Paragraaf 6 Verbonden partijen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Wat is het doel van deze paragraaf?

Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. Kernvragen blijven steeds of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden.

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan rechtspersonen waarmee de gemeente een band heeft. Deze paragraaf geeft dan ook per verbonden partij informatie over die partij en over de doelstelling van het gemeentebestuur die via de verbonden partij wordt gerealiseerd.

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als definitie van een verbonden partij: “Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”.

Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij op basis van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Er is sprake van een verbonden partij als een wethouder, raadslid of ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht – wanneer de gemeente een bestuurder of commissaris in de organisatie mag benoemen of voordragen – is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er goede bestuurders in het bestuur van de partij terechtkomen. Ook een stichting waarin bijvoorbeeld de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt – is volgens deze definitie geen verbonden partij.

Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, of een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dat wanneer een verbonden partij failliet gaat, de deelnemers in deze verbonden partij, dus ook de gemeente Woerden, voor extra kosten komen te staan. Uit bovenstaande blijkt dus ook dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

Met deze paragraaf voldoen wij aan onze wettelijke plicht (BBV) om per verbonden partij inzicht te geven in de volgende onderwerpen:

  • de beleidsvoornemens van de verbonden partij
  • de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten
  • onze visie op de verbonden partij in relatie tot de realisatie van de doelstellingen in onze programmabegroting
  • naam en vestigingsplaats, het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd, veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar, het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan begin en einde van het begrotingsjaar, het financiële resultaat van de verbonden partij

Aanvullend hierop, op grond van de Financiële verordening Woerden, staat in deze paragraaf informatie over beëindigde, nieuwe, en gewijzigde bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij verbonden partijen.
De kaders voor de verbonden partijen zijn vastgesteld in de nota Verbonden partijen.

De verbonden partijen waarin de gemeente Woerden bestuurlijke en financiële belangen heeft, worden hierna een voor een volgens hetzelfde stramien toegelicht.

Gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Vestigingplaats Utrecht
Doel Doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van de beheersing van rampen en crises in de Utrechtse gemeenten, waaronder het (verplicht) organiseren van brandweerzorg op regionaal niveau. De gemeentelijke organisaties zijn verantwoordelijk voor een aantal crisisbeheersingsprocessen zoals: crisiscommunicatie, publieke zorg en nazorg. Geen enkele gemeentelijke organisatie is in staat om deze taken geheel op eigen kracht te vervullen. Regionale samenwerking en bundeling van ambtelijke capaciteit is absoluut noodzakelijk.
Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : burgemeester V.J.H. Molkenboer
Plv. lid : wethouder A. Noorthoek
Bestuurlijk belang Veiligheid houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Bestuurlijke afspraken over prioriteiten en inzet worden op regionaal niveau gemaakt via de Veiligheidsregio Utrecht of het Regionaal College van de politie.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Eenduidige en efficiënte inrichting van de brandweer
Eenduidige aanpak van rampen en crises
Eenduidige aanpak brandweerzorg
Financiële bijdrage

Begroting 2022 : € 3.139.000 (6.110.0011/6830.0040)
Begroting 2023 : € 3.237.000

De bijdrage aan de VRU staat voor 90% geraamd bij taakveld 1.1 crisisbeheersing en voor 10% bij taakveld 8.3 wonen en bouwen.

Belang van Woerden

De Veiligheidsregio Utrecht houdt zich met o.a. de volgende werkzaamheden bezig:

  • De VRU heeft de risico’s in de regio in beeld en vastgelegd in het risicoprofiel. De informatie wordt met in- en externe partners gedeeld via:
    - regionaal risicoprofiel;
    - provinciale risicokaart;
    - brandrisicoprofiel;
    - (Gemeentelijke) Integrale Veiligheidsplannen.
  • De VRU adviseert het bevoegd gezag om onveilige situaties te voorkomen en/of te beperken, met betrekking tot:
    - ruimtelijke ordening & externe veiligheid (incl. overstromingsrisico’s);
    - bouwen;
    - brandveilig gebruik van gebouwen en bouwwerken;
    - milieu;
    - evenementen.
  • De VRU houdt risicogericht toezicht op (brand)veiligheid in bestaande bouw en bij evenementen en adviseren het bevoegd gezag over te nemen maatregelen.
  • De VRU wil met stimulerende preventie de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten.
  • De VRU zorgt voor goed voorbereide en opgeleide brandweermensen die de beschikking hebben over voldoende materieel en materiaal voor de uitvoering van hun taak.
  • De VRU onderhoudt een aantal specialismen waaronder waterongevallen, rietkapbrandbestrijding, natuurbrandbestrijding en technische hulpverlening.
  • Op het gebied van Bevolkingszorg beheert de VRU de regionale piketten.
  • De VRU zorgt er voor dat piketfunctionarissen uitgebreid opgeleid, geoefend en getraind worden . Hoe dit uitgevoerd wordt, is vastgelegd in het Beleidsplan Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO).
  • De VRU adviseert de gemeenten over de optimale inrichting van hun crisisorganisatie. Voor de lokale functionarissen verzorgt de VRU ook het totale opleiding, training en oefentraject.
  • De VRU volgt met het veiligheidsinformatiecentrum (VIC) de ontwikkelingen van risico’s in onze regio, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een ramp of crisis.
  • De VRU coördineert en organiseert geneeskundige hulp aan slachtoffers bij een ramp of crisis. In de voorbereidende fase valt hieronder ook het op geneeskundig vlak adviseren bij evenementen.
  • De VRU adviseert het openbaar bestuur en organisaties die een rol hebben in geneeskundige hulpverlening over te nemen maatregelen.
  • De VRU organiseert crisisoefeningen met zorgverleners, brandweer, gemeenten en politie zodat de hulpverlening goed op elkaar aansluit.
  • De VRU stelt de wettelijke verplichte incidentbestrijdingsplannen op of actualiseert deze.
  • De VRU evalueert GRIP-incidenten conform het evaluatiebeleid van de VRU.
  • De VRU beschikt over actuele aanvals- en/of bereikbaarheidskaarten voor risicovolle en kwetsbare objecten.
  • De VRU draagt zorg voor de continuïteit van de meldkamerfunctie in aanloop naar de samenvoeging, onder meer door harmonisatie van de meldkamerprocessen.
  • De VRU gaat verder met het verder terugdringen van de nodeloze meldingen via de brandmeldinstallatie. De VRU zet in op een combinatie van voorlichting, toezicht & handhaving en verificatie van de melding.
  • Op het gebied van organisatieontwikkeling zal de VRU zich onder andere bezig houden met het ontwikkelen van accountmanagement, harmonisatie rechtspositie en loketgericht werken

De VRU voert een aantal taken op het gebied van onderhoud en exploitatie van de brandweerkazernes uit. De pakketten operationeel onderhoud, schoonmaak en ARBO & veiligheid neemt de gemeente af bij de VRU.

Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2023 In 2023 gaat de nieuwe beleidsplanperiode van de VRU in. Het ontwerpbeleidsplan wordt voor vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 17.732.000
Einde boekjaar: € 23.237.000
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 30.900.000
Einde boekjaar: € 45.777.000
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten: €  5.505.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 3.102.000
Risico's Het grootste risico betreft het zich voordoen van grote rampen en calamiteiten in een regiogemeente, waardoor er een financieel risico ontstaat voor het bekostigen van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling VRU.

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
Vestigingsplaats Woerden
Doel

Uitvoering Archiefwetgeving en het beheer van historische archieven en collecties en beschikbaarstelling ervan aan burgers en organisatie.
Op grond van de Archiefwet-1995 moeten besturen van overheden ervoor zorgdragen dat hun archieven in goede en geordende en toegankelijke staat verkeren. Verder is het RHC belast met het wettelijk toezicht op het gemeentelijk beheer van nog niet overgebrachte archieven.

Programma 4. Cultuur, Economie, Recreatie & toerisme, Energietransitie 
Deelnemende partijen Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein, en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : burgemeester V.J.H. Molkenboer
Plv. lid : wethouder M. Pennarts-Pouw
Bestuurlijk belang De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de overgebrachte archieven ligt sinds 2006 bij het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling RHC .
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Bovengenoemde taken (zie achter Doel) vloeien voort uit de Archiefwet. Deze wet verplicht overheidsinstellingen om de archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Daarnaast verplicht de Archiefwet overheidsinstellingen om archieven die ouder zijn dan 20 jaar en voor blijvende bewaring in aanmerking komen, toegankelijk te maken voor het publiek. Hierbij verandert de status van deze archieven in principe naar openbaar en zijn ze voor iedereen kosteloos te raadplegen.
Financiële bijdrage

Begroting 2022 : € 271.423 

Begroting 2023 : € 278.472

De kosten voor 2023:
Depotkosten inclusief compensatie bedrag (te betalen):
Bijdrage per meter depotruimte € 35,11 x 1.472 meter = € 51.682
Compensatiekosten i.v.m. eigen depotruimte andere leden: € 1205
Totaal: € 52.887

Kosten per aantal inwoners:
Bijdrage per inwoner € 4,2724 x inwoners 52.800 = € 225.585

Door het RHC wordt btw in rekening gebracht (zit ook in de bijdrage). De deelnemers kunnen deze via het btw-compensatiefonds verhalen.

Begroting 2023 valt iets lager uit i.v.m. vertraging van het project e-depot.

De salariskosten zijn met 2% verhoogd.

Belang van Woerden Doel van het RHC is in het samenwerkingsgebied:
uitvoering geven aan de Archiefwet en het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2023

Vanuit de Archiefwet richt het RHC zich op het beheer van het statisch archief en de uitvoering van de inspectietaak. Het fungeert voor de gemeente als historisch informatiecentrum. De niet-wettelijke taken van het RHC werden afgebouwd.

Het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties is een belangrijk speerpunt voor de komende jaren. Het RHC zal ook de vorming van een regionaal E-depot de komende tijd oppakken.

Via de RHC-website is het mogelijk om sommige archiefbescheiden digitaal te raadplegen. Voor Woerden gaat het om het oud-rechterlijke archief (ook van Harmelen, Kamerik en Zegveld), en het notarieel archief van voor 1811. Deze archieven behoren tot de meest opgevraagde bronnen. Archieven en bronnen die zijn ontsloten worden zoveel mogelijk op de website voor publiek beschikbaar gesteld. Natuurlijk blijft het mogelijk de studiezaal te bezoeken om onderzoek te doen of (bouw)dossiers in te zien.
De overbrengingstermijn voor Archiefbescheiden naar het RHC staat momenteel volgens de Archiefwet op 20 jaar. Er is een traject gestart om deze termijn terug te brengen naar 10 jaar. Verkorting van de overbrengingstermijn van 20 jaar naar 10 jaar zal een behoorlijke invloed op de werkzaamheden bij het RHC.
Deze verkorting van de overbrengingstermijn zal waarschijnlijk in 2023 worden geëffectueerd.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Nihil

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021

N.v.t.

Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

Het eventuele batig saldo wordt verrekend met de begroting 2023.

Risico's

De taken worden uitgevoerd op basis van een sobere dienstverlening: alleen de wettelijke taken.

Afvalverwerking Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Afvalverwerking Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Utrecht
Doel

De AVU is een gemeenschappelijke regeling ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel een efficiënte en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen (geen bedrijfsafval) voor de deelnemende gemeenten te organiseren.

Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.

Programma 2. Fysiek beheer openbare ruimte en mobiliteit
Deelnemende partijen

Alle gemeenten binnen de provincie Utrecht met uitzondering van de gemeente Vijfheerenlanden (in 2021 uitgetreden uit de gemeenschappelijke regeling):
de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder J. Vierstra
Plv. lid : wethouder A. de Regt
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.
Financiële bijdrage

Begroting 2022: € 1.489.459
Begroting 2023: € 1.474.982

(zie grootboeknummers 6730.0012/6730.0013/6730.0014)

Belang van Woerden De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Door inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gezamenlijk aan te besteden, worden dankzij grote hoeveelheden in de regel gunstige tarieven verkregen.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2023

De bijdrage voor 2023 aan de AVU bedraagt voor Woerden € 1.474.982. Dit is nagenoeg gelijk aan de AVU-bijdrage voor 2022, deze bedroeg € 1.489.459. In 2021 werd € 1.404.073 aan de AVU betaald, in dat jaar zorgden hogere papierprijzen voor een financiële meevaller.

Voor 2022 is een herziening van het Grondstoffenbeleidsplan van de gemeente voorzien. Deze wordt eind 2022 aan uw raad voorgelegd. De in het Grondstoffenbeleidsplan gemaakte keuzes kunnen invloed hebben op de verwachte afvalhoeveelheden voor 2023.

De afrekening met de AVU vindt plaats op basis van de werkelijke hoeveelheden aangeboden afval, organisatiekosten en de inkomsten van glas en oud papier/karton. Hoewel er geen significante wijzigingen in regelgeving of tarieven zijn voorzien, kunnen inkomsten uit afvalstoffen fluctueren.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 250.201
Einde boekjaar: € 250.335

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 23.539.865
Einde boekjaar: € 21.389.957
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten voor belasting en onttrekking: € 5.505.000
Gerealiseerd resultaat € 3.102.000
Risico's In principe kent de AVU geen risico’s. Alleen wanneer een grote contractpartner haar verplichtingen niet kan nakomen zou een nieuwe overeenkomst meerkosten met zich mee kunnen brengen. Deze meerkosten worden dan wel weer doorberekend aan de deelnemende gemeenten.

Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSG)

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSG)
Vestigingsplaats Utrecht
Doel

Recreatieschap Stichtse Groenlanden is een van twee schappen in de provincie Utrecht. Via het Recreatieschap is de gemeente Woerden ook (financieel) verbonden met Routebureau Utrecht.

De regeling is getroffen ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de gemeente op het terrein van recreatie, natuur en landschap. Hieronder wordt begrepen de instandhouding en verbetering van voorzieningen en voor het hele grondgebied van de deelnemende gemeente een samenhangend beleid op het gebied van de openluchtrecreatie alsmede de natuur- en landschapsbescherming te ontwikkelen.

