Kaderstelling op de Investeringen en schuldquote

Toelichting kaderstelling op de investeringen en schuldquote

Terug naar navigatie - Toelichting kaderstelling op de investeringen en schuldquote - Toelichting

Financiële verordening
In de Financiële Verordening 2025 is een signaleringswaarde/streefwaarde voor de schuldquote vastgesteld. Voor de schuldquote gelden als basis de volgende signaleringswaarden:
-    Signaleringswaarde 1: 130%
-    Signaleringswaarde 2: 150%

Investeringen in Balans / Kadernota 2024
In de begroting 2023 is aangegeven dat het College maatregelen zal nemen om de schuldquote niet te ver op te laten lopen en zo binnen de toegestane schuldquote uit te komen. Dit is nader uitgewerkt in de Raadsinformatiebrief ‘Aanpak Verlaging Schuldquote’ van 4 april 2023. Bij de Kadernota 2024 is vastgelegd dat het College zal gaan werken met een investeringsplafond van € 23 miljoen. Via een aantal themabijeenkomsten bent u als raad geïnformeerd over de uitwerking hiervan en de keuzeknoppen die het college daarin voorstelt om te hanteren. Uitgangspunt hierin blijft dus het investeringsplafond van € 23 miljoen, waarbij wel rekening gehouden wordt met het feit dat het inlopen van de 'boeggolf' op korte termijn nog wel leidt tot een investeringsniveau boven de € 23 miljoen. De belangrijkste stip op de horizon is dat de schuldquote t/m 2030 niet uit mag komen boven de 130%. Op 23 mei 2024 zijn deze spelregels ook formeel vastgelegd via het raadsbesluit 'Investeringen in Balans'. Hierin heeft de raad vastgelegd het college opdracht te geven om: 

1. een investeringsplafond te hanteren dat borgt dat de schuldquote niet boven de 130% uitkomt, in de huidige situatie € 23 miljoen per jaar. 
1.1. En daarbij dit plafond te splitsen in een subplafond voor onvermijdelijke terugkerende cyclische investeringen en een subplafond voor eenmalige investeringen; 
1.2. voor de cyclische investeringen eenmaal per raadsperiode een voorstel voor de bijbehorende beleidskaders aan de gemeenteraad voor te leggen en op basis daarvan de hoogte van dit subplafond vast te stellen; 
1.3. voor de eenmalige investeringen jaarlijks in de kadernota een voorstel tot prioritering (en daarmee financiering) te doen aan de hand van vier inhoudelijke criteria: noodzaak, maatschappelijk bereik, maatschappelijk effect en financiële impact;

2. om strak te sturen op het doorschuiven van investeringen: 
a. Bij cyclische investeringen: Nee, tenzij; 
b. Bij eenmalige investeringen: Ja, mits (en maximaal twee keer).

3. om verantwoorde mogelijkheden voor verruiming van dit investeringsplafond te onderzoeken en deze mogelijkheden aan de gemeenteraad voor te leggen. 

Onder de cyclische investeringen verstaan we in ieder geval: 
•    Investeringen in de buitenruimte, op basis van een Meerjaren Investeringsprogramma, waarbij het door de raad te bepalen onderhoudsniveau leidend is. En waarbij rekening gehouden wordt met de Total Cost of Ownership (de totale kosten van het actief gedurende de gehele gebruiksduur).
•    Investeringen in Onderwijshuisvesting, conform het vastgestelde Integraal Huisvestingsplan.
•    Investeringen in gebruiksmiddelen, zoals laptops en telefoons, maar ook bijvoorbeeld het wagenpark. Wel kunnen we de gebruiksduur kritisch beoordelen, maar uiteraard kunnen deze vervangingsinvesteringen niet geheel geschrapt worden.

Realisme in de kasstroomplanning
Om realistischere berekeningen te maken voor de liquiditeitsbehoefte en de ontwikkeling van de schuldquote, gaan we ervan uit dat de gevoteerde kredieten voor 50% in jaar T besteed worden en voor 50% in jaar T+1. Dit is een inschatting op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren. In de toekomst gaan we monitoren of deze aanname bijgesteld moet worden.

Gevolgen voor investeringen in Kadernota 2026

In deze Kadernota hanteren we de uitgangspunten zoals deze vastgelegd zijn bij het raadsbesluit Investeringen in Balans. Wel heeft een actualisatie plaatsgevonden van de cijfers. Omdat de schuldquote in de jaarrekening 2024 lager is uitgekomen (90%) dan begroot (102%), geeft dit ook iets meer ruimte voor investeringen. Anderzijds is ervoor gekozen om vanaf 2026 niet langer de storting van € 2 miljoen in de Algemene Reserve te doen. Dit heeft weer een negatief effect op de investeringsruimte. In het volgende hoofdstuk wordt dit verder uitgewerkt.

