voor de inhoud. In de bestuurstafels worden steeds nieuwe actuele thema’s geagendeerd. Iedere keer wordt daarin gekeken met wie het opgepakt wordt en op welke manier.

De U10 ontwikkelt zich in 2021 naar een samenwerking die op basis van een breed gedragen perspectief en programma (Ruimtelijk Economisch Programma en Perspectief – REP) gemeenschappelijk de verstedelijkingsvraagstukken van de regio Utrecht aanpakt. De strategie van de U10 is hierbij om van de regio Utrecht een ontmoetingsplaats te maken voor gezond leven in een stedelijke regio.

Financiële bijdrage

Rekening 2019 € 56.933,80 (lidmaatschap) en € 32.965,00 (REP)
Begroting 2020 € 77.100
Begroting 2021 € 77.100

De jaarlijkse bijdrage is een vaste deelnemersbijdrage van € 1,10 per inwoner. Dit wordt besteed aan een klein procesteam (6 fte) en een werkbudget voor bijeenkomsten, communicatie etc. Vanaf 2020 wordt deze jaarlijkse bijdrage geïndexeerd op basis van een mixpercentage van 70% loonindex en 30% prijsindex.

Voor 2021 is een extra bijdrage van ca. € 3.000,- voorzien voor het opstellen van het Ruimtelijk Economische Perspectief en Programma (REP). Ook dit bedrag is tot stand gekomen op basis van een verdeling naar inwoneraantal.

Belang van Woerden Woerden is onlosmakelijk onderdeel van de stedelijke regio Utrecht, als het gaat om wonen, verplaatsen, werken en leven. Daarom is het in het belang van Woerden om in regionaal verband te werken aan een gezonde, slimme en groene regio. Dat gebeurt aan de volgende bestuurstafels in het bestuurlijk netwerk U10:
• Gezonde woon- en leefomgeving
• Economische positionering
• Klimaat neutrale regio
• Duurzame bereikbaarheid
• Gezonde en inclusieve regio
• Groen en Landschap

Daarnaast wordt samengewerkt in het opgaveteam Ruimtelijk-Economisch Perspectief en Programma (REP) en is de U10 betrokken bij het opstellen van de Regionale Energiestrategie U16 (RES).
Financiële ontwikkelingen 2021

In 2020 wordt een nieuw bestuursakkoord U10 ondertekend. Onderdeel van de afspraken in het bestuursakkoord is dat de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage U10 vanaf 2020, op basis van een mixpercentage van 70% loonindex en 30% prijsindex, wordt geïndexeerd.

Daarnaast is de verwachting dat er in de loop van 2021 nog een additionele bijdrage voor het REP wordt gevraagd. De huidige extra bijdrage is bestemd voor de kosten van fase 3 van het REP, terwijl in 2021 ook aan fase 4 van het REP wordt gewerkt. De omvang van deze bijdrage is momenteel nog onbekend.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021 De U10 richt zich in 2021 op het opstellen en vaststellen van het REP. Een integraal ruimtelijke programma voor de fysieke leefomgeving met een tijdshorizon tot aan 2040. In het programma worden doelstellingen en acties opgenomen voor de regionale uitdagingen op het gebied van wonen, werken, bereikbaarheid, klimaatneutraal (o.a. energietransitie), groen en landschap
Risico’s De netwerksamenwerking drijft op de inzet van de deelnemers en de urgentie van de onderwerpen. Als de deelnemers zich niet inzetten (bijvoorbeeld omdat ze het belang er niet van inzien) is het rendement nihil.

Vennootschappen en coöperaties

Coöperatie Parkeerservice U/A. Amersfoort

Terug naar navigatie - Coöperatie Parkeerservice U/A. Amersfoort
Vestigingsplaats

Amersfoort

Doel

Woerden heeft in zijn binnenstad gereguleerd parkeren ingevoerd en exploiteert twee parkeergarages. Het uitvoeren van het parkeerbeleid en het beheren van de parkeergarages is ondergebracht bij de Coöperatie Parkeerservice (CPS). De coöperatie is een samenwerkingsverband van gemeenten die samenwerken in parkeren met als doel zo laag mogelijke uitvoeringskosten tegen een zo hoog mogelijke kwaliteit. Vestigingsplaats is Amersfoort.