Programma Programma 4 Cultuur, Economie, Recreatie & Toerisme, Energietransitie
Deelnemende partijen De gemeenten: Woerden, Utrecht, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Houten, IJsselstein, Lopik, De Bilt, De Ronde Venen en de provincie Utrecht.
Bestuurders vanuit onze gemeente

Leden: burgemeester V.J.H. Molkenboer (DB) en wethouder A. de Regt (AB)
Plv. lid: wethouder A. Noorthoek

Per 1 januari 2023 wordt de samenstelling van het Dagelijks bestuur gewijzigd van 10 leden naar 5 leden. Op dit moment is nog niet duidelijk of Woerden dan in het DB plaats neemt.

Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Het belang is voor alle gemeenten en provincie gelijk, namelijk goede recreatievoorzieningen voor de inwoners binnen handbereik. Gebruik van recreatievoorzieningen door inwoners zijn regelmatig niet gebonden aan de gemeente waar je woont. De ene gemeente heeft door de ligging (bijvoorbeeld langs de rivier Lek) en/of het grotere, groene buitengebied meer ruimte voor opvang van recreanten dan een meer stedelijke gemeente. Daarnaast zijn routestructuren bij uitstek gemeente overschrijdend.
Financiële bijdrage

De bijdragen van de Gemeente Utrecht en de Provincie Utrecht (gezamenlijk 65,1%) worden berekend over de totale deelnemersbijdrage. De overige deelnemers betalen naar rato van het aantal inwoners gezamenlijk de andere 34,9%) . De deelnemersbijdragen worden geïndexeerd  conform de uitgangspunten voor de begroting 2023.

Begroting 2022 € 220.954
Begroting 2023 €  234.653 . Is geïndexeerd bedrag 2022, de (concept)begroting is nog niet gereed (d.d. 1 sept 2022).
(grootboeknummer 6.570.0021)

Belang van Woerden Voor onze inwoners is het van belang dat er voldoende recreatiemogelijkheden in Woerden en de regio zijn. Het ontwikkelen en beheren van recreatievoorzieningen draagt bij aan de leefbaarheid van de gemeente Woerden en de regio.
Financiële ontwikkelingen 2023

Voor 2023 is een beleidsarme begroting  vastgesteld voor het Recreatieschap Stichtse Groenlanden (recreatieschap). De begroting 2023 is gelijk het eerste jaar dat Staatsbosbeheer de uitvoeringsorganisatie wordt van het recreatieschap. De oude uitvoeringsorganisatie, Recreatie Midden Nederland (RMN), wordt per 31 december 2022 (volgens planning) geliquideerd. 

De afspraak met Staatsbosbeheer is dat de uitvoering van de taken zal plaatsvinden binnen het daarvoor beschikbare taakstellende budget. Voor de transitie van RMN naar Staatsbosbeheer is in 2022 hiervoor budget beschikbaar gesteld.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2023

In 2019 is het Ontwikkelplan met bijbehorende investeringsprogramma (programma A) opgesteld binnen de kaders van de kadernota 2019-2022. Dit ontwikkelplan blijft de komende jaren (2023 en 2024) het kader waar binnen gehandeld wordt.

Ontwikkelingen gemeente Woerden:
De realisatie van het Oortjespad Plusplan heeft 'on hold' gestaan in verband met de effecten van de coronacrisis. In 4e kwartaal 2022 of begin 2023 wordt duidelijk of Kameryck de overeengekomen ontwikkeling uit dit Oortjespad Plusplan gaat realiseren w.o. realisatie van een pannenkoekenhuis. Deze uitkomsten worden gedeeld met het bestuur van het schap en afhankelijk daarvan zal dit worden gerealiseerd in 2023.

De bijdragen aan het Routebureau Utrecht, de beheerder van onze routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen, lopen voor de schapsdeelnemers via het recreatieschap. Het Routebureau Utrecht wordt i.v.m. liquidatie RMN vanaf 1 januari 2023 ondergebracht bij de provincie Utrecht. Voor 2023 staat een grootschalige update van het fietsknooppuntennetwerk op de rol bij het Routebureau.  

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 4.610.456

Einde boekjaar: € 5.256.361

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 5.420.366

Einde boekjaar: € 5.947.480

Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten -/- € 1.065.598 (Programma A -/- € 554.879  / Programma B -/- € 510.718)
Gerealiseerd resultaat (na mutaties reserves) € 521.758 (Programma A +€ 433.156 / Programma B +€88.602)

Risico's 2023 is het eerste jaar van de nieuwe samenwerking met Staatsbosbeheer en de vereenvoudigde organisatiestructuur van het recreatieschap. Tussen het recreatieschap en Staatsbosbeheer zijn goede afspraken gemaakt over o.a. de financiën, taakuitvoering en ontwikkelingen bij het recreatieschap.  Maar omdat het het eerste jaar is van deze nieuwe samenwerking en de vereenvoudigde organisatiestructuur van het recreatieschap is niet uit te sluiten dat hier toch onverwachte zaken zullen optreden. 

 

Ferm Werk

Terug naar navigatie - Ferm Werk
Vestigingsplaats Woerden
Doel

Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie van vier gemeenten op het terrein van Participatie, Werk & Inkomen. De vier deelnemende gemeenten hebben alle taken van hun sociale diensten ondergebracht bij Ferm Werk inclusief het daarmee verbonden operationele beleid.

De dienstverlening die Ferm Werk verzorgt, betreft het uitvoering geven aan taken in het kader van de Participatiewet waarin zijn opgenomen de volgende voormalige wetten: Wet Werk en Bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Daarnaast geeft Ferm Werk uitvoering aan de Wet Sociale Werkvoorziening en het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen.

Tot de taken van Ferm Werk behoort het op basis van genoemde regelgeving verstrekken van uitkeringen en overige inkomensondersteuning en het uitvoering geven aan in de regelgeving aangegeven activiteiten ter bevordering van participatie en re-integratie in het arbeidsproces.