Investeringsplafond

Terug naar navigatie - Investeringsplafond - Toelichting

De omvang van het investeringsplafond is als volgt berekend:

Berekening investeringsplafond (Bedragen x € 1.000) 2025 2026 e.v.
1 Begrotingssaldo - -
2 + vaste storting in de algemene reserve (geen uitgaven) 0 0
3 + afschrijvingskosten (geen uitgaven) 12.500 13.500
4 + 3% van de totale baten (excl. reserves) - 'inflatiebijstelling' 5.700 5.700
5 + 4,1% van de totale baten (excl. reserves) - toegestane stijging schuldquote 7.800 7.800
Toegestane investeringsplafond 26.000 27.000
Terug naar navigatie - Investeringsplafond - Vervolg

•    Ad 1: Een positief begrotingssaldo kan ingezet worden voor het doen van investeringen. Vooralsnog is de verwachting dat we de komende jaren geen (ruim) positief begrotingssaldo hebben, en dat we dus uitgaan van een begrotingssaldo van nihil.
•    Ad 2: De jaarlijkse storting in de Algemene Reserve van € 2 miljoen is wel onderdeel van het begrotingssaldo, maar is geen uitgaande kasstroom. Dit bedrag kan daarom ingezet worden om investeringen te doen. Vanaf 2026 wordt voorgesteld deze storting te schrappen. Daarmee is dit bedrag dus ook niet meer beschikbaar voor de investeringsruimte.
•    Ad 3: De afschrijvingskosten zijn wel onderdeel van het begrotingssaldo, maar zijn geen uitgaande kasstroom. Dit bedrag kan daarom ingezet worden om investeringen te doen.
•    Ad 4: Omdat de begrotingsomvang jaarlijks stijgt, met name door inflatie maar ook door toegenomen taken, kan de schuld ook verhoudingsgewijs meestijgen. De schuldquote (netto schuld gedeeld door totale baten) blijft dan stabiel.
•    Ad 5: Bij de berekening van het schuldenplafond in 2023 is gerekend dat de schuldquote vanaf 1.1.2023 (107%) jaarlijks met ongeveer 3% mag stijgen, om per ultimo 2030 op 130% uit te komen. Per 31.12.2024 mocht de schuldquote dan 113% bedragen. De werkelijke schuldquote per 31.12.2024 bedroeg 90%.  Omdat deze schuldquote ook beïnvloed wordt door incidentele baten, zoals grondexploitaties, rekenen wij met een schuldquote van 97% per 31.12.2024. In een periode van 8 jaar mag de schuldquote dan dus 4,1% per jaar stijgen. De omvang van de totale begroting bedraagt circa € 190 miljoen. Dat betekent dus dat de schuld jaarlijks met € 7,8 miljoen mag stijgen.

Het investeringsplafond is dus totaal € 26 miljoen voor 2025 en € 27 miljoen voor 2026 en verder. De investeringen die nog in de boeggolf zitten (circa 32 miljoen per 1.1.2025) moeten ook uit dit bedrag betaald worden. Dit maakt dat per jaar ongeveer € 4 miljoen nodig is om de investeringen uit de boeggolf te doen (€ 32 miljoen gedeeld door 8 jaar). Waardoor dus 'netto' € 23 miljoen overblijft voor nieuwe investeringen per jaar vanaf 2026.

Het investeringsplafond is niet in beton gegoten, maar wordt jaarlijks herijkt. In afzonderlijke jaren kan het investeringsniveau dus hoger liggen, zolang wij maar blijven koersen op een schuldquote die per ultimo 2032 niet hoger mag uitkomen dan 130%.

Investeringsplanning

Terug naar navigatie - Investeringsplanning - Toelichting

Boeggolf

Bij de jaarrekening 2024 is voorgesteld om een bedrag van € 45,3 miljoen aan bruto investeringskredieten die nog niet zijn besteed door te laten lopen naar 2025.  Dit zijn bruto kredieten, dus zonder bijdragen van derden (subsidies) of inkomsten uit verkoop (bijv. politiekantoor en brandweerkazernes), totaal € 11,4 miljoen. De 'netto' boeggolf' is dus € 33,9 miljoen.

