Overige uitgangspunten begroting 2025

Bij het opstellen van de begroting 2025 – 2028 hanteren wij de volgende uitgangspunten:

Omslagpercentage 
Het omslagpercentage geeft weer welk rentepercentage aan de activa wordt toegerekend. Dit percentage wordt berekend op basis van een raming van de netto door de gemeente te betalen rente en de totale boekwaarde van alle vaste activa van de gemeente. Het percentage wordt afgerond met maximaal 0,5%.
Het omslagpercentage wordt bij de begroting 2024-2027 vastgesteld en weergegeven onder paragraaf 6, Financiering. Het omslagpercentage zal naar verwachting lager liggen dan in de afgelopen jaren,  omdat wij vanaf 2024 geen rente meer toerekenen aan het Eigen Vermogen. Wij volgen hierin het advies van de commissie BBV om het 'administratief rondpompen van geld' te verminderen. Dit is conform het raadsbesluit 'Herijking bestemmingsreserves' van 21 december 2023.

Renteontwikkelingen 
Prognoses over de rente hebben doorgaans een min of meer ‘’glazenbol’’ niveau. Dit gegeven wordt nog versterkt door de vele onzekerheden in de geopolitiek. De rente op de geld- en kapitaalmarkt is het afgelopen twee jaar gestegen, na een relatief lange periode van historisch lage rente. De komende jaren verwachten wij dat de rente stabiel blijft op het huidige niveau. Voor nieuwe geldleningen gaan we in de begroting uit van 3,5% rente, gebaseerd op de gemiddelde rentepercentages bij verschillende looptijden gedurende 2022 en 2023.

Kostenstijgingen en subsidies 
Tot en met de begroting 2023 werden de kosten en subsidies geïndexeerd met de CPI van februari van het jaar vóór het begrotingsjaar. Vanaf de begroting 2024 is dit gewijzigd naar de systematiek die veel andere gemeenten hanteren, namelijk een indexatie op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB. Dit is namelijk ook de systematiek waarmee de Algemene Uitkering geïndexeerd wordt. Op basis hiervan stellen wij voor volgende indexaties toe te passen:
-    Loonkosten: 4,4%
-    Overige (materiële) kosten: 2,2%
-    Investeringen: 2,0%
-    Subsidies: 3,5% (60% loonindex, 20% materiële kosten, 20% investeringen).
Bij de voorjaarsrapportage vindt zonodig bijstelling plaats als de werkelijke indexaties afwijken van deze uitgangspunten.

OZB en heffingen
Tot en met de begroting 2024 werden de opbrengsten voor OZB en de heffingen geïndexeerd met de CPI van februari van het jaar vóór het begrotingsjaar. Voorgesteld wordt om ook hiervoor nu aan te sluiten bij de meer gangbare methodiek van indexatie op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP), en daarmee dus ook bij de ontwikkeling van de Algemene Uitkering. Op basis van het gewogen gemiddelde, zoals ook bovenstaand weergegeven, is het voorstel om de OZB en heffingen te verhogen met 3,5%.

N.b. de werkelijke indexatie van de heffingen over de jaren 2022-2024 op basis van de CPI was lager dan wat deze volgens deze nieuwe systematiek eigenlijk had moeten zijn. Het verschil is 2,3% waar we als gemeente dus wel kostenstijgingen hebben gehad, maar waarvoor de OZB/heffingen niet zijn meegestegen.

Kerncijfers CEP 2024 2022 2023 2024 Totaal 2022-2024 2025
Loonvoet sector overheid 6,7 5,7 6,4 18,8 4,4
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc) 7,7 4,1 2,9 14,7 2,2
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi) 6,3 4,4 3,0 13,7 2
Gemiddeld * 6,8 5,1 5,0 17,0 3,5
Indexatie o.b.v. CPI ** 1,8 6,4 6,5 14,7 2,8
* 60% Loonvoet, 20% materiële overheidsconsumptie en 20% investeringen, conform indexatie van Algemene Uitkering
** De OZB 2024 is na amendering geïndexeerd met 6,5% i.p.v. 8,0%.