Programma 3. Sociaal domein
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Woerden, Montfoort, Oudewater en Bodegraven-Reeuwijk. De deelnemende gemeenten hebben in het bestuur stemrecht naar rato van het aantal inwoners. Dit komt erop neer dat de gemeente Woerden 60% van de stemmen in het Algemeen Bestuur heeft. Besluiten worden genomen met 2/3 meerderheid van stemmen. Zowel in het regionaal ambtelijk overleg als in het bestuur van Ferm Werk vindt afstemming tussen de vier deelnemende gemeenten plaats. 
Bestuurders vanuit onze gemeente Leden: wethouder J. Rozendaal (DB) en raadslid W. den Boer (AB)
Plv. leden: wethouder M. Pennarts-Pouw (DB) en raadslid L. Noorthoek (AB)
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage

Begroting 2022: Reguliere dienstverlening € 19.647.000
Begroting 2022: Aanvullende dienstverlening € 792.000

Begroting 2023: Reguliere dienstverlening € 20.161.000
Begroting 2023: Aanvullende dienstverlening € 748.000

Belang van Woerden Zie doel.
Financiële ontwikkelingen 2023

De begroting 2023-2026 bevat een beperkt aantal wijzigingen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2022. In verband met de verkiezingen, governancewijzigingen en begrotingswijzigingen is geen ruimte geweest om gezamenlijke nieuwe kaders vast te stellen. De wijzigingen beperken zich daarom tot actualisaties naar aanleiding van de jaarrekening en andere trendmatige ontwikkelingen. Zo zijn de uitgaven voor bijzondere bijstand de afgelopen jaren fors gestegen, de structurele verhoging van deze kosten is in deze begroting verwerkt. De toename van kosten wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de huisvesting van statushouders (inrichtingskosten). Daarnaast is in de begroting 2023-2026 de uitvoering van de nieuwe Wet inburgering verwerkt. De uitvoering van de Wet inburgering vindt plaats binnen de financiële middelen zoals die door het rijk aan de gemeenten beschikbaar is gesteld. 

De ontwikkeling van het cliëntenbestand van Ferm Werk is voor een belangrijk deel bepalend voor de uitgaven voor 2023 en verder. De prognose van het bijstandsvolume is gebaseerd op de CBP-ramingen. Voor 2023 laat het bijstandsvolume een lichte daling zien ten opzichte van 2022. Vanwege de grote onzekerheid van de voorspellingen voor de komende jaren is voor de jaren 2024 en verder het bijstandsvolume ‘bevroren’. Onzeker is in welke mate het rijk kostenstijgingen zal compenseren. 

De deelnemende gemeenten hebben een richtinggevende opdracht gegeven om diverse bezuinigingen door te voeren, waar mogelijk heeft Ferm Werk de begroting 2023-2026 aangepast aan de wens van de gemeenten, hierbij is een deel van de gewenste bezuinigingen gerealiseerd. Ferm Werk werkt aan een nota die meer inzicht verschaft in de efficiëntie en effectiviteit van de organisatie, de verdere uitvoering van de bestuursopdrachten en de aandachtspunten welke opgenomen zijn in de vastgestelde zienswijze op de gewijzigde begroting 2022-2025. Het vaststellen van een gemeenschappelijk kader is hierbij het uitgangspunt. Dit gemeenschappelijk kader zal vervolgens in de vorm van een kadernota (begrotingsjaar 2024) worden voorgelegd door het bestuur van Ferm Werk aan de gemeenteraden. In de kadernota wordt beoogd een goede balans neer te leggen tussen inhoudelijke doelen en beschikbare middelen waarmee richting wordt gegeven aan toekomstige begrotingen en de uitvoering van de taken van Ferm Werk. 

Inhoudelijke ontwikkelingen 2023

In 2023 zal de lijn waarin met Ferm Werk de samenwerking wordt gezocht binnen het brede sociaal domein worden voortgezet. Ferm Werk zal zich verder ontwikkelen tot een partner binnen het brede sociale domein, de relatie met en de dienstverlening aan het bedrijfsleven zal verder worden verstrekt. Het gaat daarbij met name over de invulling van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor participatie van cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Maar ook om het samen optrekken ten behoeve van een meer integrale dienstverlening aan cliënten van Ferm Werk die tevens klant zijn van andere partijen in het sociaal domein, zoals bijvoorbeeld schuldhulpverlening, jeugdzorg of justitie. 

Ferm Werk hanteert de 'omgekeerde toets' als uitgangspunt. Hiermee wordt de hulpvraag van inwoners in volle omvang zichtbaar en daarmee ook de raakvlakken met andere domeinen, waaronder Wmo en Jeugd. De inwoner wordt centraal gesteld en vanuit de hulpvraag ontstaat een 'ontschotte' benadering. Deze benadering willen we centraler stellen door de hulpvraag te relateren aan de doelstelling ‘meedoen naar vermogen’ en de benodigde inzet aan middelen om het doel te bereiken.

Vergelijkbaar met voorgaande jaren ligt de focus van Ferm Werk op het bevorderen van economische participatie. Ferm Werk zal door deelname in de arbeidsmarktregio’s voor verbinding tussen lokale ondernemers en onze inwoners zorgen. 

De begroting 2023-2026 laat een zichtbare verbetering van de transparantie van de dienstverlening zien door differentiatie in de programma’s inkomensregelingen, arbeidsparticipatie, SW-bedrijf en Nieuw Beschut en aanvullende dienstverlening. De programma’s worden gezien als een opmaat voor een verdere verdieping van de transparantie van de dienstverlening van Ferm Werk. 

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar € 74.603
Einde boekjaar € 74.603

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar € 13.321.665
Einde boekjaar € 5.729.550

Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

€ 0

Risico's

De inkomensregelingen die Ferm Werk uitvoert zijn open-einderegelingen. De begroting gaat uit van verwachtingen over het aantal mensen dat bijstand of inkomensondersteuning aanvraagt. En van een bepaald aantal cliënten dat gebruik gaat maken van een garantiebaan of nieuw beschut werk. Ook ten aanzien van de hoogte van de BUIG-uitkering is een inschatting gemaakt. In  werkelijkheid kan dit alles mee- of tegenvallen. Het risico daarvoor berust volledig bij de deelnemende gemeenten. 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

 

Vestigingsplaats Utrecht
Doel Het in stand houden van een dienst van gemeenten ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
Programma 3. Sociaal domein
Deelnemende partijen Alle 26 gemeenten van de provincie Utrecht houden de gemeenschappelijke regeling in stand.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid :  wethouder M. Pennarts-Pouw
Plv. lid : wethouder J. Rozendaal
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De GGDrU levert een bijdrage aan het bevorderen van een gezonde bevolking door middel van onderzoek, advies en ondersteuning. Infectieziektenbestrijding is een belangrijk onderdeel van het werk; dat belang is door de corona-uitbraak nog duidelijker geworden.

De JGZ heeft een belangrijke signalerende functie als het gaat om de ontwikkeling van onze jeugd. Een andere belangrijke taak van de GGDrU is het verzamelen van epidemiologische gegevens waarmee de gemeenten hun beleid kunnen richten.

Financiële bijdrage

Begroting 2023:
Basistaken € 401.845 
Intensivering basistaken € 9.820 
Basistaken-plus € 1.483.395
Maatwerk € 355.745 

Totaal bijdrage en vergoedingen: € 2.250.805
(zie grootboeknrs 6710.0010/6710.0011/6610.0010/6120.0012)

De inwonerbijdrage voor de Algemene Publieke Gezondheidstaken bedraagt in 2023 € 316.532,86
De kindbijdrage voor de uitvoering van de JGZ bedraagt in 2023 € 1.453.672,65

Belang van Woerden Onderdeel uitmaken van de verbonden partij GGDrU levert Woerden voordelen op het gebied van (financiële) risicospreiding, bestuurlijke kracht en effectiviteit, kennis en expertise en efficiency dankzij samenwerking met andere gemeenten én GGDrU zelf.
Financiële ontwikkelingen 2023

Omdat de organisatie van de GGDrU niet robuust genoeg was, worden verbeteringen doorgevoerd. Voor de dekking van de daarmee gepaard gaande kosten is een Ombuigingsplan (2018-2021) opgesteld en momenteel nog in uitvoering. Door vertraging in de oplevering van het nieuwe Digitaal Dossier JGZ, het GGiD, met daarmee samenhangende financiële tegenvaller, is het Ombuigingsplan verlengd tot 2024. De tegenvaller is daardoor opgevangen in de eigen langetermijnbegroting en heeft geen financiële gevolgen voor de bijdrage van de gemeenten aan de GGDrU.