In de investeringsplanning bij de begroting 2025 en afzonderlijke raadsbesluiten is een bedrag van € 22,3 miljoen aan kredieten gevoteerd en voor € 4,1 miljoen aan investeringen is een bedrag gereserveerd, maar volgt nog een raadsvoorstel om deze kredieten uit te mogen geven. Totaal dus € 71,6 miljoen aan (bruto) investeringskredieten.  Netto resteert dan € 59,9 miljoen (boeggolf + investeringen 2025).
Op basis van de huidige planning wordt in 2025 netto € 30,7 miljoen aan investeringen gedaan, waardoor dus voor € 29,2 miljoen aan investeringen doorschuift naar 2026 en verder.

Cyclische investeringen

In Bijlage 1 bij deze Kadernota is de Meerjaren Investeringsplanning 2026-2029 (MIP) opgenomen. In deze MIP is nu ook aangegeven in welk jaar de werkelijke uitgaven van het betreffende investeringskrediet worden verwacht. Hiervoor geldt als uitgangspunt een plafondbedrag van € 19 miljoen. Voor 2026 lukt het nog niet helemaal om hier binnen te blijven, vanaf 2027 zitten we gemiddeld op € 18 miljoen.

Niet-cyclische investeringen

Voor de niet-cyclische investeringen geldt een investeringsplafond van € 3 miljoen. Het college doet in deze Kadernota een voorstel welke investeringen wel en welke niet gehonoreerd worden. In de volgende tabellen zijn de eerstgenoemde groen gemarkeerde bedragen de investeringen waarvan voorgesteld wordt deze door te laten gaan. De rood gemarkeerde investeringen worden door een gebrek aan investeringsruimte ‘on hold’ gezet. In 2028 staat één post die oranje gemarkeerd is (Zwembad). Daarover wil het college -op basis van een nader uit te werken businesscase- later bepalen of deze investering doorgang vindt.

Dit leidt tot het volgende afwegingen per jaar:

Omschrijving investering 2026 Bedrag (x € 1.000)
Brandveiligheid openbare parkeergarages Castellum en Defensie-eiland 1.400
Verduurzaming gemeentelijk vastgoed Het Klooster en Het Stadsmuseum (tranche 6) 1.800
Aanbrengen oeverbescherming Camping Batestein 480
Aanpassingen inrichting gemeentehuis (werkplekken en vergaderruimtes) 410
Omvormen woonstraten naar elementenverharding 250
Aanpassingen inrichting buitenterrein gemeentehuis 150
Alternatieve ontsluiting werklint Barwoutswaarder (uitvoering) 850
Oostelijke Randweg: planstudie 500
Realisatie Uitgraven Kasteelgracht 500
De Schulenburch (3.2.1.3) 500
Bedrag geselecteerde investeringen 4.090
Bedrag niet geselecteerde investeringen 2.750
Terug naar navigatie - Investeringsplanning - 2026
Omschrijving investering 2027 Bedrag (x € 1.000)
Ontsluiting Kassengebied Harmelerwaard 2.824
Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 1.500
Voorbereidingskrediet toekomst zwembad Batenstein en H2O 1.000
Omvormen woonstraten naar elementenverharding 250
Voorbereidingskrediet parkeervoorziening Nieuw-Middelland 500
Poort van Woerden: voorbereidingskrediet langzaam verkeers verbinding bij station (onderdoor) 250
Oostelijke Randweg: planstudie 500
Groen-blauwe verbinding Bredius- Linschoten 200
Haalbaarheidsstudie Realisatie Rijngracht 500
Bedrag geselecteerde investeringen 2.824
Bedrag niet geselecteerde investeringen 4.700
Terug naar navigatie - Investeringsplanning - 2027
Omschrijving investering 2028 Bedrag (x € 1.000)
Toekomst zwembad Batenstein en H2O 25.000
Parkeervoorziening Nieuw-Middelland 4.000
Groen-blauwe verbinding Bredius- Linschoten 200
Poort van Woerden: voorbereidingskrediet langzaam verkeers verbinding bij station (onderdoor) 250
Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 1.500
Omvormen woonstraten naar elementenverharding 250
Oostelijke Randweg: planstudie 500
Bedrag geselecteerde investeringen PM
Bedrag niet geselecteerde investeringen 31.700
Terug naar navigatie - Investeringsplanning - 2028
Omschrijving investering 2029 Bedrag (x € 1.000)
Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 1.500
Omvormen woonstraten naar elementenverharding 250
Poort van Woerden: langzaam verkeers verbinding bij station (onderdoor) 25.000
Oostelijke Randweg: ruimtelijke procedure 500
Groen-blauwe verbinding Bredius- Linschoten 200
Bedrag geselecteerde investeringen 1.750
Bedrag niet geselecteerde investeringen 25.700