CPS is in 2010 opgericht en is de rechtsopvolger van Parkeerservice Amersfoort (het verzelfstandige parkeerbedrijf van de gemeente Amersfoort).

Programma 2. Fysiek beheer openbare ruimte en vervoer
Deelnemende partijen Huidige 16 leden: De gemeenten Alkmaar, Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Barneveld, Deventer, Gorinchem, Gouda, Hilversum, Hoogeveen, IJsselstein, Lelystad, Nieuwegein, Nijkerk, Woerden, Zandvoort en Zeist en Parkeren Amersfoort B.V.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder A. Noorthoek
Plv. lid: wethouder G. Becht
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De gemeente is lid van de Coöperatie Parkeerservice U.A. Als lid van CPS is de gemeente als mede-eigenaar automatisch ook lid van de algemene ledenvergadering (ALV), het hoogste orgaan van de coöperatie. In deze vergadering worden besluiten genomen die invloed hebben op de koers, de bedrijfsvoering en het resultaat van CPS.

Als mede-eigenaar van de coöperatie dragen we hiervoor een medeverantwoordelijkheid. In de ALV hebben alle gemeentelijke leden een gelijke stem. De wethouder Verkeer vertegenwoordigt Woerden in de ALV.

Financiële bijdrage Rekening 2019 € 543.342 (exclusief transitievergoeding € 6.000)
Begroting 2020 € 800.000 (incl. parkeergarage Def.eiland)
Begroting 2021 € 800.000
(zie grootboeknummers 6220.0010/6220.0011/6220.0015)
Belang van Woerden Coöperatie Parkeerservice is een niet-winstbeogende organisatie die tegen marktconforme prijzen voor haar leden kwalitatief hoogwaardige parkeerdiensten verricht. Coöperatie Parkeerservice maakt parkeren makkelijker voor zowel lokale overheden als automobilisten.
CPS werkt daarvoor in coöperatief verband intensief samen met de aangesloten leden en biedt een kwalitatief hoogwaardig, technologisch vooruitstrevend en volledig integraal parkeerdienstenpakket aan tegen zo laag mogelijke kosten, met zo min mogelijk risico en met een sterke focus op zowel het maatschappelijke als financiële rendement voor haar leden.
Financiële ontwikkelingen 2021

Om de financiële problemen uit het verleden te boven te komen, was een ingrijpende reorganisatie noodzakelijk om de coöperatie weer gezond te maken. Deze reorganisatie gaat gepaard met transitiekosten en er is een aanvulling van het weerstandsvermogen nodig.

Besloten is dat de leden een dotatie van € 600.000 doen aan het weerstandsvermogen en een dotatie ad € 2.200.000 aan het transitiebudget volgens een verdeelsleutel. Ook is over de verdeelsleutel een besluit genomen. Daarnaast is het besluit genomen om de bijdrage volgens een aantal vooraf vastgestelde jaarschijven te betalen (i.p.v. ineens).

Na de reorganisatie worden de kosten in drie onderdelen verwerkt:

PDC’s voor diensten die de leden afnemen van CPS, bijdrage indirecte kosten (bijvoorbeeld de bedrijfskosten van CPS) en contracten en stelposten. Zodoende zijn de financiële stromen transparant.