Uit extern onderzoek is gebleken dat ombuigingen voldoende financiën kunnen opleveren voor de intensivering van de ondersteunende organisatie van de GGD. Niet zeker is of alle ombuigingen (tijdig) gerealiseerd kunnen worden (zie verder bij risico’s). Verhoging van de inwonerbijdrage, anders dan op basis van indexering of uitvoer van extra taken in opdracht van de gemeente,  is tot nu toe niet nodig geweest.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2023

GGDrU heeft het bevorderen en beschermen van de gezondheid verdeeld over de inhoudelijke pijlers: 
•    Kansrijk opgroeien 
•    Een gezonde en veilige leefomgeving 
•    Langer gelukkig en gezond zelfstandig 

Sommige inwoners hebben meer aandacht nodig om dezelfde kansen te krijgen. Ongelijke gezondheidskansen ontstaan niet plotseling. Ze zijn vaak een gevolg van een opeenstapeling van problemen gedurende de levensloop en zelfs van generatie op generatie. 

De begroting van GGDrU omvat 1 programma: publieke gezondheid, met de volgende indeling: 
1. Een veilige en gezonde leefomgeving 
2. Ondersteuning sociaal kwetsbaren 
3. Gezonde wijken en scholen 
4. Een goede start voor ieder kind 
5. Voorkomen van gezondheidsproblemen en –risico’s 

Naast inhoudelijke ambities is er ruim aandacht voor het verbeteren van de dienstverlening en het verder op orde brengen van de organisatie:
6. De organisatie op orde 
7. Eigentijdse dienstverlening 

Per programma en onderdeel zijn de beoogde resultaten, de acties en de kosten vastgelegd.

GGDrU is vanaf februari 2020 intensief betrokken bij de bestrijding van het COVID-19 virus. In 2022 zullen onderdelen van het coronabedrijf worden ingevlochten in de reguliere organisatie. Het komende jaar zal duidelijker worden hoe het virus zich ontwikkelt, en hoe de bestrijding daarvan vorm krijgt. Vooralsnog is nog niet duidelijk hoe de financiering vanaf 2023 is geregeld. GGDrU zal hiermee bij de inrichting van de organisatie zo veel mogelijk rekening houden.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 5.142.740
Einde boekjaar: € 4.112.693

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 35.524.368
Einde boekjaar: € 49.257.955

Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten: € 997.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 565.000

Risico’s

Uit het laatste bestuurlijk gedeelde Ombuigingenplan blijkt dat de Algemene Reserve naar verwachting de komende jaren zal teruglopen naar een saldo van circa € 850.000, wat in de buurt komt van het minimumniveau van de benodigde weerstandscapaciteit op basis van de huidige risico-inventarisatie.

Op de risicokaart is af te lezen dat er een aantal risico’s is met midden tot hoge kans en impact:

1. Interne bedrijfsvoering:
- te weinig gekwalificeerd (medisch) personeel: het is lastig om personeel te vinden;
- fluctuatie kindaantallen: vanaf 2018 financiering JGZ op basis van kindaantallen. Aantal kinderen neemt af;
- asielzoekers JGZ: aanbesteding JGZ dienstverlening bij asielzoekers;
- reizigersvaccinatie: de vraag fluctueert (structurele lasten bij fluctuatie opbrengsten);
- GGiD (= digitaal kinddossier): de implementatie is vertraagd.

2. Samenwerking in de GR:
- het maatwerk: aansluiten behoefte gemeenten afname vraag maatwerk door gemeenten en ook financiële positie gemeenten kan aanleiding zijn maatwerk te stoppen;
- ombuigingen: duren langer dan voorzien, mede als gevolg van vertraging GGiD;

3. Externe ontwikkelingen:
- risicoinventarisatie & -evaluatie gebouwen: arbobeleid is wettelijk verplicht en nog niet alle benodigde RI&E's zijn uitgevoerd.

Corona
De coronacrisis heeft grote impact op het werk van de GGDrU en heeft ook financiële gevolgen. Vooralsnog is nog niet duidelijk hoe de financiering vanaf 2023 is geregeld. GGDrU zal hiermee bij de inrichting van de organisatie zo veel mogelijk rekening houden.

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

 

Vestigingsplaats Provinciehuis Utrecht
Doel

De Omgevingsdienst Regio Utrecht ondersteunt en adviseert de gemeente Woerden bij het uitvoeren van milieutaken en het ontwikkelen van beleid voor milieu en duurzaamheid.
De ODRU levert een bijdrage aan het realiseren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en het versterken van de bestaande milieukwaliteit door inwoners, bedrijven en overheden te stimuleren tot milieuvriendelijk handelen en gedrag.

Voor de uitvoering van de milieutaken is de programmabegroting van de gemeente leidend. Binnen dit financiële kader wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma (UVP) opgesteld. Dit zijn de kaders waarbinnen de Omgevingsdienst haar taken uitvoert.

Programma 4. Cultuur, Economie, Recreatie & toerisme, Energietransitie
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder A. de Regt
Plv. lid: wethouder J. Vierstra
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving (in het kader van milieu)
Financiële bijdrage

Conform de gemeenschappelijke regeling dragen de 15 deelnemende gemeenten gezamenlijk het risico voor de Omgevingsdienst.

Begroting 2022 € 1.368.352
Begroting 2023 € 1.347.382

(zie grootboeknummer 6740.0011)

Financiële en ontwikkelingen 2023

Naar verwachting treedt de Omgevingswet op 1 januari 2023 in werking. Deze Omgevingswet heeft een grote impact op de werkzaamheden van de ODRU. De ODRU heeft een inschatting gemaakt dat de komst van de Omgevingswet extra kosten met zich meebrengen. Deels betreft dit kosten voor nieuwe bodemtaken waar budget vanuit het Rijk tegenover staat. Er is nog geen landelijk besluit over de verdeling van dit budget. Deels betreft het anders werken. Onder de uitvoering van de Omgevingswet gaan we monitoren welke inspanning van de ODRU nodig is om de werkzaamheden uit te voeren en welke kosten dit met zich mee zal brengen.


In de Voorjaarsrapportage 2022 is een meerjarig extra budget opgenomen voor de ODRU.  Het grootste deel van dit budget is voor de te verwachten extra kosten vanwege de Omgevingswet. Een derde deel van de kosten is incidenteel budget voor 2023.  Een beperkt deel van het  budget is voor de uitvoering van extra wettelijke verplichte taken, namelijk het afhandelen van meer meldingen.