Investeringsplanning ten opzichte van investeringsplafond

Terug naar navigatie - Investeringsplanning ten opzichte van investeringsplafond - Toelichting

Het hiervoor geschetste investeringsvoorstel is gebaseerd op de uitgangspunten zoals de Raad op 23 mei 2024 heeft vastgesteld in het voorstel Investeringen in Balans. In dit raadsvoorstel wordt toegelicht dat de investeringsruimte beperkingen kent en er keuzes gemaakt moeten worden. Het hierboven uitgewerkte en hierbij voorgelegde scenario behelst het volgende:

In de jaren 2026 – 2029 wordt in totaal € 74 miljoen aan kredieten bestemd voor noodzakelijke cyclische investeringen;

In 2026 wordt € 2,7 miljoen aan kredieten bestemd voor incidentele investeren, waaronder: brandveiligheid parkeergarages (€ 1,4 miljoen), verduurzaming gemeentelijk vastgoed (€ 1,8 miljoen),  oeverbescherming camping Batestein (€ 0.5 miljoen) en aanpassingen inrichting gemeentehuis (€ 0,4 miljoen);

Een nieuw zwembad is met de huidige kaders niet realiseerbaar binnen het investeringsplafond. Gezien de impact die de huidige zwembaden op onze exploitatie hebben, wil het college hierover  in de komende jaren toch het gesprek met de raad voeren. Niets doen is wat het college betreft geen optie.

Dit leidt samengevat tot het volgende beeld:

Bedragen (x € 1,0 miljoen) 2025 2026 2027 2028 2029 2030* Totaal
Boeggolf + Investeringsplanning 2025 32,6 29,8 9,2 71,6
Bijdragen derden (boeggolf + investeringen 2025) -2,1 -2,1 -7,5 -11,7
Investeringsplanning 2026 - cyclisch 10,1 10,1 20,1
Investeringsplanning 2027 - cyclisch 8,9 8,9 17,7
Investeringsplanning 2028 - cyclisch 9,1 9,1 18,2
Investeringsplanning 2029 - cyclisch 9,1 9,1 18,2
Investeringsplanning 2026 - niet-cyclisch 2,1 2,1 4,1
Investeringsplanning 2027 - niet-cyclisch 1,4 1,4 2,8
Investeringsplanning 2028 - niet-cyclisch 0,0 0,0 0,0
Investeringsplanning 2029 - niet-cyclisch 0,9 0,9 1,8
Totaal investeringen 30,5 39,8 24,1 19,4 19,1
Investeringsplafond 26,0 27,0 27,0 27,0 27,0
Over-/ onderschrijding investeringsplafond (+/+ = ruimte, -/- is overschrijding) -4,5 -12,8 3,0 7,7 7,9
Cumulatieve over-onderschrijding investeringsplafond -4,5 -17,3 -14,4 -6,7 1,2
* Dit betreft alleen de uitgaven in 2030 die voortkomen uit de investeringsaanvragen 2029.
Terug naar navigatie - Investeringsplanning ten opzichte van investeringsplafond - Vervolg toelichting

In onderstaande grafiek is de ontwikkeling in schuldquote in de afgelopen jaren weergegeven en de verwachte toekomstige ontwikkeling in de komende jaren. Door het inlopen van de boeggolf is de verwachting dat de schuldquote in 2026 en 2027 iets harder stijgt, maar dat we uiteindelijk nog wel binnen de 130% schuldquote blijven. In deze prognose hanteren we het uitgangspunt dat de exploitatiebegroting sluitend is.

 

Als gemeente willen we onze begroting op orde hebben. Als we op lange termijn financieel gezond willen blijven en het werk willen blijven doen met de ambtenaren die we tot onze beschikking hebben, dan kan niet alles. De raad heeft daarom kaders vastgesteld die moeten helpen om keuzes te maken en het hierboven beschreven doel te bereiken. Met de bovenstaande keuzes blijft het de komende jaren mogelijk om op diverse terreinen mooie en goede dingen voor Woerden te realiseren. Zoals herinrichting van verschillende fietspaden, het ontwikkelen van een voetbalvoorziening voor jongeren en het verbeteren van ontmoetingsplaatsen op verschillende plekken in de gemeente.