Medio februari 2019 is de parkeergarage Defensie Eiland opgeleverd. De parkeergarage wordt geëxploiteerd door de gemeente, ook bij deze garage is het uitvoeren van parkeerbeleid en beheren van de garage ondergebracht bij Parkeerservice. Hierdoor zijn de kosten van de uitvoeringsopdracht 2019 hoger dan voorgaande jaren: Parkeerservice voert immers meer werkzaamheden uit.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021  
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019  
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019  
Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten)  
Risico’s  

BNG Bank N.V. (BNG)

Terug naar navigatie - BNG Bank N.V. (BNG)
Vestigingsplaats Den Haag
Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Daarnaast neemt zij deel aan projecten in de vorm van publiek-private samenwerking.
Doel BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 7. Algemene inkomsten
Deelnemende partijen De gemeente Woerden heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap.
De gemeente Woerden bezit 123.201 aandelen (= 0,225% van het totaal aantal aandelen). Jaarlijks ontvangt de gemeente dividend naar rato van het aantal aandelen.

Baten (dividenduitkering):
Rekening 2019 € 351.122 (is dividend van 2018) (begroot 175.000 euro)
Rekening 2020 € 156.465 (is dividend van2019) (begroot € 350.000 euro)
Begroting 2021 € 156.545
(zie grootboeknummer 6050.0011)

Belang van Woerden

Eventuele kortlopende en langlopende leningen aangaan en deposito’s uitzetten.
Daarnaast heeft de gemeente afgelopen jaren aandelen van de bank in haar bezit. Op deze aandelen wordt jaarlijks dividend ontvangen.

Financiële ontwikkelingen 2021 De positieve ontwikkeling van de leverage ratio is aanleiding voor de BNG bank om de pay-out ratio te verhogen van 37,5% naar 50%.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2021 BNG Bank wil de positie van expert in financiering van publieke voorzieningen in de komende jaren verder versterken. De strategie is gericht op het inspelen op de (veranderende) behoeften van de klant door het volgen van het overheidsbeleid en het bieden van maatwerk-oplossingen voor de financiering van duurzame investeringen.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019 Begin boekjaar: € 4.991 miljoen
Einde boekjaar: € 4.887 miljoen
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019 Begin boekjaar: € 132.518 miljoen
Einde boekjaar: € 144.802 miljoen
Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten)

Nettowinst na belastingen van € 163 miljoen (vorig jaar 337 miljoen)

Na aftrek van de uitkering voor dividend aan verschaffers van hybride kapitaal is een bedrag van 142 miljoen euro in 2019 beschikbaar voor aandeelhouders.
Daarvan is 50% oftewel 71 miljoen euro uitbetaald als dividend (1,27 euro per aandeel). Het restant is toegevoegd aan de reserves.

De belangrijkste oorzaken van de daling van de nettowinst ten opzichte van 2018 zijn een lager resultaat financiële transacties en hogere voorzieningen voor kredietverliezen.

Risico’s Leverage ratio:
De naar risico gewogen solvabiliteitsratio’s zijn ten opzichte van ultimo 2018 stabiel gebleven op een hoog niveau; de Common Equity Tier 1-ratio en de Tier-1 ratio kwamen eind 2019 uit op 32% respectievelijk 38%.

Vitens

Terug naar navigatie - Vitens
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang

De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van (drink)water aan particulieren en bedrijven.

Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.
Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.

Doel Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 4. Cultuur, economie en milieu (nutsbedrijven 6.050.010)
Deelnemende partijen De gemeente Woerden is aandeelhouder en heeft daarmee stemrecht. De gemeente heeft 45.284 aandelen (0,9% van het totaal aantal aandelen) in haar bezit.
Betrokken zijn diverse gemeenten en provincies.
Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

Baten (dividenduitkering):
Begroting 2019 € 40.756 Jaarrekening 2019 €
Begroting 2020 € 39.397 Jaarrekening 2020 € 0 (is dividend 2019)
Begroting 2021-2024 0

(zie grootboeknummer 6050.0010)

Het dividend wordt gerelateerd aan het nettoresultaat. Het bedrag aan dividend dat wordt uitgekeerd bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het nettoresultaat. Relevant hierbij is de benodigde toevoeging aan de reserves om de continuïteit van de onderneming te waarborgen (t.b.v. investeringen in vaste activa of het versterken van de solvabiliteit.