In totaal gaat het om een bedrag in 2023 van € 138.593 voor tijdelijke uren t.b.v. onvermijdelijke ontwikkelingen.  

Inhoudelijke ontwikkelingen 2023 Een belangrijke ontwikkeling in het samenspel tussen ODRU en gemeente is de komst van de Omgevingswet per 1 juli 2022.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 1.157.790
Einde boekjaar: € 1.707.560
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 7.863.561
Einde boekjaar: €  3.334.329


Solvabiliteitsratio 33,87% (hoe hoger, hoe groter de weerbaarheid)

Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten €  691.871
Geraamd resultaat (na mutaties reserves) € 596.157

Risico's

Op een deel van het eigen vermogen van de ODRU rusten diverse bestemmingen zodat het weerstandsvermogen van de ODRU zich beperkt tot de algemene of egalisatiereserve.
In het Algemeen Bestuur van de ODRU van 19 december 2019 is besloten uit te gaan van waarderingscijfer C wat uitgaat van een voldoende weerstandsvermogen met een bandbreedte van 1,0 tot 1,4.

Eind 2021 was de ratio 0,87. Dit ligt buiten de ratio van 1,0 tot 1,4 en dat betekent dat de risico’s onvoldoende gedekt kunnen worden vanuit het weerstandsvermogen. Op 7 april 2022 heeft het Algemeen Bestuur besloten om van het positieve resultaat van 2021 106K toe te voegen aan de algemene reserve om de ratio op 1,0 te brengen. Als de Algemene Reserve boven deze bandbreedte uit komt, wordt het meerdere teruggegeven aan de eigenaar-gemeenten. Het niveau van het benodigde weerstandsvermogen wordt ieder jaar vastgesteld in  de notitie Weerstandsvermogen en Risicomanagement.

 

Vennootschappen en coöperaties

Coöperatie Parkeerservice U.A. Amersfoort

Terug naar navigatie - Coöperatie Parkeerservice U.A. Amersfoort
Vestigingsplaats Amersfoort
Doel

Woerden heeft in zijn binnenstad gereguleerd parkeren ingevoerd en exploiteert twee parkeergarages. Het uitvoeren van het parkeerbeleid en het beheren van de parkeergarages is ondergebracht bij de Coöperatie Parkeerservice (CPS). De coöperatie is een samenwerkingsverband van gemeenten die samenwerken in parkeren met als doel zo laag mogelijke uitvoeringskosten tegen een zo hoog mogelijke kwaliteit. Vestigingsplaats is Amersfoort.
CPS is in 2010 opgericht en is de rechtsopvolger van Parkeerservice Amersfoort (het verzelfstandige parkeerbedrijf van de gemeente Amersfoort).

Programma 2. Fysiek beheer openbare ruimte en Mobiliteit
Deelnemende partijen Huidige 15 leden: De gemeenten Alkmaar, Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Barneveld, Bergen, Gouda, Hilversum, Hoogeveen, IJsselstein, Lelystad, Nieuwegein, Nijkerk, Woerden, Zandvoort en Zeist.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder A. Noorthoek
Plv. lid: n.n.b.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De gemeente is lid van de Coöperatie Parkeerservice U.A. Als lid van CPS is de gemeente als mede-eigenaar automatisch ook lid van de algemene ledenvergadering (ALV), het hoogste orgaan van de coöperatie. In deze vergadering worden besluiten genomen die invloed hebben op de koers, de bedrijfsvoering en het resultaat van CPS.

Als mede-eigenaar van de coöperatie dragen we hiervoor een medeverantwoordelijkheid. In de ALV hebben alle gemeentelijke leden een gelijke stem. De wethouder Verkeer vertegenwoordigt Woerden in de ALV.

Financiële bijdrage Begroting 2022 € 580.603 
Begroting 2023 € 639.729
(zie grootboeknummers 6220.0010/6220.0011/6220.0015)
Belang van Woerden CPS is een niet-winstbeogende organisatie die tegen marktconforme prijzen voor haar leden kwalitatief hoogwaardige parkeerdiensten verricht. CPS werkt daarvoor in coöperatief verband samen met de aangesloten leden en biedt een kwalitatief hoogwaardig, technologisch vooruitstrevend en volledig integraal parkeerdienstenpakket aan tegen zo laag mogelijke kosten, met zo min mogelijk risico en met een sterke focus op zowel het maatschappelijke als financiële rendement voor haar leden.
Financiële ontwikkelingen

In 2020 en 2021 ondervond de exploitatie van het product parkeren zware tegenslagen door de geldende Corona-maatregelen. In 2022 zal dit zich naar verwachting herstellen naar het oude niveau.

Inhoudelijke ontwikkelingen  De ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit en parkeren verkeren in een stroomversnelling. Belangrijk is om hier sterk op te sturen en de stem van Woerden goed te vertegenwoordigen tijdens de ALV.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: €  1.983 miljoen
Einde boekjaar: €  2.216 miljoen
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: €  1.973 miljoen
Einde boekjaar: €  3.637 miljoen
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) €  300.000
Risico's Keuzes vanuit de Strategische Heroriëntatie moeten zich nog bewijzen; als het nieuwe Parkeerbeleid vraagt om aanpassingen heeft dit directe gevolgen voor de exploitatie.

Bank Nederlandse Gemeenten

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten

 

Vestigingsplaats Den Haag
Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Daarnaast neemt zij deel aan projecten in de vorm van publiek-private samenwerking.
Doel BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie, mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 7. Algemene inkomsten
Deelnemende partijen De gemeente Woerden heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap.
De gemeente Woerden bezit 123.201 aandelen (= 0,225% van het totaal aantal aandelen). Jaarlijks ontvangt de gemeente dividend naar rato van het aantal aandelen.

Baten (dividenduitkering):

Begroting 2022 € 156.545 
Begroting 2023 € 156.465
(zie grootboeknummer 6050.0011)

Belang van Woerden Eventuele kortlopende en langlopende leningen aangaan en deposito’s uitzetten.
Daarnaast heeft de gemeente aandelen van de bank in haar bezit. Op deze aandelen wordt jaarlijks dividend ontvangen.
Financiële ontwikkelingen 2023 De positieve ontwikkeling van de leverage ratio is aanleiding voor de BNG bank om de pay-out ratio te verhogen van 37,5% naar 50%.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2023 BNG Bank wil de positie van expert in financiering van publieke voorzieningen in de komende jaren verder versterken. De strategie is gericht op het inspelen op de (veranderende) behoeften van de klant door het volgen van het overheidsbeleid en het bieden van maatwerk-oplossingen voor de financiering van duurzame investeringen.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: €  5.097 miljoen
Einde boekjaar: €  5.062 miljoen
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: €  155.262 miljoen
Einde boekjaar: €  143.995 miljoen
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

Nettowinst na belastingen van € 236 miljoen (vorig jaar 221 miljoen)

 

Risico's

Leverage ratio:
De naar risico gewogen solvabiliteitsratio’s zijn ten opzichte van ultimo 2019 stabiel gebleven op een hoog niveau; de Common Equity Tier 1-ratio en de Tier-1 ratio kwamen eind 2020 uit op 33% respectievelijk 39%. Dit is een lichte stijging.

 

Vitens

Terug naar navigatie - Vitens

 

Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang

De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van (drink)water aan particulieren en bedrijven.

Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.
Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.

Doel Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 4. Cultuur, economie en milieu (nutsbedrijven 6.050.010)
Deelnemende partijen De gemeente Woerden is aandeelhouder en heeft daarmee stemrecht. De gemeente heeft 45.284 aandelen (0,9% van het totaal aantal aandelen) in haar bezit.
Betrokken zijn diverse gemeenten en provincies.
Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

Baten (dividenduitkering):
Begroting 2022 € 0 
Begroting 2023 € 0

(zie grootboeknummer 6050.0010)

Het dividend wordt gerelateerd aan het nettoresultaat. Het bedrag aan dividend dat wordt uitgekeerd bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het nettoresultaat. Relevant hierbij is de benodigde toevoeging aan de reserves om de continuïteit van de onderneming te waarborgen (t.b.v. investeringen in vaste activa of het versterken van de solvabiliteit.

Belang van Woerden

Een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van Woerden. Daarnaast het belang als aandeelhouder.

Vitens streeft naar zo laag mogelijke drinkwatertarieven, onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling wordt voldaan. Uitgangspunt hierbij is een bedrijfsresultaat (EBIT) dat jaarlijks wordt begroot op het niveau van het vastgestelde maximaal toegestane WACC-percentage (Weighted Average Cost of Capital) minus de bepaalde afslag, die varieert tussen de 0-0,5%.

Financiële ontwikkelingen 

Dividendverwachtingen
Voor de komende jaren is de verwachting dat Vitens geen dividend zal uitkeren, als gevolg van de lage WACC =Weighted Average Cost of Capital. (Voor 2020 en 2021: 2,75%) en het hoge investeringsniveau voor de komende jaren.

Hierdoor kan Vitens niet voldoen aan de continuïteitsdoelstelling zoals opgenomen in het Financieel beleid.

In relatie tot deze ontwikkelingen onderneemt Vitens de volgende acties die met aandeelhouders zijn afgestemd:
• Vitens is, in samenwerking met de koepelorganisatie Vewin, een lobby gestart bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om te komen tot aanpassingen op de WACC-systematiek, die meer in lijn liggen met de toekomstige ontwikkelingen in de drinkwatersector waaronder een stijgend structureel niveau aan investeringen en dito financieringsbehoefte;
• Onderzoek uitvoeren door een onafhankelijke instantie naar de methodiek die ten grondslag ligt aan de hoogte van het meerjarige investeringsplan (IP) zoals is goedgekeurd door de AvA in het najaar van 2019 (als onderdeel van het meerjarenplan 2020-2022);
• Driejaarlijkse evaluatie/ herijking van het Financieel Beleid van Vitens zoals is vastgesteld in de AvA van juni 2019.

Inhoudelijke ontwikkelingen 

 

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2020

Begin boekjaar: € 533.200.000
Einde boekjaar: € 557.100.000

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2020

Begin boekjaar: € 1.293.000.000
Einde boekjaar: € 1.340.100.000

Financieel resultaat 2020 (saldo van baten en lasten)

Bedrijfsresultaat: € 52.100.000                (2019: € 41.400.000)

Resultaat na belasting: € 23.900.000    (2019; € 11.100.000)

Risico's

Hoogte investeringen om beschikbaarheid van voldoende drinkwater te kunnen blijven garanderen 

 

Stichtingen en verenigingen

Stichting Urgentieverlening West Utrecht

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West Utrecht
Vestigingsplaats Woerden
Doel Het verlenen van urgentieverklaringen voor een sociale huurwoning aan woningzoekenden uit de regio West Utrecht.
De verklaringen worden afgegeven door de stichting op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Woerden. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is geen eigen visie van de stichting voor de realisatie van de doelstellingen uit de programma's van de begroting. De stichting en de urgentiecommissie van de stichting voeren de huisvestingsverordening uit bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten.
Programma 6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Stichtse Vecht en Woerden.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid: wethouder A. Noorthoek.
Plv. lid: -
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd  
Financiële bijdrage Begroting 2022 : €  17.550.
Begroting 2023 : Niet bekend, begroting wordt in oktober/november 2022 vastgesteld (in 2021 was dit op 8 november). 
Belang van Woerden 26%
Financiële ontwikkelingen 2023 n.v.t.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2023 Vanuit de betrokken gemeenten is er een urgentiecommissie die urgentieaanvragen behandelt. Het Vierde Huis (extern) bereidt de besluiten van de Stichting Urgentieverlening West Utrecht voor. Voor het maken van verweerschriften en extra medisch advies worden extra bedragen in rekening gebracht.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 19.992

Einde boekjaar: € 12.299

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 n.v.t.
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) € 7.693 (-)
Risico’s Bij een grote toename van urgentieaanvragen zal het budget niet kostendekkend zijn. Gezien de inrichting van het voortraject waarbij een intake plaatsvindt, is dit risico beperkt.

Overige verbonden partijen

U10

Terug naar navigatie - U10
Vestigingsplaats Utrecht
Doel Doel van de samenwerking is om te komen tot een regionale aanpak van de regionale uitdagingen op het gebied van woningbouw, mobiliteit, economie, energietransitie, groen en landschap en gezond leven, waarbij de lijn van het verdicht verstedelijken rondom knooppunten is vastgelegd in de Ruimtelijk Economische Koers die door de gemeenteraden van de U10 is vastgesteld. In de stedelijke regio rond Utrecht speelt zich het merendeel van het economisch, maatschappelijk en fysieke verkeer af. De samenwerking richt zich niet alleen op overheden, maar wil deze ook verbinden met het bedrijfsleven en kennisinstellingen (‘triple helix’). Hiermee wil de samenwerking bereiken dat de regio Utrecht in de toekomst een aantrekkelijke vestigingsplaats voor inwoners en bedrijven blijft en er gezond kan worden geleefd in een stedelijke regio.
Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein,  Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, Zeist, Montfoort, De Ronde Venen en Oudewater zijn lid van de U10. Het betreft een flexibele netwerksamenwerking waarbij de gemeenten niet allemaal even intensief deelnemen op alle thema’s.
Bestuurders vanuit onze gemeente

De U10 kent geen dagelijks of algemeen bestuur. Het betreft een ‘lichte’ samenwerking op basis van een bestuursconvenant. Leden van het college nemen op basis van hun portefeuille deel aan de regionale bestuurstafels.