Belang van Woerden

Een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van Woerden. Daarnaast het belang als aandeelhouder.

Vitens streeft naar zo laag mogelijke drinkwatertarieven, onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling wordt voldaan. Uitgangspunt hierbij is een bedrijfsresultaat (EBIT) dat jaarlijks wordt begroot op het niveau van het vastgestelde maximaal toegestane WACC-percentage (Weighted Average Cost of Capital) minus de bepaalde afslag, die varieert tussen de 0-0,5%.

Financiële ontwikkelingen 2021

DIVIDEND VERWACHTINGEN 2020–2022
Voor de komende jaren is de verwachting dat Vitens geen dividend zal uitkeren als gevolg van de lage WACC =Weighted Average Cost of Capital. (Voor 2020 en 2021: 2,75%) en het hoge investeringsniveau voor de komende jaren.

Hierdoor kan Vitens niet voldoen aan de continuïteitsdoelstelling zoals opgenomen in het Financieel beleid.

In relatie tot deze ontwikkelingen onderneemt Vitens de navolgende acties die met aandeelhouders zijn afgestemd:
• Vitens is, in samenwerking met de koepelorganisatie Vewin, een lobby gestart bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om te komen tot aanpassingen op de WACC-systematiek, die meer in lijn liggen met de toekomstige ontwikkelingen in de drinkwatersector waaronder een stijgend structureel niveau aan investeringen en dito financieringsbehoefte;
• Onderzoek uitvoeren door een onafhankelijke instantie naar de methodiek die ten grondslag ligt aan de hoogte van het meerjarige investeringsplan (IP) zoals is goedgekeurd door de AvA in het najaar van 2019 (als onderdeel van het meerjarenplan 2020-2022);
• Driejaarlijkse evaluatie/ herijking van het Financieel Beleid van Vitens zoals is vastgesteld in de AvA van juni 2019.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021  
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019 Begin boekjaar: € 533.000.000
Einde boekjaar: € 533.300.000
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019 Begin boekjaar: € 1.233.500.000
Einde boekjaar: € 1.293.000.000
Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten)

Bedrijfsresultaat: € 41.400.000 (2018: € 45.300.000)

Resultaat na belasting: € 11.100.000 (2018; € 13.000.000)

Risico’s  

Stichtingen en verenigingen

Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West-Utrecht
Vestigingsplaats

Woerden

Doel

Het verlenen van urgentieverklaringen voor een sociale huurwoning aan woningzoekenden uit de regio West Utrecht.
De verklaringen worden afgegeven door de stichting op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Woerden. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is geen eigen visie van de stichting voor de realisatie van de doelstellingen uit de programma's van de begroting. De stichting voert de huisvestingsverordening gedeeltelijk uit bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten.

Programma 6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Stichtse Vecht en Woerden.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder T. de Weger
Plv. lid: wethouder A. Noorthoek

Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

 
Financiële bijdrage Begroting 2018 € 22.580
Begroting 2019 € 17.108
Begroting 2020 € 13.669
Rekening 2019 € 10.907
(begroting 2021 wordt laat in het jaar vastgesteld.)
Belang van Woerden 26%
Financiële ontwikkelingen 2021 NVT
Inhoudelijke ontwikkelingen 2021 Vanuit de betrokken gemeenten is er een urgentiecommissie die urgentieaanvragen behandelt. Het Vierde Huis (extern) bereidt de besluiten van de Stichting Urgentieverlening West Utrecht voor. Voor het maken van verweerschriften en extra medisch advies, worden extra bedragen in rekening gebracht.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2019 € 78.815 en € 23.947
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2019 NVT
Financieel resultaat 2019 (saldo van baten en lasten) € 11.842
Risico’s Bij een grote toename van urgentieaanvragen zal het budget niet kostendekkend zijn. Gezien de inrichting van het voortraject waarbij een intake plaatsvindt, is dit risico beperkt.