Momenteel is de bestuurlijke deelname als volgt:

  • Wethouder Noorthoek: bestuurstafel 'Gezonde woon- en leefomgeving';
  • Wethouder De Regt: bestuurstafels ‘Groen en Landschap’ en  ‘Duurzame bereikbaarheid’;
  • Wethouder Rozendaal: bestuurstafel ‘Economische positionering’;
  • Wethouder Vierstra: voorzitter bestuurstafel 'Klimaatneutrale regio'; deelnemer voorzittersoverleg;
  • Burgemeester Molkenboer: burgemeestersoverleg;
  • Gemeentesecretaris Brander: netwerkdirectie
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De U10 is een netwerksamenwerking in ontwikkeling. Dit geldt zowel voor de manier van samenwerken (flexibel, doelverkennend, samen met andere partners) als voor de inhoud. In de bestuurstafels worden steeds nieuwe actuele thema’s geagendeerd. Iedere keer wordt daarin gekeken met wie het wordt opgepakt en op welke manier.

De U10 ontwikkelt zich in 2022 naar een samenwerking die op basis van een breed gedragen perspectief en programma (Ruimtelijk Economisch Programma en Perspectief (REP)) gemeenschappelijk de verstedelijkingsvraagstukken van de regio Utrecht aanpakt. De strategie van de U10 is hierbij om van de regio Utrecht een ontmoetingsplaats te maken voor gezond leven in een stedelijke regio.

Financiële bijdrage

Begroting 2022 : € 77.100
Begroting 2023 : € 81.000

De financiële jaarlijkse bijdrage is een vaste deelnemersbijdrage per inwoner voor het samenwerkingsconvenant en een bedrag per inwoner voor het mobiliteitsconvenant. Dit wordt besteed aan een klein procesteam (6 fte) en een werkbudget voor bijeenkomsten, communicatie etc. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van een mixpercentage van 70% loonindex en 30% prijsindex.

Belang van Woerden

Woerden is onlosmakelijk onderdeel van de regio Utrecht, als het gaat om wonen, verplaatsen, werken en leven. Daarom is het in het belang van Woerden om in regionaal verband te werken aan een gezonde, slimme en groene regio. Dat gebeurt aan de volgende bestuurstafels in het bestuurlijk netwerk U10:

  • Gezonde woon- en leefomgeving
  • Economische positionering
  • Klimaatneutrale regio
  • Duurzame bereikbaarheid
  • Groen en Landschap

Daarnaast wordt samengewerkt in het opgaveteam Ruimtelijk-Economisch Perspectief en Programma (REP) en is de U10 betrokken bij het opstellen van de Regionale Energiestrategie U16 (RES).

Financiële ontwikkelingen 2023 Voor het boekjaar 2023 zijn, anders dan indexatie, geen aanvullende financiële middelen van de gemeenten nodig. Dit enerzijds doordat de reeds ter beschikking gestelde middelen voor de kwartiermakersfase niet volledig zullen worden besteed in 2022 en kunnen worden aangewend in 2023. Daarnaast is in de reguliere U10 begroting alvast enige ruimte ingebouwd voor financiering van de ondersteuning van de drie kernactiviteiten. Voor 2024 en verder is de verwachting dat de realisatie van ons gezamenlijk perspectief zal vragen om aanvullende financiële middelen. In het vierde kwartaal van 2023 stelt het regieoverleg de U10 begroting voor het boekjaar 2024 vast. 
Inhoudelijke ontwikkelingen 2023

De eerste drie fasen van het Integraal Ruimtelijk Perspectief zijn in de afgelopen collegeperiode met succes afgerond, conform de hiertoe bestuurlijk vastgestelde plannen van aanpak. De vierde fase behelst de programmering, financiering en realisatie en heeft ultimo een doorlooptijd tot aan 2040. 

Met het Integraal Ruimtelijk Perspectief 2040 weten we waar we gezamenlijk voor staan, wat we te bieden hebben en wat we willen bereiken. Dit vormt een solide basis voor onze gezamenlijke strategie. Het is primair aan ieder van de colleges om, al dan niet in allianties, te investeren in en werk te maken van de ruimtelijke ontwikkeling zoals deze in het gezamenlijk perspectief is geschetst. Aan de bestuurstafels doen we wat aanvullend nodig en behulpzaam is. Dit ondersteund door de zestien gemeentelijke ambtelijke organisaties en de gezamenlijke U10 organisatie. We richten ons hierbij op de volgende drie kernactiviteiten:

1. Stimuleren dat het door ons gewilde perspectief van 2040 in de jaren daarnaartoe stap voor stap werkelijkheid worden. Wij houden nauw in de gaten welke ontwikkelingen en kansen zich bij onze beoogde partners zoals het voordoen. En we doen vervolgens wat nodig is om deze kansen te verzilveren. Als voorbeeld: in 2022 identificeerden we verschillende kansen voor mogelijke hulp aan de realisatie van het Integraal Ruimtelijk Perspectief, zoals de versnellingsafspraken woningbouw (met als resultaat een rijksbijdrage van 110 miljoen euro in de eerste tranche, de tweede tranche bereiden we nu voor), het BO MIRT van november 2022 (we zetten in op een rijksbijdrage voor een duurzame verbetering van onze bereikbaarheid, als aanvulling op de reeds gereserveerde bijdragen van ieder 200 miljoen euro door de centrumgemeente en de provincie) en we onderzoeken de kansrijkheid van het aanvragen van een regiodeal (met als focus gezond en groen). Wij verwachten dat dergelijke kansen zich de komende jaren in meer of mindere mate zullen blijven voordoen. Het tijdig signaleren en op waarde schatten van deze kansen vraagt dat we zowel bestuurlijk als ambtelijk: onze contacten met de departementen adequaat onderhouden en uitbouwen; onze verhaallijn en proposities regelmatig aanscherpen, vanuit het perspectief van beoogde partner; in staat zijn om bij een opkomende kans daadkrachtig op te treden en indien nodig mede te financieren. 
2. Uitwerken van het perspectief. In het Integraal Ruimtelijk Perspectief hebben we in de kern uitgesproken hoe we de regio in 2040 ruimtelijk voor ons zien. De volgende stap is dat we ons perspectief concretiseren. Dit zeker samen met onze partners: voor bijvoorbeeld het regionaal programmeren wonen en werken en de programmering van de vitale kernen hebben we de provincie hard nodig.
3. Actualiseren van het perspectief. Uitgangspunt is dat de zestien colleges hun ruimtelijke ontwikkeling verzorgen binnen de kaders van het perspectief. Het kán zijn dat er redenen ontstaan voor een of meerdere colleges om hiervan af te wijken. In dergelijke gevallen gaan we hier over in gesprek met elkaar, volgens de filosofie van consent (zie het bestuursconvenant samenwerking U10 gemeenten voor nadere toelichting). Met als doel om gezamenlijk in beeld te hebben in hoeverre het gezamenlijk perspectief wordt gerealiseerd, ontwikkelen en beheren we een dashboard. Op basis van de voortgangsinformatie in dit dashboard krijgen de colleges van b&w elke twee jaar ter instemming een voorstel voorgelegd over het al dan niet actualiseren van het gezamenlijk perspectief.

Risico’s De netwerksamenwerking drijft op de inzet van de deelnemers en de urgentie van de onderwerpen. Als de deelnemers zich niet inzetten (bijvoorbeeld omdat ze het belang er niet van inzien) is het rendement nihil.